Annabel Nanninga (1977) is columnist en journalist. Via bloggen en internetfora ging ze schrijven voor nieuwssites als GeenStijl en ThePostOnline. Als opiniemaker is ze steeds vaker op tv, en afgelopen winter haalde ze glansrijk de finale van De Slimste Mens. Ze is niet bang om haar mening te geven, maar betaalt daar wel een prijs voor. “Het is mooi geweest hier in Amsterdam.”
Jaren tachtig
“Ik ben opgegroeid in de Dapperbuurt, met mijn ouders en jongere broertje op drie hoog. Het waren de jaren tachtig: veel junks, krakers en woningen in slechte staat. Oude Amsterdammers waren uitgeweken naar Purmerend en Almere. Op de etages kwamen grote allochtonengezinnen wonen. Met vriendjes speelde ik urenlang buiten, fikkie stoken en snoep kopen. Jeugdland heette Jongensland, we bouwden er hutten met hamers, spijkers en zagen. Het was nog niet zo tuttig allemaal, je raakte ook wel eens gewond. Het was een rare tijd, we kregen heel politiek correcte lessen op school. Dat vond ik toen niet, dat constateerde ik later.”
Keerzijde
“Nu wordt de buurt gegentrificeerd, de appartementen van vroeger zijn starterswoningen geworden. Er is gezeik met allochtonenjongens, ik word uitgescholden, mijn dochters uitgefloten. Die keerzijde is er wel. Als je op een bepaalde manier opvalt, is het niet meer heel leefbaar. Ik zou hier niet als orthodoxe jood over straat gaan. En hand in hand lopen kan Alexander Pechtold op het Binnenhof doen, maar in veel buurten in Oost kunnen homo’s dat niet. Mensen staren zich blind op de hippe muntthee- en gintoniczaakjes, maar er is een flinke intolerante keerzijde.”
Wangetjesknijpracisme
“De islam is de moeder aller problemen wat betreft nieuwkomers en integratie. Waar het echt fout gaat, is als bepaalde rechten en vrijheden actief door volksvertegenwoordigers en media worden ondermijnd. Destijds zijn de christelijke instellingen door álle cabaretiers – van Youp en Freek tot Theo Maassen – helemaal in een hoek geschopt. Dat was nodig, je moet altijd schoppen tegen de macht. Ik schreef er ook over, maar heb daar nooit gezeik mee gekregen. Maar trek een keer je muil open over de islam… Nu zie je dat zelfs mensen als Theo Maassen zich ineens politiek correct gaan uitspreken. Het is wangetjesknijprascisme: katholieken mag je keihard aanpakken, maar die arme kwetsbare allochtoontjes zouden er niet tegen kunnen. Daar worden ze ook in gefaciliteerd. Precies in die ruimte, tussen mensen die zeggen ‘tot hier en niet verder’ en mensen die zeggen ‘ach’. Dat is waar het gedijt.”
Munttheebrein
“Het is waar ik me oprecht druk over maak. En waar ik oprecht verbaasd over ben. We moeten niet overdreven alarmistisch zijn, maar we moeten ook niet doen of allemaal goed gaat. Als je iets zegt word je al snel racistisch of islamofoob genoemd. Waarom ik me dan zo uitspreek, ik weet het niet. Ik kan aardig schrijven, wil wel graag een punt maken en kunnen zeggen wat ik wil. Ik hou van harde humor. Het gaat mij niet om het provoceren, ik vind het gewoon op dat moment relevant, of grappig. Een bakfietsmoeder ‘munttheebrein’ noemen, ‘dobberneger’ heb ik ooit bedacht. Zo doe ik dat, het is mijn stijl.”
Niet oké
“Ik ga weg uit Amsterdam. Ik hoef niks te bewijzen door zelf gevaar te lopen. Ik let op de hangjongens op het plein, overweeg of ik een andere weg moet nemen en waar de auto kan staan. Als ik wat langer weg ben dan normaal, stuur ik een appje naar m’n vriend, of hij belt me om te vragen of het goed gaat. Dat is niet oké. Ik wil er niet zielig over doen, ik voel me geen slachtoffer. Ik snap ook wel dat wat ik doe reacties oproept, ik snap ook dat mensen me niet aardig vinden om wat ik zeg. Maar het maakt wel dat ik denk: het is mooi geweest hier in Amsterdam.”
IJburg
“Nee, o nee. Dat vind ik een soort reserve-Almere. Het is niet sfeervol, en mensen lijden er heel erg aan dat ‘ja maar je zit binnen een kwartier op het centraal station’-complex. Ik hou überhaupt niet van nieuwbouwhuizen. Ik moest zo lachen om die bewoners over de komst van asielzoekers: ‘ze zijn wel welkom maar niet bij ons’. En: ‘wij willen alleen gezinnen’. Dat zijn echte nimby’s. Als ik dan in de verkiezingsuitslagen zie dat er op IJburg overwegend GroenLinks en D66 is gestemd, vind ik dat wel poëtisch. Daar schrijf ik dan een stuk over.”
Nescio
“Mensen in Oost moeten allemaal de boeken van Nescio lezen. Het zijn mijn lievelings, vooral Titaantjes, waarvan een beeldje in het Oosterpark staat. Als je door de buurt loopt, kun je wat hij beschrijft nog steeds terugzien. Het is een soort extra laag die je, eenmaal opgevallen, nooit meer niet kunt zien. Als je het hebt gelezen, vind je het leuker hier. Je moet altijd meer weten over een plek, vind ik.”