‘Verrader,’ siste Wilders tegen Sigrid Kaag aan het slot van hun ‘debat’ op NPO 1. Ze probeerde haar betoog af te maken.
‘Verrader,’ lispelde hij er weer doorheen. Ze legde uit dat ze als minister van Buitenlandse Zaken op een diplomatieke missie was en dat het slagen daarvan belangrijker was dan het niet dragen van een hoofddoek.
‘Verrader,’ siste Wilders weer. Kaag werd zichtbaar razend. Ze realiseerde zich nog niet dat de hork tegenover haar met zijn eeuwige racistische riedels, haar zojuist een dienst had bewezen die haar zetels zou opleveren.
Op de verkiezingsdag zelf twitterde onze voormalige ‘Man in Teheran’ Thomas Erdbrink dat Wilders als kamerlid ook in Iran was geweest waar hij zich keurig aan alle regels had gehouden: wel de ayatollahs een hand geven maar niet de vrouwen. Hij had niet gefloten op straat, geen alcohol gedronken en afgezien van homoseksuele praktijken.
Wilders is natuurlijk een hypocriet wiens karakter er door zijn isolement niet op vooruit is gegaan. Toch schrik ik altijd nog van zoveel opgekropte haat die er in één keer uitkomt. Lijfelijk geweld is dan niet ver weg. De man deed net alsof hij het met zijn hoofddoeken-statement opnam voor de vrouwen, maar als Kaag een man was geweest zou hij nooit tot dit slangengedrag zijn gekomen. Kijk maar eens hoe goed hij het privé kan vinden met Mark Rutte, een man zonder vrouw – en zonder eigenschappen – naar zijn hart. Met zo iemand kan je ten minste lachen.
Het Wilders-racisme, elke vorm van racisme, gaat altijd samen met misogynie. Vrouwenhaat is de motor van woedende mannen die denken dat een woord als kopvoddentaks een taalkundige vondst van jewelste is.
Inderdaad kostte zijn gedrag Wilders zetels, is mijn analyse, en bezorgde het Kaag flinke winst.
Politiek is een rationeel vak dat voor een deel bestaat uit het kanaliseren van emoties. GroenLinks Amsterdam beheerst dat aspect niet. De ideologie schreef windturbines in onze achtertuin voor. Op de emoties hadden ze niet gerekend. Het terugblazen kwam te laat. Zo raakt Klaver zijn positie kwijt dankzij de collega’s in Amsterdam. En bedankt.