Als een van de weinige Nederlanders kan hoedenmaakster Evelien Gentis-Smit terugkijken op een vrolijke Prinsjesdag. Menig Kamerlid en minister droeg een creatie van haar hoedenmerk Eudia op het hoofd.
Twee dagen na die derde dinsdag moet ze nog steeds een beetje bijkomen. “Het was zó leuk om mijn ontwerpen voorbij te zien komen!” De hoedenmaakster had de dagen ervoor tot middernacht moeten doorwerken om alles af te krijgen, zo veel bestellingen had ze.
Minister Schultz van Haegen kwam dit jaar voor de tweede keer en liet Gentis-Smit een zwarte hoed met brede rand ontwerpen. Ook staatssecretaris Wilma Mansveld droeg een zwarte Eudia. “Verder nog een aantal Kamerleden en ‘vrouwen van’.” Gentis-Smit kan niet al haar Prinsjesdaghoeden aanwijzen. “Met sommige klanten ben ik zo blij, daar wil ik discreet over zijn.”
Was zij het toevallig die de jagershoed voor Marianne Thieme bedacht? Nee, zegt ze resoluut. “Ik maak geen statementhoeden. Een hoed moet mooi en elegant zijn. De drager moet er mooier van worden en de outfit afmaken. Ik vind niet dat je dat met een statementhoed doet, dus die maak ik niet.”
Ze vertelt het vanuit haar winkel in de Eerste Oosterparkstraat, omringd door haar zelf ontworpen en met de hand gemaakte hoeden. De locatie in Amsterdam-Oost was haar eerste winkel annex atelier. Inmiddels is ze uitgebreid naar een tweede vestiging aan de Dennenweg in Den Haag, waar ze nu haar materialen en naaimachine heeft neergezet.
Gentis-Smit woont met haar man in de Watergraafsmeer. Ze studeerde antropologie en behaalde later een MBA. Al tijdens haar studie was ze bezig met hoedenontwerp, maar ze leerde het vak pas echt van een hoedenmaakster in Buenos Aires. Bij terugkomst in Nederland startte ze het merk Eudia (Gentis-Smits tweede naam, die in het oud-Grieks ‘mooie dag’ betekent). Dat is nu ruim drie jaar geleden.
Hoewel ze zelf bijna iedere dag in haar Haagse winkel zit, houdt ze de winkel in Amsterdam aan, verzekert ze. De locatie op de Oosterparkstraat wil ze restylen zodat hij meer overeenkomt met de stijl van de winkel in Den Haag. Nu wordt de ruimte vooral gebruikt voor hoedenpassingen in de avond en door stylistes die hoeden komen uitzoeken voor fotoshoots. “Het moet weer wat toegankelijker worden. Ik wil dat het een klein schatkamertje in Oost wordt.” Want het is geen winkelgebied, maar wel een toplocatie, vindt ze. “Je kunt hier parkeren, de metro komt hier uit.”
Bovendien gaat ze haar collectie uitbreiden. Nu verkoopt ze vooral dameshoeden, deze winter komen er mutsen van angorawol en mannenhoeden bij. “Een man met een hoed heeft wel iets sexy’s. Het geeft allure en brengt charisma met zich mee.” Eerder maakte ze alleen mannenhoeden op aanvraag.
Gentis-Smit verheugt zich erop. “Ik ben heel tevreden over waar het bedrijf nu staat. Maar ik wil wel blijven groeien. Dit is niet het eindstation.”