Henk Schiffmacher (67) is selfmade kunstenaar en de beroemdste tatoeëerder van Nederland. Hij tekende tattoos voor bandleden van de Red Hot Chili Peppers en Pearl Jam, Nirvana’s Kurt Cobain, Lady Gaga en Anouk. Hij exposeert over de hele wereld, eind deze maand is zijn werk te zien in Taiwan. Met zijn vrouw Louise van Teylingen – ‘een leven zonder haar is niet echt denkbaar’ – woont hij aan de Weesperzijde. “Ik hou van rechtdoorzee, kan niet tegen flauwekul of prietpraat.”
Wie ben je?
“Nou, dat is wel een hele persoonlijke vraag. Daar heb ik eigenlijk nooit zo goed over nagedacht. Ik ben eigenlijk een soort van wandelende damestas. Alles zit erin, maar je kunt niet goed vinden waar. Het is een hele chaos in mijn hoofd van dingen waar ik me mee wens te bemoeien en niet mee wens te bemoeien. Ik denk dat als ik terugdenk aan hoe het zo is ontstaan, dan denk ik dat het gepest van de leraren op de lagere school van een dyslectisch kind absoluut een vormgever is geweest. Daarom ben ik zo’n plaatsjesdenker en in die beeldwereld terechtgekomen. Ben ik de bruut die ik lijk te zijn? Nee, maar ik hou van rechtdoorzee, kan niet tegen flauwekul of prietpraat.”
Volkskunst
“Ik heb het erg naar mijn zin. Ik ben 67, en het is overdreven gezegd een leuke missie geweest. Ik doe nu wat ik altijd al heb willen doen.” Laat een prachtige vaas zien op zijn telefoon. “Ik ben met Delfts blauw bezig. Dit is niet zo’n Marcel Wanders die op de computer gemaakt is, dit is echt. Met computers vermoord je volkskunst, de primitiviteit help je ermee om zeep.”
Spiegel
“Eigenlijk heb ik bedacht dat ik wel heel erg oud zou willen worden. Ik heb het voordeel dat ik geen spiegelkijker ben. Ik kijk nooit in de spiegel. De laatste keer dat ik dat deed lag er nog een berg cocaïne op, en daar ben ik mee gestopt. Mijn vrouw zegt: ga voor de spiegel staan, zo kan je niet naar buiten, ik kan nergens met jou naar toe. Een leven zonder Louise is niet echt denkbaar. We hebben erg veel plezier met elkaar en kunnen erg goed reizen. Naarmate ik ouder word, word ik steeds meer overvallen door dat Wolkersgevoel van dat spuugbeestje. Door zachtheid en weemoedigheid. Ach, geen slechte eigenschap.”
Cocaïne
“Drugs kunnen ontzettend leuk zijn. Als je het in microhoeveelheden gebruikt kun je daar de rest van je leven plezier van hebben. Daar moeten we niet te ingewikkeld over doen, ik krijg al een heel pak drugs van de cardioloog en heel Amerika is verslaafd aan voorgeschreven drugs. Soms gebruik ik nog, laatst kreeg ik toevallig iets van sublieme kwaliteit. Cocaïne was by far mijn drug. Ging ik lekker de hele nacht zitten tekenen en schilderen. Wat je dan wel moet doen – dit is een aanrader voor de dames en heren die willen gaan schilderen met cocaïne –, je pakt meerdere doeken tegelijk. Want je kunt verloren raken in één doek en dan verniel je wat je aan het maken bent. Cocaïne gaat over macht. Mijn vrouw zegt: een leeg doek is het geilste wat er is. Dat klopt. Het avontuur begint bij een leeg canvas.”
Tattoo-koning
“Koning ben je voor het leven hè. Haha. Ik heb het zelf niet bedacht. Af en toe doe ik het nog, maar dan moet het mijn verhaal zijn. Toen ik begon was het een cultuur van hoeren, zeelui en criminelen. Nou, ik mis ze hoor. Nu komt iedereen erom. Ik heb wel eens gezegd: ga maar weg, dit doe ik niet. Dan wil een meisje, ik noem maar wat, breathe, dus haal adem, op haar hand. Ze zegt: ja, ik ben nu 19 en heb er goed over nagedacht. Daar geloof ik dus helemaal geen fuck van. Wat is dat voor een boodschap aan jezelf die je ziet bij alles wat je doet? Het zijn van die halve tegeltjeswijsheden. Er is een bepaalde illusie die nu rondwaart, vind ik. Mensen die hun eten niet opeten maar fotograferen. En allemaal dezelfde neus hebben en met zulke lippen op een terras zitten. Dat hele gebeuren is gebakken lucht en een soort toren van Babel die toch een keer in elkaar lazert. En ze hebben allemaal het idee dat ze speciaal zijn.”
Invloed
Nou, ik heb natuurlijk wel dingen gemaakt die van groot effect zijn geweest, die invloed hebben gehad op de hele tattoo-cultuur. Zoals bijvoorbeeld die Amerikaans-indiaanse vogel op de rug van Anthony Kiedis, zanger van de Red Hot Chili Peppers. Dat is dan wel leuk. De laatste tijd zijn we erg bezig met Berbertatoeages. Er is een jonge groep Berbers die in Nederland woont die het leuk vindt iets van hun eigen cultuur te hebben. Die revivals zijn heel erg van de laatste jaren. We hebben nu op de Ceintuurbaan een soort familiebedrijfje. Mijn dochter zit er, mijn andere dochter helpt een beetje, en Tycho Veldhoen met wie ik samenwerk heeft ook z’n zoon in de zaak werken. Ik kom er nog alle dagen, van 11.00 tot 15.00 uur. Meestal lopend.”
Geen tandartsassistent
“Ik denk dat ik heel erg trots ben dat ik, na acht jaar lagere school waarna ik verplicht werd om technisch onderwijs te gaan doen en ze me huisschilder hebben proberen te maken, ontsnapte aan dat protestantse juk van Harderwijk en naar de stad ben gegaan. En langzamerhand een ander leven ben ingeslagen. Maar ik ben er vooral trots op dat mijn dochters Morrison en Texas geen advocaat of tandartsassistent zijn geworden. Dat het twee creatieve meiden zijn die met hun beide benen in de Amsterdamse samenleving staan, met een enorme vriendengroep van mensen uit allerlei lagen en kleuren, de hele fuckzooi dwars door elkaar. En daarnaast ook nog oog voor het milieu hebben. Daar ben ik trots op, op die twee wijven.”
Weesperzijde
“Ik leef vrij kort en klein, hou niet van verrassingen, ga niet graag naar verjaardagen, hoeveel ik ook van mensen hou. Voor drank wil ik ook niet ver. Drank wil ik gebruiken in de nabijheid van mijn veilige haven. Dan stuiter ik desnoods op mijn tandvlees naar huis, haha. Hier bij Hesp kom ik bijna dagelijks. Dat kan om allerlei redenen zijn, bijvoorbeeld voor een backgammontje met mijn vrouw. Dit is natuurlijk een prachtig stukje Amsterdam. Al kreeg het wel een beetje op z’n sodemieter in de zomer, we hebben een zeiktijd achter de rug. Honden mogen niks meer, ze sturen een soort van handhaving in de leer op je af die de ene bekeuring na de andere uitschrijft. Klagers zijn vaak mensen die ongelukkig zijn met de plek waar ze wonen, heb ik weleens van een agent gehoord.”