Column

De Stille Stad: Spoorweg

Soms beland je midden in Amsterdam ineens in het buitenland. Ik ben op weg naar het kantoor van mijn vriendin in Oost. Borrel. Rijd ik moeiteloos de hele stad voor door. Het is mijn gewoonte om nooit dezelfde weg te nemen en zodoende kom ik nog eens ergens. Vandaag is dat de bomenbuurt. Hoewel de straatnaam anders doet vermoeden is er geen populier te bekennen. Dat zegt niet alles. Zo kom ik net van de Vrolikstaat en als je daar de koppen ziet… enfin. Een populier aan de Populierenweg, dat is een mooie gedachte.

Het is een bijzondere straat. De ene helft is huis en de andere is talud. Woontechnisch is het dus slechts een halve straat, maar als je er woont heb je een prachtig uitzicht op het bos. Nou ja, talud. Opmerkelijk is dat de huizen oranje zijn geschilderd. Er is geen voetbalwedstrijd in de nabije toekomst, dus dat kan de reden niet zijn. De helle kleur heeft hier ook niets Hollands, maar juist iets zonnig mediterraans.

Ik stap van mijn fiets om de straat eens goed in me op te nemen. Bomen ruisen en vogels fluiten, hier in de stad. Ik hoor ze zelden, anders dan die groene papagaaien die onze huismus bedreigen. Maar hier wordt gefloten dat het een lust is. Paartijd, vermoed ik. Ik word er stil van. Bomen, vogels en een mediterrane beleving, allemaal in Amsterdam. Dan raast de intercity van 16.21 uur voorbij. De vogels zijn stil. Het talud is een spoorweg.

Waar ik opgroeide, daar kon je aan de verkeerde kant van het spoor geboren worden. Dat was geen pretje, want dat spoor was een zichtbare en onoverkomelijke barrière naar een betere en rijkere wereld. Maar hier is het spoor gewoon een talud als er geen trein rijdt. Nu die populieren nog.

Door Jaap Broersma

Beeld: De intercity van 16.21 uur, olieverf, 70×50 cm.

Jaapbroersma1@gmail.com