Veel van de in deze rubriek besproken historische plekken zijn parken, kerken, dijken, horeca of forten. Locaties die voor het publiek vrij toegankelijk zijn. Het Van der Pekblok aan de Balistraat en de Eerste Atjehstraat vormt hierop een uitzondering. Het bestaat uit woonhuizen, in de vorige eeuw gebouwd voor gemeentearbeiders en nu vooral in trek bij min of meer alternatieve bewoners. Het is een fraai staaltje sociale woningbouw uit het begin van de vorige eeuw, dat beschikt over een grote binnentuin. Dit rijksmonument kun je het best bewonderen vanaf de Molukkenstraat.
Het Van der Pekblok – genoemd naar de architect – is in 1911 gebouwd. Dat gebeurde in opdracht van de woningstichting Rochdale en vloeide voort uit het groeiend besef dat de volkshuisvesting in grote steden zoals Amsterdam veel te wensen overliet. De in 1901 aangenomen Woningwet moest daarin verandering brengen. Rochdale werd in 1903 opgericht en was in feite de eerste woningbouwvereniging van Nederland. Een van de doelstellingen was het verbeteren van de woonomstandigheden van de leden. Arbeiders woonden doorgaans in kleine, donkere en vaak vochtige huizen, die deze naam nauwelijks verdienden. Betrokken wethouders als Wibaut en sociaal bewogen architecten als Berlage en Van der Pek maakten zich hard voor de bouw van woningen die aan nieuwe eisen voldeden: een eigen toilet, aparte slaapkamers, stromend water in de keuken. Het waren voor die tijd revolutionaire ideeën.
Leefbaarheid
De strakke gebouwen vallen op door hun monumentale gevels, die fraai verspringen, zodat er geen saaie straatwanden ontstaan. De drie verdiepingen tellende blokken worden bekroond door enorme mansardedaken waaronder grote zolders schuilgaan. Daar stonden vroeger de gemeenschappelijke boilers voor warm water. Opvallend zijn ook de brede daklijsten en de royaal versierde portieken. Toch noemt men deze gebouwen sober.
Een bijzonder element is de grote binnentuin, die de sociale cohesie onder de bewoners moest versterken. De oost-west-oriëntatie van de tuin was niet zo naar de zin van Van der Pek omdat deze daardoor minder zonnig was. De tuin is vooral bedoeld voor de eigen bewoners, maar via het traliehek aan de Molukkenstraat kan ook de passerende wandelaar er wel een blik in werpen.
Architect Jan Ernst Van der Pek (1865–1919) wilde betaalbare woningen voor arbeiders realiseren en durfde daarbij nieuwe wegen in te slaan. Zo ontwierp hij woningen met aparte ruimten voor diverse ‘functies’, dat wil zeggen een woonkamer, een keuken en twee slaapkamers. Die slaapkamers kwamen in de plaats van de tot dan toe gangbare bedsteden en alkoven. In alle vertrekken zorgden ramen voor voldoende licht en frisse lucht. Zelfs in de gemeenschappelijke trappenhuizen is natuurlijk licht aanwezig: alle tussenbordessen zijn voorzien van ramen.
Van der Pek heeft een opmerkelijke rol gespeeld in de Amsterdamse sociale woningbouw. Hij was een van de pioniers op dit gebied en een voorbeeld voor diverse vakgenoten. Zijn eerste arbeiderswoningen staan in de Staatsliedenbuurt, onder meer in de Van Beuningenstraat. Dat waren ook de eerste woningwetwoningen. Later bouwde hij onder meer huizen voor het ‘industrieproletariaat’ in de Jordaan en in Amsterdam-Noord (de Van der Pekbuurt). Hij was geen socialist, maar noemde zich een progressief liberaal. Hij was bestuurslid van de Volksbond tegen Drankmisbruik en lid van het Burgerlijk Armbestuur, de huidige Sociale Dienst.
(research: Gerard Goudriaan)
Lees hier meer verhalen uit de serie Historische plekken in Oost.