In mijn vorige stukje hier vroeg ik me af hoe Nescio met zijn vrienden via de Oranjesluizen naar Noord was gelopen. Ik snapte niet hoe hij op Zeeburgereiland was gekomen. Een lezer vertelde dat er vroeger een sluis en een brug waren bij het Nieuwe Diep over het Merwedekanaal, dat nu onderdeel is van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Andere lezers sprongen op bij het woord Oranjesluizen. Men vroeg zich met enige verontwaardiging af waarom die overgang al zo lang dicht was zodat wij, in tegenstelling tot Nescio, niet via die sluizen naar Noord konden lopen.
Het lopen over sluizen betekent sowieso opwinding voor wandelaars, merkte ik bij het ter sprake brengen van het onderwerp. Men stelde zelfs een boekje voor met Nederlandse sluizen waar je overheen kan lopen.
Ik pakte de telefoon, zette mijn journalistieke pet op en belde met Rijkswaterstaat.
Les 1: nooit het algemene nummer bellen.
Ik kreeg een mevrouw die vroeg: ‘Waar zijn die Oranjesluizen?’ Ik legde het uit.
‘Sorry, ik zet u even in de wacht.’ Daarna las ze voor wat ik al op de website had gezien.
‘Dat is, zeg maar, het antwoord,’ zei ze tot besluit.
Ik belde een ander nummer, dat van de persdienst van Rijkswaterstaat.
Men had het over de ‘nieuwste eisen van veiligheid’.
Daarna viel het woord ‘noodstopfunctie’.
‘Dit is een noodgeval, waar blijft die fucking ambulance,’ zong ik.
‘Pardon?’ zei de meneer. Ik zei dat er een lied bestond dat ‘Noodgeval’ heette, van Goldband.
‘Vervanging en renovatie van de Oranjesluizen zijn in het programma opgenomen,’ zei de man die de jaartallen 2025 of 2026 noemde.
‘Maar u kunt beter bellen met Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, die weten dit.’
Dat klopte. De man die het wist heette Kevin Basari en hij had uitstekend nieuws.
‘Het probleem van de noodstop op de Willem-Alexandersluis is opgelost,’ zei hij.
‘We treffen ook aanvullende maatregelen om passanten te waarschuwen voor mogelijk beknellingsgevaar.’
Alleen al het woord ‘beknellingsgevaar’ deed me huiveren. Ik begreep dat beknelling te allen tijde vermeden moest worden. Daartoe moest ook het personeel weer alert zijn en weten hoe te handelen in noodgevallen.
Het slot van het bericht van meneer Basari was uitermate hoopvol: ‘De verwachting is dat we de wandelroute aan het eind van dit kwartaal (maart) kunnen heropenen.’