De Straat

Borneokade

Een van de eilanden van het Oostelijk Havengebied – aangelegd tussen 1874 en 1927 – is het Borneo-eiland, met daaraan de Borneokade. Aan het begin van de 20e eeuw aanlegsteiger van de grote rederijen die lijndiensten onderhielden op onder meer Indonesië en Suriname. Befaamd was rederij De Oceaan met schepen in de vaart die vanwege hun blauwe schoorsteenpijpen Blauwpijpers werden genoemd. Na de oorlog vielen de meeste lijndiensten weg. Reizigers die naar ‘de Oost’ of ‘de West’ wilden, gaven vaker de voorkeur aan het vliegtuig en het containertransport concentreerde zich in het westen van Amsterdam. De KNSM was in 1979 de laatste grote rederij die ermee stopte. Hoe woont het eigenlijk, aan de Borneokade? We vragen het aan drie bewoners.


Andre
“Kijk, dit kastje hebben we zojuist verderop aan de straat gevonden. Het past perfect in onze nieuwe boot. We gaan een dezer dagen over. Ik verwacht nog drie weken te moeten klussen. Het was weer meer werk dan we dachten, zoals altijd. Maar dan hebben we ook wat. We gaan er qua oppervlakte enorm op vooruit. Van 42 vierkante meter naar 165 vierkante meter!

Onze nieuwe schip heet ‘Thalasa’. Onze huidige boot – ‘Neptunus’ – ligt al zeven jaar aan de Borneokade. Ik woonde eerst op KNSM-eiland, in een heel mooi maar duur appartement. Een boot was toen in verhouding veel goedkoper. Eerst wilde ik helemaal niet op een boot wonen. Al dat schilderwerk, al dat onderhoud. Het leek me verschrikkelijk. Maar het bevalt heel goed. Het water alleen al, ’s zomers zwemmen vanaf de boot. En de wijk is uitontwikkeld, dat vind ik prettig. Ik heb op heel veel plekken in Amsterdam gewoond, maar dit is verreweg de leukste. Het leeft hier, het bruist.

Elk jaar wordt er een kadefeest georganiseerd. Dit jaar was dat op 16 augustus. Dat is altijd heel gezellig. Astrid en ik hebben elkaar ontmoet op zo’n feest, nu twee jaar geleden, toch Astrid? Zij huurde een appartementje in een van de boten aan deze kade. Het was echt een kwestie van ‘bootje over’.”

Vincent en Annebeth

V “Het was lang zoeken naar een geschikte woonplek. Ik woonde jarenlang met drie vrienden in een huis in Amsterdam-West. Michiel – goede vriend en makelaar – heeft me alle hoeken van de stad laten zien. Nou ja, vooral plekken in Zuid, de Rivierenbuurt en het Centrum. Want daar dacht ik te willen wonen. Op de een of andere manier leek Oost me een beetje uit de richting. Tot Michiel me een huis liet zien op Sporenburg. Toen was ik in één keer om. Dit huis aan de Borneokade was de tweede woning die ik in deze buurt bekeek. Toen ik boven kwam, dacht ik meteen: Ja, dit is het. De ruimte, de lucht, het uitzicht en het water.”
A “De eerste keer dat ik hier kwam dacht ik: mwoh, een beetje nieuwbouwachtig. Maar nu vind ik het lekker met al die ruimte om ons heen. En daarbij heerst hier een prettige sfeer.”
V “Ja, een gemoedelijke, bijna dorpse sfeer. Het verschil is dat je je buren kent. Als het mooi weer is, zit de hele kade met elkaar op de stoep. Wij nemen daar wat minder aan deel. Niet omdat we dat niet zouden willen, maar meer door tijdgebrek en onregelmatige diensten.”
A “Nou, soms vind ik het ook wel een beetje too much, hoor. Zitten ze tot één uur ’s nachts aan die kade te kletsen. Onder ons slaapkamerraam, hè.”
V “De stoep is de tuin van de mensen die aan de straat wonen.”

A “Wat ik echt onwijs lekker vind, is wakker worden van de meeuwen. En het is toch geniaal dat je met je zeilboot de kop van de kade rondt en dan zo naar je huis vaart!”
V: “Het is knap dat stedenbouwkundigen een buurt die helemaal nieuw is toch zo kunnen maken dat het een eigen identiteit heeft. Er is alleen veel te weinig groen. Ze zeggen wel: Het blauw is het groen van de eilanden, maar dat ‘weinig’ is wel heel èrg weinig.”

Julia
“Oorspronkelijk kom ik uit Engeland. Sinds 1991 woon ik in Nederland, maar dat accent heb ik nog steeds, ja. De liefde bracht me hier, what else? De Borneokade is fantastisch wonen. Met die brede stoep is het veilig spelen voor de kinderen, die lopen hier de hele dag in en uit met vriendjes. Maar vooral het uitzicht vind ik super!

Het speciale van deze straat is de kade. Aan de ene kant heb je de huizen, aan de andere kant de woonboten en dus het water. Dat geeft een echte Amsterdamse sfeer. Ik vind het een verrijking. Er is ook een leuk buitenleven. In Engeland speelt het leven zich af in de achtertuin, daar gebeurt niets op straat. Hier zit iedereen voor en daardoor is er veel interactie.

Voorheen woonden we ook in deze buurt, in het gebouw ‘Hoop, Liefde en Fortuin’. Maar ja, we hadden meer ruimte nodig. We konden ons appartement vrij snel verkopen en dachten in dit huurhuis een jaartje te blijven. Dachten we… Het is nu alweer vier jaar. Maar nu gaan we echt verhuizen. Naar IJburg. Dat was niet the place to be voor ons, hoor. Ik wilde graag weg uit Amsterdam, maar mijn man wilde heel erg graag blijven. Hij is echt een stadsmens. IJburg is dus onze ‘gulden middenweg’. Wij zijn deze zomer aan het inpakken. Afschuwelijk werk…”