De Jas

‘Ik ben een jongen van de stad, nou en of’

Eddy Posthuma de Boer (1931) is een Amsterdamse fotograaf die werkte voor veel grote kranten en (internationale) tijdschriften. Zo bezocht hij meer dan tachtig landen. Zijn archief is eindeloos, net als zijn geheugen. Sinds 1961 woont hij in Amsterdam-Oost, vlak bij de Weesperzijde. Hij noemt die Weesperzij. “Ik vind het ontzettend leuk om naar de Lidl te gaan, of naar de Dappermarkt.”

Fijnstof
“De buurt is veranderd, natuurlijk. Vier jaar geleden is de Wibautstraat opgeknapt, voor heel veel geld. Het fijnstofgehalte is sindsdien verdubbeld, terwijl minder verkeer beloofd was. Op de hoek wordt wéér een toren van acht verdiepingen gebouwd. Het is een verschrikkelijke straat. Vroeger noemden we het de Stalinallee, het was er kil en koud. Wat wel leuk is, het is een studentenstraat geworden. Hoe oud ook, Amsterdam blijft een jonge stad.”

Weesperzij
“Rembrandt wandelde erlangs, vanaf het Rembrandthuis, waar hij woonde, naar de Omval en verder. Op de plekken waar hij etsen maakte, heb ik foto’s gemaakt, zie mijn boek Op pad met Rembrandt. Nog steeds is het hier fantastisch. In de herfst zijn de bomen prachtig. In het voorjaar heb je Head of the River, en de Heineken Vierkamp. Dat is één groot feest. Ja, ik heb ook wel eens geroeid. Maar dat is achteruit sporten, dat ligt mij niet.”

De jongens
“Café? Ik heb een caféverléden. In mijn Volkskranttijd borrelden we met de redactie bij Hesp. Dat is nog steeds een goed café, alleen ik kom er niet meer. Ik ben 85, ik drink een borrel thuis. Maar de vrijdagmiddag met de jongens van de krant, daar heb ik goede herinneringen aan. Ik kom nog wel bij De Ysbreeker, een goede plek om af te spreken.”

Fotografie
“Een jongenshobby. Fototoestellen vind ik zulke mooie dingen. In mijn kinderkamer sloten de gordijnen net niet helemaal. Door het kiertje scheen licht, als ik wakker werd zag ik omgekeerd de overkant van de straat op de muur. Het principe van de gaatjescamera, fascinerend. Zo is het begonnen. Ik heb van nature een enorme kijknieuwsgierigheid.”

De tuin
“Ik ben geen vogelaar, maar we hebben hier een Vlaamse gaai, merels, alle mezen. En duiven natuurlijk. We hebben veel planten. Vanwege dat fijnstof uit de Wibautstraat is het goed om veel groen te hebben. En het is fijn om naar te kijken.”

Volkshotel
“Het Volkshotel – voorheen de redactie van de Volkskrant – wil er nog een verdieping bovenop zetten. De buurt is tegen, het neemt toch veel licht weg. Zo is er altijd strijd. Dat budgethotel dat zou komen in de Weesperzij hebben we kunnen tegenhouden. Er is een actieve buurtvereniging. Ach, het is een ontzettend leuke buurt. We kennen elkaar, maar niet iedereen. Het is geen dorp, geen gluren vanachter de gordijnen. Zo is het niet.”

Stukje fietsen
“Ik wil elke dag een fietstochtje maken, even eruit. Ik vind het ontzettend leuk om naar de Lidl te gaan. Of naar de Dáppermarkt, voor kaas bij Boer Geert, een gebakken vissie en de groentestal, dat zijn ook lieve mensen. En altijd denk ik dan aan die beroemde zin van Bloem: ‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’. Daar heb ik ook een foto bij gemaakt trouwens.”

Oost
Ik heb veel beroemde mensen uit Oost gefotografeerd. De beroemdste is Nescio, in 1954. Op dat portret ben ik nog steeds trots. Nescio, dat wás Amsterdam-Oost. Nu is het niet meer in één beeld te vangen, het is het meest diverse stadsdeel van Amsterdam. Je kan niet meer zeggen: het karakter van Oost is zus of zo. Mooi? Er zijn mooie stukken bij. Maar ik verkas niet meer. Ik ben een jongen van de stad, nou en of.”

Geheugen
“Ik wemel van de thema’s, da’s een resultaat van m’n nieuwsgierigheid. Ik zeg altijd: ik heb twee geheugens. Eén tussen m’n oren, dat goddank nog in orde is, en m’n archief. Die kennen mekaar, wisselen ook informatie uit. Zo ontstond ‘In het zweet uws aanschijns’, – ja dat is uit Genesis, zoek maar op – een expositie met beelden van oude ambachten zoals die nu, door voortschrijdende technologieën, niet meer bestaan.”

Dan pist er een hond over de tas van de fotograaf. “Nou zeg. En ik maar aardige dingen over die Weesperzij zeggen.”

De expositie ‘In het zweet uws aanschijns’ van Eddy Posthuma de Boer is vanaf 9 februari tot maart 2017 te bezichtigen in café De Engelbewaarder, Kloveniersburgwal 59.
Meer In de Jas.