In sommige boeken die ik lees speelt het platteland een rol. Sir Emsworth van Blandings Castle, in een legendarische serie van P.G. Wodehouse, is trots op zijn prijsvarken de Keizerin van Blandings, die vrijwel altijd de eerste plaats inneemt op het jaarlijkse plattelandsfestival. Daar worden ook rozen bekroond, dahlia’s, chrysanten en andere bloemen. Groenten strijden mee om de eer, evenals stieren, konijnen en parelhoenderen.
Ik lees nu een boek van Anthony Trollope waarin de negentiendeeeuwse kasteelheer op een namiddag in de herfst wordt aangevallen door zijn stier. Hij is daarover verontwaardigd want hij heeft de stier nog nooit een kwaad woord toegevoegd. Altijd vriendelijk met het beest in gesprek. ‘Hoe gaat het? Last van de regen? Wil je al naar de stal? Laat maar weten, jongen.’ Dat soort monologen steekt hij af. Toch moet hij op de loop. Het is dat een buurjongen het weiland in rent om de stier af te leiden, anders was het slecht afgelopen met de kasteelheer. Overigens neemt hij het dier niks kwalijk. Hij wijt diens plotselinge woede aan een rode zakdoek in zijn achterzak.
Mijn buurman in Frankrijk heeft vijftien koeien en een stier. De kalveren die de koeien werpen zijn voor Parijse slagers. Niet dat ze meer geld opleveren omdat ze door de moeder in alle vrijheid worden gezoogd, de kiloprijs van de koeienindustrie geldt ook het biologische kalfsvlees. Dat de groothandel daar wel bij vaart is het lot van de boer. Overdag werkt hij in de deurenfabriek in het dorp en zijn vrouw in het verzorgingstehuis. Als ze thuis komen gaan ze naar de beesten en buigen ze zich over de planten in de moestuin. Om negen uur ’s avonds, als wij nog buiten aan tafel zitten, gaan bij hen de lichten uit. Alleen voor de oppervlakkige waarnemer is het een romantisch bestaan. Toch zijn ze niet ontevreden. Dit is het leven dat ook hun ouders en grootouders hebben geleid. Zij hebben het beter omdat ze naast de boerderij ook ander werk hebben. De beesten zijn behalve middel van bestaan, ook deel van hun boerderij.
Van de mensen die wij hier boeren noemen, die op hun tractoren snelwegen bezetten, is het maar de vraag of ze ooit een varken van dichtbij hebben gezien, tenzij als parmaham in de koeling van een Italiaanse supermarkt aan het Gardameer.