De Straat

Johan van der Keukenstraat

Naar wie is mijn straat, laan of plein vernoemd? Naar een bloem, een vogel, een boom? Dan is de link snel gelegd. Maar wat als je in de Sweelinckstraat woont? Weet dan iedereen meteen dat je in de componistenbuurt woont? En wie was Albert Cuyp? Een beeldhouwer soms? Of toch een schilder?

Lastiger wordt het wellicht als je op het IJburgse Joris Ivensplein woont. Misschien is nog net bekend dat hij ooit een wereldberoemde filmer van documentaires was. Maar wie waren dan Piet Zwart of Jean Desmet?

In de Brug daarom een aantal korte biografieën van bekende filmers en fotografen die op IJburg een straat, plein of kade ‘kregen’. Na onder meer Bert Haanstra, Ed van der Elsken en Cas Oorthuys nu een portret van Johan van der Keuken.

Een onderzoek is er nooit naar gedaan. En waarom ook? Maar het kan bijna niet anders of Johan van der Keuken (1938–2001) is in Nederland bekender als cineast dan als fotograaf. Al was het maar door de enorme publiciteit die zijn films genereerden. Zo won hij op het Nederlands Film Festival in Utrecht met zowel Face Value (1991) als met Lucebert, tijd en afscheid (1994) een Gouden Kalf, en oogstte hij met onder meer Blind kind (1964, deel uitmakend van de ‘canon van de Nederlandse film’) en het vlak voor zijn overlijden gedraaide De Grote Vakantie (2000) zowel nationaal als internationaal grote bewondering.

Die laatste film maakte hij tussen 1998 en 2000, kort nadat hij had gehoord dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker had. Met zijn vrouw (geluidsvrouw Nosh van der Lely) reisde Van der Keuken – in Amsterdam geboren en daar ook gestorven – nog eenmaal de wereld rond op zoek naar plaatsen met (eigen omschrijving) ‘uiteenlopende leefomstandigheden, koud en warm, leeg en vol, met als altijd aanwezige derde de mens, die tegen de klippen op leeft, met behulp van mooie verhalen, die hij zich wijsmaakt, tot troost in het gezicht van het niets.’

In de ruim twee uur durende documentaire – een reisverslag waarbij hij nauwelijks zelf in beeld komt, een handelsmerk van Van der Keuken – vertelt hij via een voice-over niet alleen waarom hij de film wilde maken, maar ook op welke wijze hij de beelden bijeen kreeg. Van der Keuken: “Toch ben ik in De Grote Vakantie heel erg aanwezig. Je ziet mijn handen, mijn voeten, stukjes van mijn lichaam. De film is daardoor mijn lichaam geworden. Ik wilde duidelijk maken dat ik weliswaar iets vreselijks meemaakte, maar dat ik er nog steeds was. En ik wilde ook dat er door die film iets van mij zou overblijven. Dat ik via die film zou blijven voortbestaan.”

Dat is hem gelukt. En niet alleen door het bij tijd en wijle zeer aangrijpende (“Als ik niet meer kan filmen, ben ik dood,” zegt hij tijdens de opnames ergens in Brazilië) De Grote Vakantie. Want hij mag dan inmiddels tien jaar dood zijn, over het oeuvre van Johan van der Keuken wordt in cinematografische kringen nog steeds met groot respect gesproken. Vooral in Frankrijk, waar zijn faam misschien nog wel groter is dan in Nederland. Om zijn films, maar ook om zijn foto’s. Waarvan een flink deel tijdens zijn studententijd in Parijs werd geschoten, met daaronder het fameuze, ontelbare keren gereproduceerde beeld van een dansend echtpaar. Dit beeld, dat Van der Keuken als aankomend fotograaf wereldberoemd maakte, laat een echtpaar zien dat op 14 juli 1958 (een nationale feestdag in Frankrijk) een dansje maakt op een plein op het Île Saint-Louis in Parijs. Vorig jaar nog werden in de nalatenschap van de kunstenaar 32 negatieven gevonden van op diezelfde dag genomen foto’s. De serie – op een speciale expositie getoond in het FOAM in Amsterdam – geeft op beeldende wijze weer hoe Van der Keuken werkte en waarom (en hoe) hij uiteindelijk koos voor dat ene beeld.

Johan van der Keuken ligt begraven op Zorgvlied.

Door Douwe Sluiter

Foto:
De foto van een dansend echtpaar in Parijs op quatorze juillet in 1958, maakte Johan van der Keuken in een klap wereldberoemd als fotograaf.