Van schrijver en muzikant Nyk de Vries (54) verscheen onlangs zijn nieuwste roman De Baptisten. Hij groeide op in een Fries dorp van arbeiders en boeren en verhuisde ruim zeventien jaar geleden naar Amsterdam.
De wijzers van de stationsklok geven aan dat het vijf minuten voor negen is als we op de laatste dinsdagochtend van september via de trap aan de Oostzijde het Amstelstation binnenlopen. Op de piano wordt een alternatieve versie van Radioheads’ Karma Police gespeeld, een bebaarde man torst een enorme zak met statiegeldflessen mee en een groepje scholieren hangt rond voor de Starbucks. Boven aan die trap, zittend op een muurtje met zijn rug tegen het raam, beziet Nyk de Vries alle taferelen met groot genoegen.
“Dit doe ik bijna dagelijks,” zegt hij. “Ik woon in de Vrolikstraat en met een omweg loop ik naar mijn kantoor in het Volkshotel. Altijd ga ik hier een minuut of tien zitten en aanschouw ik de mensen in het station. Ik ben schrijver, maar meer toch wel observator. Het moment zo vroeg in de ochtend is fantastisch. De mensen zien me niet en de hal is een hoge en grote ruimte. Het voelt een beetje alsof ik even in de hemel ben. Overal activiteit en ik hier op mijn plek rustig, welhaast sereen.”
Jouw wieg stond in Noardburgum, een dorpje met nog geen tweeduizend inwoners onder de rook van Dokkum.
“Daar heb ik tot mijn negentiende gewoond, om vervolgens geschiedenis in Groningen te gaan studeren. Dat was ook de tijd dat ik met mijn bandje The Amp redelijke successen had. Maar we zongen in het Engels en dat voelde toch een beetje kunstmatig, dus op een gegeven moment ging ik schrijven, in het Fries en het Nederlands. Mijn boek De Baptisten speelt zich zowel in Friesland af als hier in Amsterdam-Oost. Met een lange omweg ben ik via het boek ook weer teruggekomen bij de muziek.”
Over de Vrolikstraat bestaat een verhaal dat de politie er in de jaren tachtig bij elk huis kon aanbellen om een openstaande boete te innen.
“Die anekdote ken ik niet, maar dat zou zomaar kunnen. Oudere bewoners praten ook over een heftige straat, en in 1993 werd hier een twaalfjarig meisje vermoord op weg naar school. Wij wonen er sinds 2009, het is een mooie straat om in te wonen.”
Hoe groot is het contrast tussen Oost en Noardburgum?
“Er wordt veel gepraat over de verschillen tussen het platteland en de stad, en dat die twee tegenover elkaar staan. In De Baptisten probeer ik aan te geven dat er veel overeenkomsten zijn. Daar in Friesland ben ik gelovig opgevoed in een vrij vrolijke evangelische gemeente met conservatieve kanten. Mijn vrouw is hier geboren en heeft helemaal niks met het geloof. Hier op de school van mijn zoon kwam ik veel mensen met een islamitische achtergrond tegen. Bij hen voelde ik onverwachts herkenning.”
Leg dat eens uit.
“Het is gevoelsmatig, intuïtief. Denk aan bepaalde tradities die geloofsoverstijgend zijn. Als ik in mijn wijk mijn islamitische buurvrouw zie, dan zie ik eigenlijk gewoon mijn vroegere buurvrouw in Friesland. Dan voel ik een mix van nieuwsgierigheid, trots en een soort bescheidenheid – moeilijk om precies uit te leggen. In het boek probeer ik de link tussen Friesland en de stedelijke wereld te leggen.”
Muziekliefhebbers zullen jou ook zeker nog kennen van The Amp.
“We speelden een soort alternatieve rock en hebben best veel dingen gedaan. We traden redelijk vaak op en wonnen zowel het Fries Popconcours als De Kleine Prijs van Sneek. Daarnaast stonden we in het voorprogramma van bijvoorbeeld Buffalo Tom, The Fall en Bob Geldof. De Baptisten gaat over de band en speelt ook in die tijd.”
Voor de liefde kwam je naar Amsterdam.
“Mijn ouders overleden beiden toen ik nog niet zo heel oud was. Ondanks dat ik een sterke band met het noorden had, was het goed om weg te gaan. Ik kwam hier in Oost en de familie van mijn vrouw woont in de buurt. Het voelde meteen heel erg vertrouwd. Als ik hier op straat fiets zeg ik om de haverklap iemand gedag. Het dorpsgevoel hier in Oost is bijna nog sterker dan in mijn geboortedorp.”
Waar sport je hier in Oost?
“Met onze zoon schaats ik soms op de Jaap Edenbaan. Met mensen van school doe ik aan vadervoetbal in de Indische Buurt.”
En qua eten?
“Vanuit de Vrolikstraat steken we het Oosterpark door en wandelen we naar Amin met wie ik ook vadervoetbal. Hij werkt bij Tigris en Eufraat in de Javastraat en maakt echt fantastische falafel. Soms lopen we dan verder naar Studio/K voor een biertje en Maxwell op het Beukenplein is ook leuk.”
Waar winkel je graag?
“Ik ben erg van het ‘sneupen’, dat is een Fries woord. Het betekent dat je in een winkel een beetje kijkt en struint. Dat doe ik bij voorkeur bij de 50/50 Budgetstore op de Middenweg. De winkel wordt met sluiting bedreigd en dat zou eeuwig zonde zijn. Daarnaast ben ik een koopjesjager, dus voor mijn groente en fruit ga ik naar Lidl.”
Waar ga je graag naartoe als je de stad uit gaat?
“Mijn vrouw heeft zojuist een stukje tuin bij de Amstel aangenomen. Op de fiets rijden we dan richting Ouderkerk. Ik heb net een stuk grond omgespit om het winterklaar te maken. Prachtig. Daar in het groen, in de frisse lucht, ben ik even terug waar het begon.”
