Mijn paspoort moest verlengd. Dat bleek €77,85 te kosten. Ik googelde wat de kosten van een ID-kaart waren. Die was €7,50 goedkoper, voor mensen met een Stadspas met groene stip was hij zelfs gratis. Ik twijfelde. Met een ID-kaart kun je alles wat je met een paspoort ook kunt, behalve heel verre reizen maken – maar wanneer maak ik die nou nog? Verder dan Italië kom ik tegenwoordig niet meer, en daar heb je geen paspoort voor nodig. Ik besloot voor een ID-kaart te kiezen. Als ik een paspoort nodig had, kon ik dat altijd nog aanschaffen.
Met de pasfoto’s die ik in een hokje op het Amstelstation had gemaakt fietste ik naar het stadsdeelkantoor, waar een ambtenaar me mijn paspoort afnam en me een formulier overhandigde. ‘U mag in dat vakje uw handtekening zetten.’
Ik zette de handtekening en gaf het papier terug. De vrouw pakte het aan en verfrommelde het. Ze printte een nieuw formulier. ‘Binnen de lijntjes,’ zei ze streng.
Heel secuur zette ik mijn handtekening. ‘Hij ziet er nu wel een beetje anders uit,’ zei ik.
‘Daarom nemen we ook vingerafdrukken.’ De vrouw legde een apparaatje voor me op de balie en poetste het glasplaatje schoon. Daar moest ik mijn wijsvinger op leggen. ‘Harder drukken,’ zei ze, ‘ik zie niks.’
Een groen lampje begon te flikkeren. De vrouw tuurde op haar beeldscherm en fronste. ‘Nou ja, dat moet dan maar.’
‘Niet goed?’
‘Onder het gemiddelde.’ Ze draaide het beeldscherm naar me toe. Ik las: Vingerafdruk is van mindere kwaliteit.
De vrouw vroeg om mijn duim. Weer begon het groene lampje te flikkeren; ook mijn duimafdruk was van mindere kwaliteit. ‘Normaal doen we alleen wijsvinger en duim,’ zei de vrouw, ‘maar omdat uw afdrukken onder de maat zijn, wil de computer al uw vingers zien.’
Geen van mijn vingers slaagde voor de test. Ik had geen vingerafdrukken en ook geen paspoort meer, bestond ik eigenlijk wel? De computer koos tenslotte mijn pinken, die scoorden het best. Ik verliet het kantoor een stukje kleiner dan ik binnengekomen was.
Een week later lag mijn ID-kaart klaar, een handig klein pasje dat perfect in mijn portemonnee paste. De vrouw achter de balie vroeg of ik mijn paspoort terug wilde. Toen ik knikte pakte ze een heggenschaar en knipte er een stuk uit.
Ik toetste mijn pincode in om mijn nieuwe ID af te rekenen.
‘Wat gek,’ zei de ambtenaar, ‘dit is nog nooit gebeurd, er komt geen bonnetje uit.’
Schrijver Marieke Groen leeft van heel weinig geld, maar voelt zich nooit arm.
Ze heeft er een kunst van gemaakt om met minimale middelen maximaal te kunnen genieten en deelt hier haar beste bespaarhacks.