De vroegere Majellakerk aan het Obiplein domineert de wijde omgeving, zoals dorpskerken dat op het Brabantse platteland vaak doen. Op veel plekken in deze wijk zie je de enorme, veertig meter hoge koepel boven de daken uitsteken. De vroeg twintigste-eeuwse kerk is echter vooral herinnering, want eind vorige eeuw werd een groot deel ervan verbouwd tot Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging. De kerk was te groot en te duur geworden voor de sterk gekrompen en weinig draagkrachtige geloofsgemeenschap. Momenteel wordt hij opnieuw verbouwd: het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest moeten er een nieuw onderkomen vinden.
Volksbuurt
De Gerardus Majellakerk is een relikwie uit het Rijke Roomse Leven, dat ook in de Indische Buurt ooit floreerde. In 1912 werd de jonge kapelaan Hogeman er aangesteld als bouwpastoor. Hij koos de Italiaanse volksheilige Gerardus Majella als patroon omdat die volgens hem goed in de nieuwe volksbuurt zou passen. Eerst kwam er een stenen noodkerkje op de hoek van de Borneostraat en de Sumatrastraat (het huidige Bavohuis), maar dat was al snel te klein. De parochie telde na enkele jaren meer dan negenduizend zielen, onder wie de latere schrijver Bertus Aafjes.
In 1925 werd de eerste steen gelegd voor het huidige, bakstenen gebouw. Het ontwerp was van architect Jan Stuyt, die sinds een bedevaart naar Palestina een bewonderaar was van de Byzantijnse bouwstijl. Hij was ook erg onder de indruk van de enorme Aya Sophia in Istanbul. Dat verklaart waarschijnlijk de aanwezigheid van de indrukwekkende, twaalfzijdige vieringtoren met koepel en de gemetselde tand- en blokbandlijsten. Jan Stuyt voorzag zijn ontwerp echter ook van een eigen ‘signatuur’: de goudkleurige stuiter boven op die koepel. In het oorspronkelijke ontwerp was ook een hoge westtoren getekend. De fundamenten daarvoor zijn gelegd, maar voor de bouw ontbraken uiteindelijk de noodzakelijke guldens. Rond de kerk verrezen in die periode wel een reeks trotse katholieke instellingen: scholen, clubgebouwen en een klooster.
Misdrijf
In 1929 kwam de kerk negatief in het nieuws toen een dakdekker er dodelijk verongelukte. In het boek De Commissaris Vertelt doet Hans Voordewind daarvan uitvoerig verslag. Aanvankelijk dacht iedereen dat het een betreurenswaardig ongeval betrof. De man zou zijn uitgegleden en was, met een duidelijk zichtbare hoofdwond, blijven hangen achter steunbalken. Pas toen de brandweer was gearriveerd kon er medische hulp worden verleend, maar het mocht niet meer baten. Anderhalf jaar later ontdekte iemand dat er mogelijk sprake was van een misdrijf. De aannemer had een levensverzekering afgesloten op zijn werknemer/compagnon en een forse uitkering geïncasseerd. Toen hij deze opzet een tijd later probeerde te herhalen, ging er bij de verzekeraar een belletje rinkelen. Het slachtoffer werd opgegraven en toen pas ontdekte men dat zijn schedel was ingeslagen. Ook zou de aannemer een verhouding hebben gehad met de vrouw van de overledene.
Nieuwe bestemming
In 1992 sloot de kerk haar deuren. Wegens geldgebrek had het bestuur besloten het gebouw te slopen, maar de buurt wil de karakteristieke kerk behouden en het stadsdeelbestuur steunde deze actie. Maar wie zou dat betalen? Te elfder ure werd de kerk verkocht aan Stadsherstel, dat een huurder had gevonden: het Internationale Centrum voor de vrouwenbeweging. Het kerkbestuur liet van de opbrengst een nieuwe, kleinere kerk bouwen aan de Zeeburgerdijk.
Ondanks de verbouwing tot informatiecentrum was het gebouw nog lang een publieke trekpleister. Dat was soms frustrerend voor de beheerders, die keer op keer vaststelden dat bezoekers niet kwamen voor informatie over de vrouwenbeweging, maar bijvoorbeeld voor de indrukwekkende koepel. Ook de lichtinval door de hoge ramen, onder meer op een groot bronzen baldakijn boven het (vroegere) priesterkoor, is vermaard. Het is ontworpen door de kunstenaars J. Eloy en G. Brom en doet denken aan de Ark des Verbonds. Beide mannen tekenden ook voor de fraaie bronzen hekken voor de doopkapel. Verder zijn de enorme muurschilderingen interessant. Het is misschien geen grote kunst, maar het zijn wel karakteristieke afbeeldingen van het rijke Roomse Leven.
Nu wordt de kerk opnieuw verbouwd. Het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest verhuizen in 2012 van de Beurs van Berlage naar de kerk op het Obiplein. Beide orkesten hebben gekozen voor de Majellakerk vanwege de bijzondere akoestiek èn vanwege de buurt. Het Philharmonisch Orkest – met bijna 200.000 bezoekers per jaar een van de grote Nederlandse muziekgezelschappen – doet namelijk veel aan educatie en zoekt actief naar nieuw publiek. Dat hoopt men onder meer in de Indische Buurt te vinden. De verbouwing van de kerk tot muziekcentrum zal een forse klus zijn omdat de akoestiek mag niet onderdoen voor die van het Concertgebouw. En die geniet aanzien over de hele wereld.
(research: Gerard Goudriaan)
De Majellakerk in de Indische buurt is het derde deel van een serie over historische plekken in Oostelijk Amsterdam. Lees hier deel 1 en 2.