Amsterdam 750

‘De kansen zijn er, maar je moet ze wel pakken’

Op 25 oktober 1963 arriveerde de eerste groep van zesenvijftig Turkse gastarbeiders op Schiphol. Deze jonge mannen zagen hun toekomst in de Amsterdamse Ford-fabriek in de Westhaven. Al snel volgden er meer migranten die een sleutelrol speelden in de Amsterdamse economie. Met de invoering van de Wet op de Gezinshereniging in 1974 kregen hun vrouwen en kinderen ook de kans zich in Nederland te vestigen. Zo ontstond de tweede generatie Turkse vrouwen, onder wie Aynur, Sevim en Gülden.

Op hun weg naar zelfstandigheid doorbraken zij traditionele rollen en bouwden mee aan de sociale en culturele structuren die Amsterdam nu kenmerken.

Aynur: Op zoek naar zelfstandigheid
Aynur kwam op achtjarige leeftijd met haar moeder naar Nederland, waar haar vader werkte als textielarbeider in Enschede. Het gezin werd herenigd, maar haar vaders reputatie drukte een stempel op haar jeugd. “Iedereen kende mijn vader in de stad, ik voelde zijn schaduw altijd over mij heen. Ik wilde op mijn eigen kracht vertrouwen.” Ze verlangde naar zelfstandigheid en verhuisde later met haar twee puberkinderen naar Amsterdam.
Aynur vond onderdak in de Bijlmer, destijds bekend om zijn hoge criminaliteitscijfers. Ze werd slachtoffer van een gewelddadige overval, en vreemde mannen klopten op haar slaapkamerraam. Toen ook haar kinderen in een gevaarlijke situatie terechtkwamen was de maat vol. Door een tip van een collega vond ze een woning in de Staatsliedenbuurt.
Na een carrière in de grafische sector liet Aynur zich omscholen tot haptotherapeut, ze geeft nu workshops bij Dynamo.

Sevim: Liefde buiten de lijntjes
Sevim kwam als elfjarige naar Nederland en moest vechten voor haar plek. Ze werd gepest door haar leeftijdsgenoten omdat ze geen Nederlands sprak. “Ik was de enige Turkse op school en werd in de sneeuw gegooid, geslagen. Ik moest snoep kopen om geaccepteerd te worden.”
Op haar zestiende werd ze, zoals veel meisjes in haar gemeenschap, uitgehuwelijkt aan haar achterneef. Toch volgde ze haar hart en werd verliefd op een Guyanese man, tegen de wil van haar familie in. Ze besloot op negentienjarige leeftijd weg te lopen. “We gingen naar Parijs, maar hadden geen geld. Uiteindelijk werden we dakloos en sliepen we in telefooncellen.” Toen ze terugkeerde naar Nederland zocht ze onderdak in een blijf-van-mijn-lijfhuis in Hilversum. Pas na vier maanden nam ze weer contact op met haar moeder, die twintig kilo was afgevallen van verdriet. Nadat haar familie haar relatie accepteerde, keerde ze terug naar Amsterdam en trouwde met haar geliefde.
Sevim werkt nu bij Dynamo, waar ze vrouwen met diverse culturele achtergronden helpt om hun plek te vinden in de Nederlandse maatschappij.

Gülden: Veerkracht in moeilijke tijden
In 1989 vertrok Gülden met haar twee kinderen naar Nederland, nadat haar man als politieke vluchteling was gevlucht. Het huwelijk hield geen stand, een echtscheiding dreigde haar verblijfsvergunning in gevaar te brengen. Gelukkig wist een advocate haar te helpen, en kregen Gülden en haar kinderen die toch.
Het begin in Amsterdam was zwaar. Ze sprak de taal niet en kende niemand. Een medewerker van de gemeente Amsterdam hielp door haar aan te melden voor een taalcursus aan de Universiteit van Amsterdam en regelde een huisarts. Dankzij die huisarts vond ze een baan als migrantenmedewerker in Noord. Daarnaast volgde ze een opleiding aan de Sociale Academie in de Jordaan. “Mijn Nederlands was niet goed genoeg, dus een docent regelde een plek voor me op een academie in de Pijp.” Ondanks de uitdagingen bouwde ze haar leven in Amsterdam op, mede dankzij de mensen die haar steunden en haar potentie zagen. “Er kwamen altijd mensen op mijn pad die me de juiste kant op wezen.”

Turkse migranten hebben niet alleen bijgedragen aan de fysieke opbouw van Amsterdam, maar ook aan de diversiteit en culturele rijkdom. Ze hebben de stad meegevormd. Vrouwen zoals Aynur, Sevim en Gülden hebben hun steentje bijgedragen in het onderwijs, welzijnswerk en door actief deel te nemen aan de gemeenschap. Toch ervaren zij nog steeds obstakels. Gülden merkt dat er ondanks de diversiteit nog altijd een ‘wij-zij’-denken bestaat. “Na zestig jaar zijn er nog steeds mensen die culturele verschillen niet omarmen.” Ze ervaart nog discriminatie op de werkvloer.
Ook Aynur ondervond weerstand tijdens haar werk, als jonge Turkse vrouw kreeg ze te maken met vooroordelen. “Een collega zei: Je bent jong, vrouw en Turks. Onder jou werk ik niet.”

De zoektocht naar een thuis
Voor de vrouwen blijft het begrip thuis complex. “In Turkije ben ik gastarbeider, hier ook,” zegt Gülden. Ze worstelen niet alleen met hun dubbele identiteit, maar ook met de veranderende Turkse gemeenschap. Sevim vertelt dat tijdens het Suikerfeest oudere Turken hen verwijten dat ze geen moslims zijn. Haar kinderen worden vaak bekritiseerd vanwege hun gemengde afkomst. De vrouwen zien een kloof tussen generaties en tussen Turken en Nederlanders.

Ondanks de uitdagingen geloven ze in de kracht van verbinding. “We moeten stoppen met hokjesdenken en elkaar accepteren,” zegt Gülden. “De kansen zijn er, maar je moet ze wel pakken.”

Tekst: Raksha Hoost / Beeld: Natasa Cvjetkovic


Verankerd in Amsterdam
Dit verhaal is onderdeel van de serie Verankerd in Amsterdam, een samenwerking tussen Mediagroep Amsterdam en de Gemeente Amsterdam en onderdeel van 750x Amsterdam. 750 Amsterdamse verhalen worden samengebracht onder één digitaal dak.