‘Houtjes hakken,’ noemde mijn vader het.
Als het winter werd en de kolenkachel aan moest, hakte hij houtjes. Op een krant deed hij dat, in de kamer of beneden in de fietsenbox. Zoals bij alle rituelen die mijn vader uitvoerde, of hij zich ’s morgens aan het scheren was, zijn enkels intapete voor het voetballen, bloedworst bakte op zaterdag, of houtjes hakte, ontging me geen detail. Daarom weten kinderen alles van hun ouders: het observatievermogen staat altijd aan, ook al kijken ze niet.
Onder in de kolenkachel legde mijn vader proppen krantenpapier, daarop de gehakte houtjes en als de vlam er lekker in zat een eerste hoeveelheid antraciet. Drietjes moesten het zijn, elk jaar besteld bij de kolenboer die mijn moeder met angst en beven zag komen. Alles aan het grote lijf van de kolenboer gaf inktzwart gruis af en de gang was nauw.
Ik hak geen houtjes voor mijn kachel. De hakhoutjes koop ik in de supermarkt. Kolen stook ik niet, nooit gedaan. Wel wordt de basis van het houtvuur nog altijd gevormd door proppen van oude kranten. Ook daarom zal de gedrukte krant altijd blijven. Een online pagina kun je niet aansteken.
Het hout wordt geleverd door een bedrijf in het dorp: grote blokken eikenhout van vijftig centimeter zijn het. Elke dag loop ik naar beneden om er een stuk of vijf van de stapel te halen. Het houtbedrijf heeft mensen in dienst die formidabel kunnen stapelen. Aan de vorm van het blok zien ze of het in de lengte of in de breedte moet worden gelegd. Ik heb dat talloze keren bestudeerd.
Ook bestudeerde ik onlangs een houtkachelsite. Nu heb ik een goed geïsoleerde open haard waarin de kachel staat, met een schoorsteen om je vingers bij af te likken, dus wie zal mij wat vertellen over milieuvriendelijk stoken? Die site dus. Van het meeste wat ik deed deugde niks. Met name de techniek van aansteken was fout. Men adviseerde de Zwitserse methode: leg de grootste blokken onderop, daarna de middelgrote en het aanmaakhout plus de krantenproppen daar weer op.
Ik dacht aan mijn vader die nu tweeëndertig jaar dood is en schudde mijn hoofd. De aanmaakhoutjes gaan onderop.
Uit respect.