DJ Jean (50), echte naam Jan Engelaar, werd groot in de jaren negentig, in de roemruchte club iT. Hij reisde de wereld over, draaide voor de neef van Escobar, trok op met Holleeder en vergat bijna alle belevenissen weer. In zijn biografie Gekkenhuis!, die deze maand verschijnt, helpen zijn vrienden hem herinneren. “Ik heb legendarisch geleefd.”
Controversieel
“Fans heb ik in alle lagen van de bevolking. Vijanden trouwens ook. Ik ben een controversieel schepsel, neem nooit een blad voor de mond. Als je jarenlang de dienst hebt uitgemaakt in de house, doet dat iets met je. Omdat iedereen altijd iets van je wil, ga je anders in het leven staan. Je wordt er een beetje rebels van. Zo sta ik te boek, als rebel.”
Zure types
“De digitale wereld gaat vollédig aan mij voorbij. Ik heb het wel, sociale media. Vrienden houden die voor me bij, ze posten er dingen op. Ik zou bij god niet weten hoe mijn Facebookpagina eruitziet. Weet je wat het is met die reageerders: het is een kleine groep die in het echte leven geen aandacht krijgt, zure types die online ineens van alles durven zeggen. Maar een groepje van niks op de hele bevolking. Nee, het is niet mijn wereld.”
DJ Jean
“Groot geworden in de jaren negentig, via de fameuze iT club, samen met de Roxy de bekendste club aller tijden. In die periode maakte ik enkele van de bestverkochte cd’s van Nederland. Ik was de eerste dj die de wereld over ging. Ik deed hetzelfde als de nieuwe generatie dj’s als Hardwell en Afrojack – ik kwam overal, van Colombia tot Australië – maar niemand wist het, want er was geen internet. Soms was ik ineens twee weken van de radar. Dat is een behoorlijke tegenstelling met nu.”
Naakte wijven
“Ik kwam in de meest bizarre situaties terecht. Mijn enorme hit ‘The Launch’ stond wereldwijd in de hitparades, en zo werd ik geboekt door een fan uit El Paso, bij de grens tussen Mexico en de VS. Hij bleek een enorme drugsdealer, met een enorm kasteel, Ferrari’s voor de deur, een openluchtdiscotheek en volop champagne en vrouwen. Een vriend van hem – naar later bleek de neef van Pablo Escobar – was zo enthousiast, die wilde me voor zijn ‘after’. Hij reed me drie en een half uur de Colombiaanse jungle in. Stond ik ineens te draaien in zo’n drugskeuken met allemaal blote wijven en bergen coke. Surrealistischer wordt het niet.”
Wodkaatjes
“Van de coke kon ik wel afblijven, ik ben nooit een drugsfanaat geweest. Ik ben meer een drinker. Ik ben geen alcoholist, heb geen alcohol in huis, ik zuip alleen als ik draai. Met een paar wodkaatjes heb ik het helemaal naar mijn zin. Vooral om te levelenmet mijn publiek, dat gebruikt ook van alles. Want ik ben meer een draaifreak dan een muziekfreak, de tent op zijn kop zitten is mijn eerste prioriteit. Mixen, het aanvoelen van publiek, dat is wat ik goed kan. Het is mijn sport, daarvoor haal ik alles uit de kast, of het nou voor dertig of dertigduizend man is. Ik moet de dj die voor of na me komt een lesje leren. Als het technisch gezien goed gaat, voel ik me de baas.”
Epidemie
“Er zijn meer dj’s dan werklozen tegenwoordig. Het is een epidemie, maar het is ook zo bizar makkelijk geworden sinds de digitale apparatuur. Vergelijk het maar met fotografie, iedereen denkt dat-ie het kan. Jammer, want het was een ambacht met vinyl, technisch moeilijk, je moest er jaren voor oefenen. Nu kan een kind de was doen, er is zo’n enorme aanwas. Elke soapie verschijnt ineens achter de draaitafels. Ik ga er prat op dat ik het verschil kan maken met mixen en techniek.”
Biografie
“Omdat ik legendarisch heb geleefd. Ik ben een godfather met een iconische status. En ik ben 50 geworden, dat is wel een ijkpunt. Ik dacht eerst aan een autobiografie, want schrijven is een van mijn sterke punten. Maar ik ben ook lui en laks. Dus dat gaat niet goed samen. Er komen meerdere mensen aan het woord, vanwege mijn enorm slechte geheugen. Van de tienduizend anekdotes kan ik me er nog honderd zelf herinneren. Er staan veel verhalen in zoals die met de neef van Escobar, en mijn connectie met Willem Holleeder. Maar het geeft ook een beeld van de dance-industrie door de jaren heen. Ik kan wel tweehonderd pagina’s vullen met wijven neuken, zuipen en sensatie – tuurlijk, dat hoort er ook bij – maar het is niet de hoofdmoot.”
IJburg
“Begin jaren negentig ben ik in Amsterdam neergestreken, eerst op de Wallen en later aan de Amstel. Het is er druk geworden, en je kan nergens je auto kwijt, dat is slecht voor je gemoedsrust. Ik zocht een gulden middenweg tussen Amsterdam en Almere. IJburg, dacht ik, da’s mooi en toch nog wel onder de mensen. Ik woon er nu in mijn tweede appartement, het vorige was te veel een showroom, exorbitant ingericht, met een bad van 4,5 bij 2,5 meter. Zo onpraktisch, ik moest een plekje vinden waarbij ik iedere dag het idee heb dat ik in Center Parcs zit. Nu heb ik een gouden plek aan het water, met full privacy. Perfect voor mij. Niemand ziet me als ik naakt op mijn balkon lig te zonnen, en dat doe ik graag. Het is een sport van me.”
Invriezen
“Het leven is zo leuk, dat de dood dichterbij komt maakt me gek. Vergankelijkheid vind ik totaal onaanvaardbaar. De wetenschap heeft me een sprankeltje hoop gegeven, ik heb net besloten om me te laten invriezen. Daar verslind ik informatie over. Men voorspelt dat we over een eeuw onsterfelijk kunnen zijn. Eigenlijk dus, ben ik honderd jaar te vroeg geboren.”
Droomleven
“Door mijn succes ben ik een tijdje ingeslapen geweest. Maar ik heb juist besloten dat ik me er weer mee wil bemoeien. Er is interesse uit het buitenland, ik heb net een contract getekend bij platenlabel Spinnin’ en ik wil nieuwe tracks maken. Dat ik nog zoveel draai is niet vanzelfsprekend. Ik leef mijn droom, heb een vrij, anarchistisch leven. Ik heb ultieme vrijheid en ook geen relatie, dat is te veel verantwoordelijkheid. Deze levensstijl wil ik zo lang mogelijk rekken. Veel mensen willen zich blijven ontwikkelen, ik niet. Ik wil juist continueren.”
Deze maand verschijnt DJ Jean – Gekkenhuis!, geschreven door Victor Mastboom. Op vrijdag 6 juli draait hij op dé Vrijmibo in Bij Storm op Zeeburgereiland vanaf 19.00 uur.