De Jas

Frank Lammers: ‘Ik ben gewoon een boer van buiten’

Frank Lammers (Mierlo, 10 april 1972) is een Nederlands acteur in films, televisieseries en op het toneel. Hij speelt Michiel de Ruyter in de gelijknamige film en is sinds kort een vast gezicht in de Jumbo-commercials. Hij woont met vrouw en kinderen in de Pasteurstraat in Watergraafsmeer.

Hoe lang woon je al in de Pasteurstraat?
“Dat weet ik precies, want ik ben er gaan wonen vlak nadat mijn dochter geboren is. Tien jaar en een beetje.”

Waarom ben je er gaan wonen?
“Het is een heel mooi huis, heel groot ook. Het stond al lange tijd te koop, niemand wilde het hebben. Ik kwam er langs en zag het licht. Geen moment spijt van gehad. Ik vind de Watergraafsmeer een heel prettige buurt.”

Waarom?
“Omdat het van alle wijken binnen Amsterdam nog het meest op een dorp lijkt. Ik ben natuurlijk gewoon een boer van buiten en die vinden het heel plezierig om de mensen in hun omgeving te kennen. Ik vind het prettig dat als ik naar de slager ga dat die dan dingen aan me vraagt. Dat heb ik in deze buurt. Vroeger zat hier slagerij Mulder, dat was geweldig want daar kon ik op maandag over voetbal praten. Een heerlijke tijd, want het was in de tijd dat het nog echt goed ging met PSV en ze altijd landskampioen werden.”

Naar welke slager ga je nu?
“Ik ben heel erg van de slagers, daar houd ik van. Op de Pretoriusstraat zit een nieuwe limousin-slager (France Limousin Slagerij Poldervaart), daar zitten twee Brabantse jongens in en ze verkopen er de lekkerste worstenb¬roodjes. Dus als ik nu heimwee heb naar Brabant kan ik daar naartoe gaan.”

Heb je veel heimwee naar Brabant?
“Daar moet dit gesprek helemaal niet over gaan, bovendien heb ik net carnaval gevierd dus. Brabant moet hier verder buiten blijven, anders krijg je weer commentaar uit de buurt.”

Wat zijn je favoriete plekken in de Watergraafsmeer?
“Ik kom graag bij Grand Café Frankendael tegenover het Christiaan Huygensplein aan de Middenweg. Toen ik hier pas woonde kwam hier niemand, je zag ex-bokser Rudi Koopmans zitten, maar verder weinig mensen. Tegenwoordig zit de loop er weer in. Persoonlijk vind ik dat wel jammer. Ik hou van lekker rustig en gebruik het vooral als kantoor. Als ik iets te bespreken heb ga ik naar Frankendael. Ik ging ook wel eens naar 1900, maar dat is verdwenen.”

En verder?
“Jezus, wat is dat moeilijk zeg, over je buurt praten. Wat moet ik er mee? Nou ik vond de Toverlantaarn een hele fijne plek voor de kinderen. Tegenwoordig zitten ze op de Vijfde Montessorischool, dat is echt nog een schoolgebouw zoals een schoolgebouw in mijn ogen moet zijn. Ouderwets met een grote speelplaats. En verder kan ik niet wachten totdat de tennisbaan aan de Middenweg weer open gaat. Wat me verder nog opvalt is dat de Watergraafsmeer een absurd blanke buurt is, hoewel dat in mijn geval nog wel een beetje wordt gecompenseerd doordat ik tegenover de Surinaamse kerk woon.”

Het oude stadion van Ajax, ‘de Meer’, ben je daar ooit geweest?
“Ja, ik vond het een leuk stadion. In die tijd, ik woonde in het centrum, vond ik Watergraafsmeer en Diemen nog wel een teringeind reizen. Ik herinner me de wietluchten, het was heel gezellig. Laatst werden er op een zondag wedstrijden gespeeld in de stadions van SC Cambuur en Go Ahead Eagles, dat vond ik prachtig. Zo gezellig, voetbal zoals voetbal bedoeld is. Vooral dat stadion van SC Cambuur met op de achtergrond zo’n woonwijk. Heel wat beter dan een betonnen bak als de Amsterdam Arena, hoewel daar, en dat moet ik echt toegeven, tegenwoordig wel sfeer kan hangen. Ik was er een paar jaar geleden bij de kampioenswedstrijd tegen FC Twente, het was een uur voor de wedstrijd al heel duidelijk dat FC Twente daar niet ging winnen. Maar om op je vraag terug te komen: ik vind het jammer dat ‘De Meer’ weg is, want ik hou van stadions in de buurt. In Newcastle hebben ze dat ook.”

Ken jij je buren?
“Ja, die ken ik wel, maar ik ken ook buren niet. Aan de linkerkant wonen studenten, dat wisselt zo snel dat ik het niet kan bijhouden. Wat ik mooi vind in deze buurt is de viering van Koninginnedag, sorry Koningsdag. Met z’n allen dronken worden op straat, daar ben ik wel van. Ik hou van het buurtleven. Er is natuurlijk een ding gaande in de maatschappij dat we met z’n allen af willen van dat massale, dat grote. Ik denk dat we met deze buurt vooroplopen om het kleine weer te waarderen. Met de winkels op het plein (het Constantijn Huygensplein) gaat het ook weer beter sinds de nieuwe broodwinkel (Brood) er zit. Mijn favoriet is overigens de haringman in het betonnen keetje, die uit principe alleen haring en geen andere vis verkoopt.”

Lees ook onder anderen Eric Corton en Henk Spaan in De Jas.