Geschiedenis

Joodse begraafplaats Zeeburg

De Joodse begraafplaats naast het Flevopark is waarschijnlijk de grootste van Europa. Maar het is tevens een van de minst bekende. Het was lange tijd vooral een prima plek voor wilde dieren, maar vorig jaar is daaraan een einde gekomen. Na een grondige schoonmaak door onder meer Joodse en Marokkaanse jongeren is hij nu weer toegankelijk voor het publiek. In de muur langs de Valentijnkade is een nieuw toegangshek geplaatst. Motor achter de renovatie was de stichting Eerherstel Joodse begraafplaats Zeeburg.

De Joodse begraafplaats Zeeburg stamt uit 1714 en volgens conservatieve schattingen liggen er ruim 100.000 mensen begraven. Andere gaan uit van 200.000 tot 250.000. Niemand weet het precies omdat de begraafboeken onvolledig zijn, een adequate gravencartotheek ontbreekt en er bovendien talloze illegale begrafenissen hebben plaatsgevonden. Tellen is niet mogelijk, want de meeste graven zijn niet meer terug te vinden; het was vooral een begraafplaats voor de armen en die kregen in het beste geval een houten stèle op hun graf. Die zijn in de loop van de tijd grotendeels weggerot en de resterende zijn in de oorlog opgestookt.

De Joodse gemeenschap van Amsterdam is al in de 16de eeuw ontstaan. Het waren rijke vluchtelingen uit met name Spanje en Portugal. Zij legden voor zichzelf een begraafplaats aan in Ouderkerk aan de Amstel. De later aangekomen (armere) joden uit Duitsland en Polen mochten daar echter niet ter aarde worden besteld en daarom legden zij een eigen begraafplaats aan in Muiderberg. Dat stuitte nogal eens op problemen omdat de reis daarheen voor de arme en kinderrijke Hoogduitse Joden vaak te duur was. In dat geval betaalde de Joodse Gemeente zo’n begrafenis uit de armenkas. Daarom werd in 1714 dichter bij huis een nieuwe begraafplaats aangelegd voor ‘armen, kinderen onder de dertien, vreemdelingen, criminelen, gemengd gehuwden en anderen die niet op Muiderberg begraven konden worden’. Dat was het begin van de begraafplaats Zeeburg.

Deze nieuwe begraafplaats was slechts drie hectare groot, maar is in de loop van de jaren snel uitgebreid door de aankoop van nieuwe stukken land (die niet altijd aansloten bij de oorspronkelijke begraafplaats). Omstreeks 1914 was de begraafplaats vol en verdere uitbreiding leek lastig. Omdat de Joodse gemeenschap van Amsterdam rap in omvang toenam en bovendien vergrijsde, moest een andere oplossing worden gezocht. Die werd gevonden in Diemen; de Joodse gemeente nam daar na lange voorbereiding een nieuwe begraafplaats in gebruik. Op die van Zeeburg zijn echter tot in de Tweede Wereldoorlog illegale begrafenissen uitgevoerd. Na de oorlog werd de begraafplaats Zeeburg meer en meer verwaarloosd, mede doordat de Joodse gemeenschap door de oorlog enorm was uitgedund. Er zijn zelfs plannen geweest om het hele complex om te ploegen en er volkstuintjes van te maken.

Vogels en verliefde jongeren
Bij de uitbreiding van de stad kwam de inmiddels gesloten begraafplaats Zeeburg steeds meer in het gedrang. Aan de ene kant was het Flevopark aangelegd en aan de andere kant drong de nieuwe Indische Buurt op. De omheining raakte in verval. De begraafplaats werd speelterrein voor de buurt, een plek om honden uit te laten, om een vuurtje te stoken en andere avonturen te beleven. En dat was niet alles. In 1956 werd de Flevoweg aangelegd, die aansloot op de Amsterdamsebrug over het kanaal. Een deel van de oude begraafplaats moest daartoe worden geruimd. Onder rabbinaal toezicht zijn toen ongeveer 28.000 doden opgegraven en overgebracht naar Diemen. Die operatie duurde bijna twee jaar.
Daarna werd het weer rustig op Zeeburg en de begraafplaats verwilderde verder. Vogels, jeugd en verliefde jongeren beleefden er mooie tijden. In 1982 was er een korte opleving in het onderhoud nadat Boudewijn Büch in Het Parool een artikel schreef over het zonnebaden op de grafstenen van de verlaten begraafplaats. De gemeente Amsterdam nam toen het beheer opnieuw ter hand, maar dat duurde slechts kort. In de jaren negentig werd de Joodse begraafplaats afgesloten en kon de natuur er opnieuw haar gang gaan.

Ecologische kurk
Op de website van de stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg werd de toenmalige situatie als volgt omschreven: ‘vanwege de verwildering is de begraafplaats vrijwel ontoegankelijk. Dicht en stekelig struweel met vooral veel riet vanwege de natte grondslag bepaalt het beeld. Er is letterlijk een kapmes nodig om zich een weg te banen. Volgens de voormalige Amsterdamse stadsecoloog Martin Melchers is de begraafplaats daardoor de ecologische kurk waar het Flevopark op drijft. Door die ontoegankelijkheid, de grote mate van rust en het drassige milieu zijn bijzondere vogels als de rietgors en de karekiet gesignaleerd. Het gebied is ook interessant voor reptielen en amfibieën.’ Maar dat gaat dus veranderen. Het begin is er: een klein deel is opnieuw toegankelijk en er kunnen weer begrafenissen plaatsvinden. De stichting zou er een informatiecentrum willen bouwen, maar daarvoor ontbreekt voorlopig het budget.
(Research: Gerard Goudriaan)

Lees ook:
Joodse begraafplaats Zeeburg: Eerherstel voor Jodenmanussie (24-07-2012)
Andere verhalen in de serie over de geschiedenis van Oostelijk Amsterdam