“Heroïsche vormen, heroïsche vormen…,” mompel ik in mijzelf. Het zelfbouwen begint heroïsche vormen aan te nemen. Ik ben op de terugweg van een excursie naar het Amstelkwartier. Een van de mooie aspecten van mijn aanstelling als architectuurcriticus van de Brug is dat ik de stad tot in de verste uithoeken leer kennen. Zaterdagochtend vroeg, de zon net op, ben ik met de auto op pad gegaan naar het Amstelkwartier. Ik ben nieuwsgierig naar deze nieuwbouwlocatie sinds een bevriende architect mij vertelde over zijn plan om zijn huis aan de goudkust in IJburg te verruilen voor een huis in het Amstelkwartier. Mij is verteld dat het ergens tussen De Omval en de Bijlmerbajes moet zijn, in de buurt van het Waternetgebouw.
Het iconische Waternetgebouw zie je van een afstand staan, een kaart of navigatie heb ik dus niet nodig. Na het Pieter Nieuwland College drie keer uit verschillende richtingen gepasseerd te zijn vind ik mijzelf terug op een doodlopende weg langs een spoorlijn in Duivendrecht. Aan de andere kant van het spoor zie ik in de verte het Waternetgebouw. Dankzij mijn doorzettingsvermogen, en de aanwijzingen van een verkeersregelaar bij een van de vele wegwerkzaamheden (“je moet achter de Kwik-Fit zijn”) sta ik eindelijk voor een rijtje huizen in het Amstelkwartier.
Het Waternetgebouw vult de skyline. Drie huizen zijn bewoond, andere staan in de steigers. Onmiskenbaar zelfbouw: kavels van zes meter breed en twaalf meter diep met een achtertuintje, elk huis compleet verschillend. Een van de huizen is twee keer zo hoog als zijn buurman. Ik tel zeven bouwlagen van meer dan gemiddelde hoogte. Dit huis moet bijna 25 meter hoog zijn! Het huis ernaast met vier bescheiden bouwlagen lijkt een dreumes. Fantastisch! Belgische toestanden!
Ik ben nieuwsgierig naar dit torenhuis. Een fiets met een kinderzitje hangt tegen een bouwhek. Twee scooters en een oude zwarte Jaguar staan pal voor het huis geparkeerd. Nadere inspectie van de gevel leert mij dat er smalle strookjes natuursteen op gezet zijn. Een subtiel detail dat ik ooit gezien heb op een gebouw uit de jaren dertig van de Italiaanse architect Terragni. Ik kijk bij de voordeur naar binnen en zie achter in het huis een kind aan een tafeltje zitten met een potlood in de aanslag.
Zo te zien wordt het huis door één familie bewoond. Op de bovenste twee etages is een penthouse gemaakt. Door een gigantisch raam zie ik een sierlijke wenteltrap naar de bovenste verdieping en het dakterras. In het penthouse vermoedelijk een kantoor aan huis. Of een gymzaal met jacuzzi. Veel glas, veel uitzicht. Uitzicht op de Bijlmerbajes, maar wat maakt het uit. Het zelfbouwen begint heroïsche vormen aan te nemen. Dit huis, en de lef om het neer te zetten in deze uithoek, vind ik minstens een acht waard.
Reacties zijn welkom: jved@dorensarchitects.nl.
Van Erven Dorens geeft een cijfer.
Welke gebouwen geven kleur aan Oost? Architect en schrijver Jan van Erven Dorens beziet de stad met de blik van een kenner en velt zijn oordeel. Kijk maar.
Lees hier de andere beoordelingen.