Voor veel IJburgers – en andere Amsterdammers – is de Diemerzeedijk vooral een asfaltweg waarop je als jogger, skater of fietser eens lekker vaart kunt maken. Slechts weinigen zullen zich realiseren dat ze zich dan op een historische plek bevinden. Niet veel mensen weten dat deze dijk waarschijnlijk al rond 1200 bestond, dat er in de Tachtigjarige Oorlog fel is gevochten, dat onze nationale schilder Rembrandt er heeft gewerkt, dat natuurkenner Jac. P. Thijsse hier inspiratie opdeed en dat Joop Goede er in de jaren vijftig misschien wel de vuilste stortplaats van Europa inrichtte. Je vindt deze (en veel andere) wetenswaardigheden in het prachtboek Diemerzeedijk. Zand erover van Joris Weitjens en Martin Melchers.
Wanneer de Diemerzeedijk is opgeworpen is niet bekend. Volgens historicus Guus de Mol kun je dat slechts bij benadering aangeven. Het moet gebeurd zijn in de tijd dat de Zuiderzee ontstond. Waarschijnlijk hebben de inwoners van Diemen daarbij een belangrijke rol gespeeld, want in 1170 zou er een grote overstroming hebben plaatsgevonden waarbij die plaats werd gespaard. Diemen lag toen dus waarschijnlijk al achter de dijk.
Nauwkeuriger bekend is het moment van de grote slag op de Diemerzeedijk, bij het later verdronken dorp Jaap Hannes. Dat was in 1573, in de eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog. Nederland vocht zich toen vrij van de Spanjaarden en de Amsterdammers hadden zich opportunistisch achter de Spaanse koning geschaard. De stad werd via de dijk aangevallen door de soldaten van Willem van Oranje. De eerste aanval werd bloedig afgeslagen, maar later dat jaar trokken de geuzen alsnog via deze dijk de stad binnen. Ten koste van een groot aantal doden.
Paradijs
In de daaropvolgende eeuwen werd de Diemerzeedijk een populair recreatiegebied met diverse beroemde herbergen, zoals Het Paradijs en Pampuszicht. Veel Amsterdammers trokken er op mooie dagen naartoe om te ontsnappen aan de drukte van de stad. De beroemde burgemeester Jan Six had er een zogenaamde buitenplaats (bij Jaap Hannes). Ook diverse schilders kwamen graag op de Diemerzeedijk, onder hen Rembrandt van Rijn. Hij maakte een reeks bekend geworden tekeningen aan de hand waarvan je zijn wandelroute (en die van veel andere Amsterdammers) kunt reconstrueren.
In de achttiende en negentiende eeuw was men minder bang geworden voor de Zuiderzee, maar vreesde Amsterdam vooral een militaire aanval over water. Er woedden in die tijd diverse oorlogen. Om aanvallen te kunnen afslaan werd het fort Diemerdam aangelegd, dat zelfs bezoek kreeg van de Franse keizer Napoleon. Pampus werd in die periode opgebouwd uit klei die voor de kust van Diemen werd gewonnen, en iets dichter bij de stad legde men de Batterij aan. Deze geschutstelling is nog altijd herkenbaar in het Diemerpark, aan de voet van de westelijke verbindingsbrug.
Verzanding
De verdedigingswerken op en rond de Diemerzeedijk verloren echter al snel hun betekenis, want door de aanleg van de Oranjesluizen, de lange strekdam en andere waterstaatkundige ingrepen verzandde de kust voor de Diemerzeedijk. Aanlanden op de dijk werd daardoor erg lastig. Het ondiepe water voor de dijk werd een kwelder (zoals de Wadden) en later een polder. Door de aanleg van het Merwedekanaal – voorloper van het Amsterdam-Rijnkanaal – werd het gebied bovendien slecht bereikbaar. Dit was de tijd dat de Amsterdamse natuurbeschermer Jac. P. Thijsse er vaak te vinden was. Er zijn mensen die menen dat deze pionier van het Nederlandse natuurbehoud op de kwelders voor de Diemerzeedijk zijn belangrijkste inspiratie vond. Ook op de eerder genoemde Batterij kwam Thijsse graag omdat je vanaf dat hoger gelegen punt goed vogels kon spotten. Hij zag hier onder meer grutto’s, tureluurs, kemphanen, wulpen, eenden, leeuweriken, piepers, ijsvogeltjes, valken en sperwers.
Afvoerputje
Maar het gebied rond de Diemerzeedijk was niet bekend bij het grote publiek (vanwege die slechte bereikbaarheid) en daardoor werd het een stortplaats. Bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal werd het baggerslib naar dit nabijgelegen ‘waardeloze’ gebied gepompt; de veiling stortte er in de vijftiger jaren doorgedraaide partijen groenten en fruit en van kwaad kwam het tot erger. Volgens het boek van Weitjens en Melchers zou er tussen 1959 en 1982 vier miljoen kubieke meter afval en puin zijn gedumpt. Dat is volgens hen voldoende om vier keer de Amsterdam Arena mee te vullen! Een belangrijke man in dit drama was Joop Goede. Die begon in de jaren vijftig met het ophalen en afvoeren van bedrijfsafval en hij kreeg officieel toestemming om de Diemerzeedijk als stortplaats te benutten. Joop was een inventief ondernemer. Vanwege de lage stortingskosten kwam het chemisch afval uit alle hoeken van Europa naar Amsterdam. Chemieconcerns zoals Bayer, Philips Duphar, Shell, BASF en Hoechst werden grote klanten. Het personeel van Joop Goede bestond vooral uit oud-militairen, want vanwege de onvoorspelbare reacties van de vele soorten afval moest je behoorlijk stressbestendig zijn als je op de Diemerzeedijk wilde werken. Er waren dagen dat de ontploffende vaten tot over het Amsterdam-Rijnkanaal vlogen. In 1969 nam de Amsterdamse stadsreiniging de zaak over en sloot na een aantal jaren de vuilnisbelt.
In de jaren tachtig en negentig werd het weer stil rond de Diemerzeedijk, maar de enorme afvalberg lag er nog. Hier en daar herstelde de natuur zich wonderbaarlijk, sommige mensen waagden zich weer in het gebied (vooral op de verborgen strandjes). Maar de dijk was nagenoeg onzichtbaar geworden door de bergen afval. Het eindresultaat is bekend: om IJburg te kunnen bouwen heeft Amsterdam de stortplaats ingepakt en daarop een mooi park aangelegd. En de oude Diemerzeedijk? Die ligt nu weinig opvallend tussen dat Diemerpark en de wildernisjes van de ecologische hoofdstructuur langs het kanaal.
Lees ook de andere delen uit de serie over historische plekken in Oostelijk Amsterdam
3: De Majellakerk in de Indische Buurt (26-03-2012)
2: De Kompaszaal op KNSM-eiland (29-02-2012)
1: De vuurtoren van Amsterdam (26-01-2012)
Op de foto zie ik een autoweg.