Vanaf het IJsselmeer zetten jaarlijks duizenden schepen koers naar Amsterdam, zowel beroeps- als pleziervaart. Hoek van ’t IJ, zoals de vuurtoren voor Durgerdam heet, is voor veel schippers een geliefd baken. Als die in zicht komt, zijn ze bijna op hun bestemming.
De toren op het Vuurtoreneiland is voor landrotten goed te zien vanaf IJburg, vooral ’s avonds. Dan licht de enorme lamp elke vijfde tel (gedurende ongeveer vier seconden) zo helder op dat hij vanaf ruim 25 kilometer zichtbaar is. Voor insiders: het lichtpatroon is Oc WR 5s. Voor menig schipper is het een onmisbaar teken. Toen Rijkswaterstaat het vuurtorenlicht in 2004 doofde, stak er dan ook een storm(pje) van protest op, waarna het in 2005 weer werd aangestoken.
De huidige gietijzeren toren is bijna twintig meter hoog. Hij heeft vijf etages, waarvan alleen de bovenste gesloten is. Dat is het lichthuis. Van dichtbij is te zien dat de toren achtkantig is en dat is bijzonder. Waarom architect Van Loo dat zo heeft ontworpen is natuurlijk niet meer na te gaan. Het lijkt vooral decoratief. Op korte afstand is ook duidelijk dat het monument hard toe is aan een verse verflaag. Op veel plaatsen is het ijzer sterk verroest, de term ‘achterstallig onderhoud’ is hier een eufemisme. Omdat het terrein eromheen betrekkelijk leeg is, kun je het bouwsel van grote afstand goed zien. Veel schippers beschouwen het daarom ook overdag als een belangrijk baken op weg naar de haven van Amsterdam.
De vuurtoren van Amsterdam is een rijksmonument. Hij werd in 1893 gebouwd ter vervanging van een stenen toren die uit 1701 stamde. Inderdaad, zo oud is dit lichtbaken al. De eerste vermelding van een kustverlichting op deze plek dateert uit 1699, toen de Staten van Holland en West Friesland besloten dat ‘op het IJe-oort een lantaarn wierde opgeregt’. IJe-oort is de oude naam van IJdoorn, de polder naast het Vuurtoreneiland. Dat werd de eerder genoemde stenen toren. De lantaarns werden gemaakt door het Amsterdamse bedrijf van Jan van der Heyden, specialist in straatlantaarns en brandspuiten. De stenen toren stond overigens nog op het vasteland. Het huidige eiland is pas later ontstaan door het wegslaan van stukken land tijdens storm. De naam Vuurtoreneiland verschijnt aan het einde van de 19de eeuw voor het eerst op landkaarten.
Eiland
Het eilandje waarop de vuurtoren staat is nog geen twee voetbalvelden groot. Behalve de toren vind je er ook het huisje van de vuurtorenwachter, dat generatieslang bewoond werd door de familie Engel. Ook is er een verlaten en vervallen vesting, die hoort bij de Stelling van Amsterdam. Deze werd opgericht in 1809 om de stad te beschermen tegen vijandelijke aanvallen vanaf de Zuiderzee. Net zoals die bij Diemen.
Jan Cornelis Engel – een Durgerdammer visser – werd in 1826 aangesteld als ‘wachter bij de verlichting aan de Hoek van het IJ’. Dat was het begin van een familietraditie die tot 2003 zou voortduren. De familie Engel was al die tijd onafgebroken verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vuurtoren, die eigendom is van Rijkswaterstaat. De vierde Jan Engel ging in 2003 met pensioen. Omdat hij geen kinderen had, kwam daarmee een einde aan de ‘dynastie van de engelbewaarders’. Hun witte huisje bij de vuurtoren is overigens niet erg oud; het werd kort na de Tweede Wereldoorlog gebouwd.
Het vuurtoreneiland is goed beschermd. Omdat het een militaire post was – met geschutplatforms, munitiebunkers en een bomvrije kazerne – is het omgeven door een ring van stortsteen. Die breekt niet alleen de IJsselmeergolven, maar maakte het ook erg moeilijk om het eilandje vanuit zee aan te vallen. Op de huidige waterkaarten wordt nog steeds gewaarschuwd voor deze stenen onder water. Net zoals bij het eilandje Pampus, dat ook onderdeel is van de Stelling van Amsterdam. Deze staat sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het vijfhoekige eiland kun je eigenlijk alleen per boot bereiken via een kleine stalen steiger aan de kant van de stad. En eventueel via een wit houten bruggetje dat het Vuurtoreneiland verbindt met de naastgelegen IJdoornpolder. Door die polder loopt een paadje naar de dijk. Maar dat is officieel verboden gebied. De polder is een beschermd natuurgebied, beheerd door Natuurmonumenten.
Het Vuurtoreneiland valt onder Staatsbosbeheer. Dat lijkt geen erg gelukkige keuze, want deze organisatie is vooral deskundig op het terrein van natuur en landschap. Het onderhoud van gebouwen als vuurtorens en militaire complexen kun je eigenlijk beter aan anderen overlaten. Dat heeft men bij Staatsbosbeheer ook ontdekt. Sinds vorig jaar staat het Vuurtoreneiland met alles erop en eraan daarom in de etalage. Men zoekt iemand die het eiland en de daarop staande gebouwen wil restaureren, beheren en commercieel exploiteren. Een idee? De toekomstige beheerder krijgt de beschikking over een prachtige locatie, die echter wel om een kostbare renovatie vraagt. In de loop van 2012 moet duidelijk worden wie deze klus gaat klaren.
Tekst: Jaap Willems
(Research: Gerard Goudriaan)
De vuurtoren van Amsterdam is het eerste deel in een serie over historische plekken in Oostelijk Amsterdam en omstreken.
Foto: De vuurtoren van Amsterdam, gezien vanaf de Uitdammerdijk. De ‘Hoek van het IJ is een geliefd baken voor schippers