Mijn moeder heeft me conditioneel om zeep geholpen, daarom ben ik nu zo debiel. Ik verstijfde en ging rechtop zitten. Het was in de late avondtrein naar Amsterdam. De vrouw die het zei, was op station Alkmaar met een man achter mij komen zitten. Verder was de coupé leeg. Ik denk niet dat ze doorhadden dat ik er ook zat.
Daar kan ik lang over na zitten denken, over zo’n zin. Ik ben tenslotte ook moeder. Wat moet je in ’s hemelsnaam doen om je kinderen ‘conditioneel om zeep te helpen’? Treed ik wel adequaat op bij de kinderhartverscheurende scenario’s die zich bij ons thuis met grote regelmaat afspelen?
Een voorbeeld. Kent u de ijscoman van IJburg? Bij de allereerste waterige zonnestraal in januari klinkt zijn kraakheldere deuntje door de wijk. Geen mens die nog aan de lente durft te denken, maar hij sjeest met zijn ventkarretje al onvervaard door de straten. Eerst komt hij achterom, dan nog eens voor om. Niet te missen, die man.
Pak hem beet een jaar of zes geleden klingelde hij voor het eerst. “Hé, kijk nou,” riepen wij in de buurt collectief. Een ijscoman. Wat leuk. En natuurlijk mochten alle kinderen een ijsje. Twee bolletjes. Met spikkels.
Maar zie, de volgende dag kwam de beste man weer. Geef hem eens ongelijk. Hij zag zijn omzet buitensporig groeien.
Sinds die eerste keer komt onze Italiaanse ijsventer ieder weekend als de zon schijnt. Waarbij hij geen onderscheid maakt tussen zomer en winter. En iedere keer als zijn olijke tingeltje door de straten huppelt, komen mijn kinderen, zonder uitzondering, uit alle hoeken en gaten naar huis gerend. Alsof ze geprogrammeerd zijn. En telkens weer exact diezelfde vraag: “Mag ik een ijsje van de ijscoman?”
Al bij des ijscomans tweede bezoek was er bij mij iets geknapt. Ja, kom zeg. Eén ijsje, oké. Maar ik laat niemand, hoe Italiaans charmant ook, bepalen wanneer mijn kinderen een ijsje krijgen. Dus zeg ik altijd nee. Stug. Principieel. Zal die West-Friese inborst wel wezen.
Groot kindersmart valt mij iedere keer opnieuw ten deel. Alsof mijn ‘nee’ geheel en al uit de lucht komt vallen.
Natuurlijk, ik ben een chagrijnige rotmoeder. Geheel tot uw dienst. Maar als íemand mijn kinderen conditioneel om zeep helpt, dan is het wel die rondrijdende ijscoman.