Binnenkort zal de Amsterdamse Architectuurprijs 2012 worden uitgereikt. Een mooi onderwerp voor mijn column, want van de 27 genomineerde gebouwen staan er veel in Amsterdam-Oost. Ik maak een print van de lijst. Mijn oog valt op het genomineerde project ‘De Keyzer’ aan de Czaar Peterstraat. Deze ken ik alvast, mijn kantoor ligt er op honderd meter vanaf. Elke keer dat ik er langs loop met een nieuwe medewerker leg ik uit: “Look, this is a bad example of inner city renovation.” Voor u lezer, zal ik dit uitleggen. De Czaar Peterstraat was een prachtige straat. De huizenblokken in deze buurt zijn van dezelfde tijd en bouw als die in de Staatsliedenbuurt en De Pijp. Prachtig, Amsterdamser kan niet. André Hazes groeide op in zo’n huis. Dat wil zeggen op een van de etages van 45 m2, met zijn ouders, broers en zussen. De gevels van alle (ALLE) Amsterdamse huizen tot 1910 zijn op dezelfde manier opgebouwd: per verdieping drie ramen. Aan de gracht een maatje groter en rijker gedecoreerd dan in de volksbuurten, maar het principe is hetzelfde. Tussen de ramen een metselwerkpenant van minstens een paar bakstenen breed. Op die manier onstaat een mooie verhouding tussen raamopening en gevelmetselwerk. De metselwerkpenant heeft zo nog enige sterkte en de bewoner heeft nog een stukje muur om zich achter te verschuilen.
Verlangen naar de jaren tachtig
Voor woongebouw ‘De Keyzer’ tekende de architect metselwerkpenanten van één steen breed, neoklassieke zuiltjes in feite, zodat er met moeite vier smalle ramen naast elkaar passen. Gevolg: de bewoner kan zijn gordijnen niet kwijt, kan geen schilderijtje ophangen tussen de ramen, maar erger, er onstaat een neogothische gevel die meer op zijn plaats is in een Duitse provinciestad. Tweehonderd meter achter elkaar deze gevel, honderden zuiltjes op een rij! Stadsvernieuwing op de verkeerde manier wat mij betreft. Stadsvernieuwing in de jaren tachtig was pas mooi. Architecten als Van Herk & Nagelkerke en De Kat & Peek stonden in hun stofjas achter de tekentafel en tekenden moderne, kleurrijke pandjes die zich qua schaal en ritme perfect in de oude stad voegden. Wat verlang ik terug naar de jaren tachtig! Veel feesten gehad trouwens in De Pijp. Zitten in de venterbank met een flesje bier, schuifraam omhoog, sleutels gooien, net niet uit het raam vallen.
Terug naar de lijst met genomineerden. Archh… hoe is het mogelijk. Die… op de lijst? En die…? Hoe zal de jury oordelen? Moeilijk te zeggen. Op de opening van de tentoonstelling van de 27 ontwerpen in Arcam heb ik de mening van enkele experts gepeild. De eerste die ik het vroeg vond ‘De Keyser’ het mooiste project!
Als architectuurcriticus van de Brug ben ik niet objectief, ik ben voor een winnaar van eigen bodem. In willekeurige volgorde:
1. Het reeds in deze column geprezen huis van Hans van Heeswijk op Rieteiland Oost.
2. Het bedrijfsgebouw van GroupA op Steigereiland. Dit gebouw is niet te missen: rondom bekleed met roestende staalplaten. Via een van de dwarsstraten van de Vaillantlaan is een spannend zicht op een blinde kopgevel. De staalplaten worden hier diagonaal doorsneden door de zigzagvorm van een achterliggende trap. De gevelopeningen in de rechthoekige stalen doos zijn compromisloos strak gedetailleerd. Het roest kleurt prachtig bij het riet en het water van IJmeer. Kortom, Architectuur met een hoofdletter A.