Het klimaat verandert en dat is deels te wijten aan ons eigen gedrag. Want alles wat we doen heeft impact op het milieu – autorijden, vliegen, huizen bouwen, kleren kopen… Ben je benieuwd hoe je jouw ecologische voetafdruk kunt verkleinen? Nou, door bijvoorbeeld eens kritisch te kijken naar je bammetje met kaas.
Kaas, de meeste Hollanders zijn er gek op. Maar welke kaas moet je nu eten om het milieu zo min mogelijk te belasten? Voor deze vraag moeten we allereerst naar de bron van alle kaas: melk. Bij de melkproductie vindt namelijk bijna alle broeikasuitstoot plaats die betrokken is bij het kaasproces. Afhankelijk van het type melkveehouder zit daar binnen Nederland nogal wat variatie in; zo stoten de best presterende boeren bijna de helft minder uit per kilogram geproduceerde melk dan de slechtst presterende.
Maar dat is niet het enige nadelige effect van de kaasproductie. Al die koeien moeten namelijk ook eten en daarvoor importeren veel boeren soja uit Zuid- en Noord-Amerika als voer, als aanvulling op hun grasdieet. Met name in Zuid-Amerika worden hiervoor grote hoeveelheden bos gekapt die normaal gesproken ook enorme hoeveelheden koolstof opslaan, en neemt de biodiversiteit in rap tempo af. Ook hier in Nederland zorgen grootschalige melkveehouderijen voor een verlies aan biodiversiteit.
De eenvoudigste manier om duurzaam met kaas om te gaan is dan ook: minder kaas eten! Lukt dat je echt niet, ga dan voor jongere en zachtere kazen, want die hebben veel minder melk nodig per kilo kaas dan hun oudere en rijpere broertjes. Ook de keuze voor een biologische kaas lijkt een open deur. Maar let op, want hoewel de melk voor deze kazen kunstmest-, pesticiden-, hormoon- en antibiotica-vrij geproduceerd is (een plus voor duurzaamheid), kan het zijn dat ook deze melkveehouders hun koeien geïmporteerde soja voorschotelen.
Kun je dan eigenlijk nog wel kaas eten zonder schuldgevoel? Ja, door bijvoorbeeld je kaas in te slaan bij een boer die volgens kringloopprincipes produceert. Die is niet alleen vriendelijk voor zijn koeien en zijn land, maar gebruikt ook geen geïmporteerde soja als veevoer en stemt zijn hoeveelheid koeien af op de eigen veevoerproductie. Het is nog even wachten op het keurmerk voor dit soort producten, maar het is een kleine moeite om dit na te vragen bij je lokale boer. Mooie voorbeelden van zulke kaasboerderijen zijn Remeker, Graasboerderij, Ekoboerderij Arink en Keizersrande.
Voor een uitgebreider antwoord (en voor nog veel meer interessante vragen) kun je terecht bij de Klimaathelpdesk. Je kunt er ook een eigen vraag stellen. Zie www.klimaathelpdesk.org/.