De Jas

Erwin van de Pol: ‘Watergraafsmeer is enorm inspirerend, juist omdat er veel geschiedenis is’

Hij schrijft verhalen, praat op de radio over sport en daarnaast is Erwin van de Pol ex-diplomaat, organisatieadviseur en universitair docent.

Over de plek waar de foto moet worden genomen hoeft Erwin van de Pol niet lang na te denken. De poort van Park Frankendael aan de Middenweg. Later, op het terras van restaurant Merkelbach, zal hij vertellen dat het hout aan het rotten was en dat de poort dankzij zijn inspanningen in 1998 volledig is gerestaureerd en in oorspronkelijke staat is teruggebracht.

Als hij de jas heeft uitgedaan zal hij vertellen dat hij met grote regelmaat in Merkelbach komt. “Ik woon hier tegenover en ken de mensen hier dus vrij goed. Daarnaast is mijn oudste dochter hier een jaar terug getrouwd, en heeft mijn jongste dochter hier jarenlang gewerkt. Tot slot ben ik onlangs ‘een soort van met pensioen gegaan’, administratief dan. Ik blijf doen wat ik doe, maar dat moment markeerde ik hier. Maar vooral is het natuurlijk een hele mooie plek.”

Een contrast met de Middenweg, waar auto’s af en aan rijden en lijn 19 elke tien minuten voorbijraast.
“Ooit schreef ik het gedicht Midden weg:

Een weg meer midden 
dan de Middenweg
middelt er niet.
Meer gegraven water 
in de Watergraafsmeer
is wat je ziet.

Je bent een man van vele talenten. Schrijven, praten, dichten dus ook, en diplomaat. Wat ben je het meest?
“Laatst heb ik een lintje gekregen vanwege de veelheid aan activiteiten die ik doe. En die veelzijdigheid wil ik er eigenlijk wel in houden. Ik werd Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en was eerst verbijsterd en had er als republikein eigenlijk niks mee. Maar later had ik een gevoel van trotse ongemakkelijkheid.”

Schrijven doe je al je hele leven.
“Op de middelbare school schreef ik voor de schoolkrant en momenteel onder meer voor JOOPHard Gras en Hollands Maandblad. Ik sta in hun komende jubileumnummer voor het 65-jarige bestaan.”

Sommige verhalen spelen zich ook hier in Watergraafsmeer af.
“Deze buurt is enorm inspirerend, juist omdat er zo veel geschiedenis is. Neem het prachtige erkertje op de hoek Hogeweg-Bredeweg. Daar kwam de talentvolle Ajaxjeugdselectie (Cruijff, Keizer, Suurbier) begin jaren zestig bij elkaar in het huis van coach Jany van der Veen. Daar gaat één van mijn zestien verhalen in Hard Gras over. Vanmorgen liep ik met een fotograaf van Panenka Magazine door de straten waar vroeger stadion De Meer stond. Voor dat blad, een alternatief voetbaltijdschrift, heb ik een verhaal geschreven over de bruggen daar die vernoemd zijn naar oud Ajax-spelers. Volgens Wikipedia moest er een brug zijn voor Nico Rijnders, een speler die de Europacupfinale speelde tegen Panathinaikos op Wembley in 1971. We hebben de hele buurt doorkruist, maar hebben de brug niet gevonden. Wat op zich ook wel weer leuk is voor het verhaal. Toen het begon te gieten, gaven we het op.”

Heb je altijd wat met Ajax gehad?
“Ik ben geboren in IJmuiden en ben dus voor Telstar. Maar ik heb wel veel over Ajax geschreven. Het leuke is dat als ik vroeger naar Ajax-Feyenoord of Ajax-Telstar ging, dat we precies hier onze auto parkeerden. Zo is de cirkel een beetje rond.”
 
Wat heb je met het stadsdeel?
“Watergraafsmeer heeft een eigen karakter en een eigen geschiedenis. Of zoals een buurman van mij zei: je bent chic genoeg om hier te wonen en ordinair genoeg om heel veel vuurwerk af te steken.”

Waar eet je graag?
“Ik kwam er een paar dagen geleden achter dat Il Borgo op de Hogeweg is verdwenen, dat is oprecht jammer. Het was echt een fantastisch Italiaans restaurant. Bij Kediri op de Linnaeuskade halen we graag eten en ik eet vaak bij Elsa’s. Mosselen of een van hun vleesgerechten. Er hangt een aparte sfeer en Elsa’s is zo bijzonder omdat het niet zo bijzonder is. Een kroeg die is zoals je verwacht. Soms doe ik boodschappen bij Vomar en wil ik naar huis gaan, maar dan roept er iemand vanaf het terras. Dan schuif ik even aan.”

En verder?
Bij Dauphine. Fijne ambiance, en het is lekker anoniem. Ik zit daar vooral zakelijk en voor mensen die van buiten Amsterdam komen is het makkelijk parkeren. En het ligt aan het Amstelstation.”

Waar winkel je graag?
“Mijn kleding koop ik meestal in het buitenland omdat ik daar tijd heb en andere dingen kan kiezen. Voorheen kwam ik heel vaak in de Linnaeus Boekhandel. Niet zozeer om boeken te kopen, maar om te praten, en dan nam ik altijd wel een boek mee naar huis. Het was een beetje de ziel van de buurt voor mij en veel anderen. Het nieuwe management heeft al het oude personeel vervangen en ik gun ze het beste, maar als simpele organisatieadviseur zeg ik dat je iets niet goed doet als na een overname het hele personeel binnen een paar maanden weg is.”

Waar ga je naartoe als je de stad verlaat?
“Naar onze stek in de Zeeuwse duinen, net buiten Renesse. Mijn schoonvader heeft daar in de jaren na de Watersnoodramp een caravan neergezet op een prachtplek waar we nu een stacaravan hebben. Ik heb er goede wifi, ik kan er schrijven en als ik over het duin loop, ben ik in een minuut in de zee. Dan neem ik een duik en ik ga terug. En ja, dat is vrijheid. Maar vrijheid heb ik ook hier op het terras. Vrijheid is iets dat in je kop zit.”