Ik zag een clipje online van een vrouw die Martine van der Velde heette. Geïnteresseerd geraakt door een hoogst merkwaardig accent besloot ik haar op te zoeken en vond haar op de site van de Tweede Kamer. Van der Velde blijkt al een dag of vijftig namens de PVV in ons parlement te zitten en ik durf hier de stelling aan: nimmer is het Nederlandse volk vertegenwoordigd door iemand die zo manifest ‘intellectueel uitgedaagd’ is. Op de site vond ik onder het kopje ‘biografie, onderwijs en loopbaan’ een vorm van een loopbaan (‘ik ben vrijwilliger geweest bij de PVV’) en een soort biografie (‘in de verhalen van mijn moeder over vroeger hoorde ik grote verschillen met hoe het nu gaat’). Tot zover de biografie.
Onderwijs ontbrak.
Dit verbaasde me niet. Ik vermoed dat een klas met Martine van der Velde erin geen lang leven beschoren zou zijn. Er zouden te veel medeleerlingen en vooral docenten voortijdig moeten worden afgevoerd wegens aanvallen van schreeuwen, het trekken van een holle rug en ongecontroleerd met armen zwaaien en benen trappen. Intussen keek Martine van der Velde verbaasd toe hoe snel haar omgeving als het ware leegbloedde. Om haar heen bleef slechts leegte over. Zo kwam ze bij de PVV terecht.
‘Mijn politieke interesse ontstond toen ik merkte dat Nederland achteruitging.’
De politieke interesse van deze Groningse vrouw die zich uit in een onnavolgbare tongval, een kruising tussen Gronings en Tilburgs, heeft het volgende streven tot gevolg.
‘Ik wil dat de Nederlander weer op één komt.’
Dit is natuurlijk een utopie, want op één staat al jarenlang Queen met ‘Bohemian Rhapsody’. Daaraan kan geen Nederlander tippen.
Uiteraard is de vrouw verongelijkt en ongehoord tegelijkertijd.
‘Ik heb dertien jaar op een wachtlijst gestaan voor een andere woning. Wanneer houdt dat eens op?’
Dat is heel eenvoudig, Martine. Dat houdt op na dertien jaar. Je zei het net zelf.
De kwintessens van het betoog van Martine van der Velde in de Tweede Kamer draaide om de NPO. Die was niet divers genoeg, want er was te weinig aandacht voor de ongehoorde Nederlander. Luisterend naar Martine van der Velde dacht ik: blij toe. Maar hardop zeg ik dat natuurlijk niet.