Een van de eerste gedachten die ik had toen ik op IJburg kwam wonen was: ik moet zo snel mogelijk een ligplaats hebben in de haven. Ik had geen zeilboot, kon niet zeilen, kon nauwelijks een knoop leggen in een touw. In de jaren erna speelde die gedachte af en toe pijnlijk op, maar ik heb me er intussen bij neergelegd dat het niet gaat gebeuren. In plaats daarvan geniet ik van de aanblik van andermans boten in de haven. Bij deze wil ik voor de zoveelste keer een compliment uitdelen aan de stedenbouwkundige ontwerpers van IJburg. Het is ronduit briljant om een nieuwbouwwijk te ontwerpen als een archipel. Iedereen woont aan het water, of vlak bij het water. Prachtige zichtlijnen over water en oevers krijg je er gratis bij. Simpel, effectief. Kortom briljant, ik zei het al.
In het centrum van de archipel ligt de haven. Een haven volgepakt met zeiljachten. Als het waait hoor je het kenmerkende tikkende, metalige geluid van zeiltuig dat tegen de masten slaat. Op de brede kades, bestraat met ouderwetse kasseien, hebben de cafés hun terrassen uitgestald. Robuuste woongebouwen in donker baksteen staan als pakhuizen rond de haven. Helemaal af, op één ding na: een havengebouw. Een eerste initiatief, een rondvormig, autarkisch gebouw naar ontwerp van Egeon Architecten, strandde. Te duur, te complex. De volgende architect, Margulis & Moormann, pakte het slim aan door allereerst een workshop te organiseren waarin de leden van de watersportvereniging konden mee-ontwerpen. Brainstormen en tegelijkertijd draagvlak creëren. Doeltreffend, want onder het motto ‘je eigen idee stem je niet weg’ overleefde dit plan het mijnenveld van een clubcultuur. Het uiteindelijke ontwerp lijkt het toppunt van eenvoud en functionaliteit, maar dat is het niet. Het vergt discipline en karakter van de architecten om een concept zo strak door te voeren. Dat concept, een gebouw ín een gebouw, is niet nieuw. Vaak leidt dit idee tot een wezenloos groot gebouw met weinig bruikbare vierkante meters en veel overbodige ruimte. Maar in dit geval is het concept 100% op zijn plaats. Het gebouw bestaat uit een grote transparante doos, met daarin een vrijstaand blokje. Het interne blokje bevat de noodzakelijke hokken: kleedkamers, wc’s, keuken, vergaderzaaltje. De grote ruimte rondom het blokje is verkeersruimte, verblijfsruimte, borrelruimte, tentoonstellingsruimte. Voor de ramen hangen rekken met wetsuits, zeilen, touwen en surfboards. Er staan zelfs een paar kleine zeilbootjes binnen. Het gebouw etaleert op deze manier nadrukkelijk zijn functie als watersportvereniging.
Het staat direct naast de sluis, tussen de haven en het open water, en controleert zo de toegang tot de haven. Met dank aan de transparante gevel blokkeert het gebouw het zicht niet. Vanaf een verhoogde vloer binnen, de borrelruimte, is er zicht op zowel de haven als op het open water van het Markermeer. Vanaf het Markermeer is het gebouw als verlicht baken van verre zichtbaar. Simpel, effectief. Briljant.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl