Nieuws

Dromen van een verticaal tuindorp: ‘Ook in een woontoren kun je dorps leven’

In de op hol geslagen woningmarkt lijkt het steeds meer ‘ieder voor zich’. Kopers bieden tegen elkaar op en huurders die eenmaal een betaalbare woning hebben, staan hun plek niet meer af. Is er op de woningmarkt nog ruimte voor nabuurschap en zorg-voor-elkaar? Volgens woonconceptontwikkelaar Naleye Buddista wel. 

Wonen in Amsterdam, betaalbaar, met veel groen en met buren die naar elkaar omkijken. Het klinkt als een tamelijk onhaalbaar ideaal. Toch is dit precies waar Buddista zich al twee jaar mee bezighoudt. Zijn droom: een prachtige woontoren van pakweg 100 meter hoog. Met tweehonderd appartementen, koopwoningen en betaalbare (sociale) huurwoningen door elkaar heen. Doordesemd van de ecologische kennis die de afgelopen jaren een opmars maakt in de bouwwereld. En voor elke bewoner een eigen balkonmoestuin. 

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, beaamt Naleye. “Maar waarom zou het niet kunnen? Als ik met familie en vrienden praat, willen ze dit bijna allemaal. Dan moet het te doen zijn!”

Samenleving 
Naleye Buddista werd geboren in Cambodja. Toen hij vijf jaar was verhuisde het gezin naar Somalië. Na zes jaar daar te hebben gewoond, kwam hij in 1974 via Milaan en Brussel in Leiden terecht. Nu woont hij al 36 jaar in Amsterdam. 
“De Nederlandse samenleving vind ik prettig. Mensen zijn open en ruimdenkend. Maar qua zorgzaamheid kunnen we veel van andere culturen leren. De Nederlandse manier van wonen is tamelijk individualistisch. Maar ondertussen gaan we naar een samenleving toe met steeds meer ouderen en zorgbehoevenden. Dat betekent dat we onze woonomgeving anders moeten gaan organiseren. Organischer, zou ik bijna zeggen.” 

Een paar jaar geleden begon het bij hem te borrelen toen hij ervaring opdeed met circulair ontwikkelen en bouwen. Ook kreeg hij in zijn privéleven te maken met zorgtaken. “Mijn moeder, die onlangs is overleden, is uiteindelijk 97 geworden. Ze woonde in Leiden. Een paar keer per week reisde ik met de trein naar haar toe. Dat deed ik met liefde, maar ik begon me wel af te vragen of het allemaal niet wat natuurlijker kon. Niet alleen als het gaat om mantelzorg, ook wat betreft delen, voedselproductie en buurtcohesie.” 
Zo ontwikkelde Naleye het idee dat hij tegenwoordig The Urban Tree Village noemt. “Als je de woonomgeving verandert, kun je ook de manier van leven veranderen. Wonen is heel bepalend voor je gedrag. In de jaren zestig bouwden we appartementenblokken zodat je niemand hoefde tegen te komen. Maar je kunt het ook omkeren: zelfs in een woontoren kun je dorps leven.”

Alles door elkaar 
Hoe verhoudt wonen in een hoogbouwcomplex zich met cohesie, dorpsheid en groen? “Het grappige is juist dat wonen in een toren daarvoor geknipt is. In de toren die ik wil bouwen kunnen een kleine 500 mensen wonen. Gezinnen, alleenstaanden en ouderen, alles door elkaar. En dicht op elkaar. En laat dit nou precies de schaalgrootte zijn van de tuindorpen die Amsterdam heeft. Deze worden geprezen vanwege het buurtgevoel. Gezellige pleintjes, tuintjes, een koffiehuis op de hoek. Dat soort dingen kunnen perfect in een toren.”

“Ik wil een community bouwen die voor zoveel mogelijk mensen aantrekkelijk is. Juist voor mensen die graag in de stad wonen. Dat kan een heel fijne community worden waar – net als vroeger in een dorp – iedereen zijn eigen plaats mag innemen. Waar je zelfstandig woont en privacy hebt achter je voordeur, maar waar je ook een praatje kunt maken zodra je naar buiten stapt. Ontmoetingsplekken binnen het gebouw zijn belangrijk.”

“Op de begane grond komt een kleine foodhall, die voor alle groepen uitnodigend is. Ook voor de buurt. Zie het maar als een gezellig dorpsplein. Hogerop in het gebouw komt veel groen. Bewoners hebben in het gebouw hun eigen moestuin. De tomaten en kruiden die ze over hebben, kunnen in de foodhall gebruikt worden voor de maaltijden. Er komen ook familiewoningen met een kangoeroe-element, zodat ouders, grootouders en kleinkinderen weer bij elkaar in de straat wonen.”

Het klinkt nogal idealistisch… “Dat valt wel mee, de plannen zijn inmiddels vergevorderd. Ik krijg bijna elke week wel berichten van mensen die belangstelling hebben voor The Urban Tree Village. Daarnaast zijn we in gesprek met ontwikkelaars en financiers. En omdat we ecologie en circulair bouwen belangrijk vinden, zijn er al samenwerkingsverbanden met instellingen op dit gebied.”

Energieneutraal
Een daarvan is AMS, het instituut dat duurzame en innovatieve stedelijke woonvormen onderzoekt. “Met hen onderzoeken we hoe we van The Urban Tree Village een energieneutraal en zelfvoorzienend living lab kunnen maken. Dat gebeurt in samenwerking met Wageningen University & Research en de Technische Universiteit Delft.”

Op de vraag of er al een locatie in beeld is, antwoordt Buddista: “In ieder geval in Amsterdam. Op dit moment kijken we naar Noord. De Buiksloterham is de meest innovatieve en duurzame wijk van Nederland geworden, en daar past ons concept goed. Bovendien zit onze stedenbouwkundige samenwerkingspartner daar ook, Space and Matter. Zij ontwierpen onder meer de drijvende woonwijk Schoon Schip. Die is op alle fronten een succes.”

Dit artikel is gepubliceerd in LEEF, woonmagazine van Amsterdam, editie 9.