“Je hebt voor alles een diploma nodig maar kinderen krijgen mag iedereen!” Dit soort dingen wordt vaak geroepen. Maar eigenlijk is het nog erger. Je mag niet alleen zakken voor je examen, je hoeft niet eens te oefenen. En de meeste mensen doen dit ook niet. Veel mensen hebben nog nooit serieus tijd met een klein kind doorgebracht voordat ze er een krijgen. De eerste luier die een man omdoet is meestal bij zijn eigen kind. Bijna niemand heeft van tevoren ervaren hoe het is om met een schreeuwend kind ’s nachts rond te lopen, dan weer op de linker schouder, dan weer op de rechter. Als je interesse hebt in een man, kijk dan niet of hij een ring om heeft (getrouwd zijn schijnt geen enkele belemmering te hoeven vormen). Maar of hij witte kwijlkorstjes op zijn schouder heeft zitten. Want dan weet je, de enige reden dat deze man zijn kleren uitdoet is om te slapen.
Bij het eerste kind ren je je benen uit het lijf. Je bent de hele dag bezig en bent blij als je ’s avonds zelf hebt gedoucht en er eten op tafel staat. Bij de tweede of derde vraag je jezelf af: “Waar was ik bij één kind nu zo druk mee?” Vaak is het oudste kind ook het meest bewerkelijk, het meest serieus. In het eerste kind zitten al je dromen, ideeën over ouderschap en opvoeding. Bij de kinderen die volgen, brokkelt daar steeds meer wat van af. Want je beseft steeds meer: bij kinderen krijg je meestal niet je zin. Ze zijn niet van jou, ze zijn van zichzelf en jij moet voor ze zorgen. En als je dat niet kunt verdragen, heb je een probleem. Sommige kinderen voelen precies aan wat hun ouders willen en weten zich helemaal te voegen. Die krijgen later een probleem.
Daarom is het goed om een oefenkind te nemen. Niet voor dat oefenkind maar voor de kinderen die je later krijgt. Ik ben au pair in Londen geweest en als ik bedenk wat voor onpedagogische dingen ik daar heb gedaan, staat het schaamrood me nog op mijn wangen. Dingen die ik nu, na twee oefenkinderen, nooit met mijn eigen kinderen zou doen. Het scheelt dat mijn kinderen ook sommige dingen nooit zouden doen die zij deden. Ze hadden net de Slowaakse au pair weggepest toen ik arriveerde. Nu denk je misschien dat het upperclass assholes waren. Maar het waren eigenlijk schatjes die een beetje sturing nodig hadden. En binnen de kortste keren was ik stapelgek op ze. Ik schepte over ze op alsof ze mijn eigen verdienste waren. Zij verdreven mijn eenzaamheid in de chique straat tegenover Roger Moore die ik nooit naar buiten zag komen. De jongste van drie wilde zelfs met me trouwen, al heeft hij de bruiloft op het laatst afgelast: ”Ruth, about the marriage, I decided I rather be friends”. Ik denk nog steeds vertederd aan ze terwijl ze waarschijnlijk nu ergens straalbezopen de bloemetjes buiten zetten in Oxford University.