Het is een heerlijke herfstmiddag op de Albert Cuypmarkt. Het is er weer als vanouds na de barre lockdown, toen er alleen etenskramen stonden. Halverwege de markt staan twee heren in onvervalst Mokums de schoonheid van de Amsterdamse grachten te bezingen. Overal kijkende, keurende en kopende mensen van diverse pluimage. Geroezemoes in heel veel talen – niet alleen de Amsterdammers maar ook de toeristen lijken de weg naar de Albert Cuyp weer gevonden te hebben.
Aan het eind van de markt staat een lange rij voor de patatkraam van Pietersma. Rasechte Amsterdammer Jeroen Püttmann (35) staat goed geluimd zijn waar te verkopen. “Het is een goeie dag vandaag, de overbuurman riep al of de geldwagen bij me langs was geweest,” lacht hij. Püttmann staat sinds 2016 vast op de markt, samen met zijn compagnon Robin Pietersma. “Op mijn zestiende werkte ik al op de Cuyp, als zaterdaghulp bij de vader van Robin. Na school heb ik een tijdje in de retail gewerkt. Bij G-Star had ik zes winkels onder me, maar de markt bleef trekken. Weet je wat het is? Op de markt ben je echt een vrije ondernemer. Je bedenkt vandaag iets en morgen voer je het uit. En het is natuurlijk heel gezellig op de Cuyp, mijn collega’s hebben het hart op de tong en ze houden van een dolletje.”
Corona
Püttmann, die ook voorzitter is van de ondernemersvereniging van de Albert Cuyp, kijkt met gemengde gevoelens terug: “We hebben een stuk minder omzet gedraaid. Er zijn een paar gaten in de markt gevallen, van ondernemers die elders hun heil gingen zoeken. Maar corona heeft ook iets goeds gebracht. Veel mensen werkten thuis en gingen tussen de middag tijdens een wandeling hier even een lunch halen. De zaken gaan gelukkig alweer een stuk beter. De toeristen zijn terug en ook de Amsterdammers vinden hun weg hierheen. Dat laatste vind ik wel belangrijk, want de gezellige sfeer waar de Cuyp om bekend staat, komt natuurlijk van de Mokummers.”
De markt heeft een grote verscheidenheid aan kramen, mist er nog iets?
“Ik denk het niet. We verkopen alles, behalve auto’s. We kunnen nog wel een goede bakker en slager op de markt gebruiken. Het wemelt van de speciale zaken hier. We hebben een lampenwinkel, sinds 1938. Die hebben net weer wat andere lampen dan in de doorsnee woonwinkel. Neem Duikelman, die heeft alles wat koken betreft. Of Colmans, de vintage meubelwinkel. En De Peperbol, die verkoopt alle specerijen die je maar kunt bedenken. We zijn op de markt altijd op zoek naar nieuwe dingen. Ik geloof heilig in marktwerking, als je hier een goed product verkoopt, werkt het en anders niet. Kijk naar de jongens van Darras Coffee, die maken hun koffie warm in heet zand. Ze hebben een mooie stal gemaakt en het is er altijd megadruk.”