Mijn wijk is voorzien van twee fascinerende gebouwen, landmarks in ontwerperstaal, die fier de entree bepalen langs zowel de oostelijke als de westelijke toegangsweg. Het ene gebouw heet Solid 1, het andere Witte Kaap, beide geesteskind van prominente architecten die duidelijk de opdracht hebben gekregen iets bijzonders neer te zetten.
De Witte Kaap is gemaakt van spierwit baksteen en heeft een afgeronde hoek die doet denken aan de mooiste wolkenkrabber van Manhattan, het Flatiron Building (strijkijzergebouw) uit 1902 – een wonder van vorm en techniek met als enig nadeel dat de ronding ervan luchtstromen veroorzaakt die de rokken van vrouwen omhoog laat waaien, waardoor het gebouw een geliefde plek was voor vrouwenspotters.
De Solid 1 is gemaakt van muisgrijs beton en heeft een afgeronde hoek die doet denken aan de mooiste wolkenkrabber van Manhattan, het Flatiron Building (strijkijzergebouw) uit 1902 – een wonder van vorm en techniek met als enig nadeel dat de ronding ervan luchtstromen veroorzaakt die de rokken van vrouwen omhoog laat waaien, waardoor het gebouw een geliefde plek was voor vrouwenspotters.
Maar het belangrijkste dat de landmarks in mijn wijk gemeen hebben is dat ze grotendeels leeg staan. In de Solid 1 zag ik van buitenaf een paar mensen bezig met inrichten, maar nog lang niet de helft van de tienduizenden vierkante meters zijn er verhuurd (ik kwam er niet binnen omdat het hypermoderne aanbelsysteem haperde). In de Witte Kaap zag ik van buitenaf een paar ingerichte appartementen, maar die waren vooral omgeven door lege ruimtes met kaal beton (ik kwam er niet binnen omdat het hypermoderne aanbelsysteem haperde).
Schitterende, doelloze gebouwen zijn het die een beetje beteuterd de toegang tot mijn wijk bewaken, vooral ’s avonds als er geen licht uit komt. Je zou ze als kunstwerken kunnen beschouwen, enorme standbeelden, historische ijkpunten van moderne architectuur maar daar zijn ze natuurlijk niet voor gemaakt. Bovendien lijken ze voor een historisch ijkpunt net iets te veel op de mooiste wolkenkrabber van Manhattan, het Flatiron Building (strijkijzergebouw) uit 1902.
Lege gebouwen zijn de gesel van de stad. Ze doen niks, ze staan daar maar te staan in al hun nutteloosheid. Soms worden er vrolijke bestemmingen voor bedacht (‘herbestemmen’, noemen ze dat in de taal van de stedenbouwers) – maar als ik zo om me heen kijk in mijn wijk worden de meeste lege en halflege gebouwen gewoon aan hun lot overgelaten. Ze besmetten andere gebouwen die nu nog bewoond worden maar straks niet meer: leegstand vermenigvuldigt zich want niemand wil naast leegstand wonen.
Het is allemaal niet erg totdat je de foto’s ziet die fotograaf Cathal McNaughton in Ierland maakte: nieuwe wijken gebouwd op de rand van de recessie, spookvilla’s in ruwbouw, vinex in verval. Niemand die er ooit zal wonen, niemand die ze koestert, allemaal weggooihuizen uit een tijd dat we onszelf rijk waanden.
Een Nederlandse kunstenaar heeft van alle leegstaande kantoorkolossen modellen van piepschuim gemaakt en die bij elkaar gezet. Een foto daarvan stond van de week in een krant. Je ziet een verlaten stad en vraagt je af waarom al die kolossen zijn gebouwd, en wie eraan heeft verdiend. Want dat is het antwoord op de vraag waarom we meer huizen en kantoren bouwen dan we nodig hebben: geld.
Het tv-programma De slag om Nederland had laatst een mooie aflevering over adviesbureau KPMG dat een nieuw hoofdkantoor liet bouwen vlak bij het oude in Amstelveen. Het nieuwe was niet echt nodig, maar leverde de gemeente en de bazen van het adviesbureau een hoop geld op. Het oude gebouw staat sindsdien leeg – misschien kunnen ze er een guerrillastore beginnen.
Mijn wijk bestaat tien jaar. Hij had allang af moeten zijn. Maar er gapen gaten in, alsof er kiezen zijn getrokken. Lappen zand met onkruid, dumpplekken voor bouwafval en gestolen auto’s waar al jaren vrolijk een bord bij staat: Nu te koop! Nu te huur! Die lappen laten ze gewoon maar liggen. Alsof ze er niet zijn. Komt allemaal door de economie, zeggen de stedenbouwers, want aan hen heeft het niet gelegen.
Stichting Parleys behartigt collectieve en individuele belangen van huurders van winkels en kantoren. Parleys wijt leegstand aan gebrek aan marktwerking. Leegstand tegengaan kan door het bevorderen van marktwerking. Publiceren echte huurprijzen, verlagen financiële drempels toetreders, tegengaan machtsconcentraties, versimpelen van beroepsgang bij geschillen etc. Als markt goed werkt, wordt leegstand snel ingeprijsd in lopende huurcontracten, neemt uitstroom af en attractiviteit toe. zie ook http://www.huurverlagers.nl