De Jas

‘Het barst hier van de stiekeme alcoholisten’

Tom de Ket vormt met Victor Löw, George van Houts en Leopold Witte en een gastacteur het succesvolle Nederlandse theatergezelschap De Verleiders. Terugkerende thema’s zijn verleiding en hebzucht. Na eerdere spraakmakende stukken over vastgoedfraude en de financiële sector, geven De Verleiders nu in Slikken en stikken een second opinion over ons zorgstelsel. In januari staan ze in met hun voorstelling in Carré.
Tom de Ket woont met vrouw en zoon aan de Durgerdammerdijk in Durgerdam.

Hoe lang woon je hier al?
“We zijn hier twee weken nadat onze zoon geboren is naar toe verhuisd. Dat is acht en een half jaar geleden.”

Was Durgerdam in die tijd een gewilde plek?
“De huizenmarkt was toen al overspannen. Ik dacht: ik doe gewoon een bod zonder voorbehoud van financiering. Dat is gelukt.”

Nooit spijt gehad?
“Nooit.”

Klopt het dat deze woning een beetje scheef staat?
“Het loopt helemaal scheef af. Het is gebouwd op veen, het hele huis staat op koeienhuiden.”

Dat wist je van tevoren?
“Het is me verteld.”

Kom je vaak in het enige café, De Oude Taveerne?
“Dat café wordt eigenlijk door elke Durgerdammer gemeden. De uitbater is een lul van een vent. Echt een hork.”

Een toeristenfuik.
“Je kan er zo’n ongelooflijk leuke tent van maken. Het eten is er ook verschrikkelijk, doodzonde. Je mist hier echt een goede kroeg. Die was er vroeger wel, maar dat is van voor mijn tijd.”

Er zou een markt voor zijn?
“Zeker! Je hebt het barst hier van de stiekeme alcoholisten.”

Je boodschappen moet je doen bij de Landmarkt, dat lijkt me een opgave.
“Waarom?”

Ver weg, dure spullen.
“O, ik vind het een ontzettend leuke supermarkt, allemaal leuke spullen. En ja, je bent wel bij de groentejuwelier terechtgekomen. Maar wel goed.”

Is het hier beklemmend? Omdat je elkaar allemaal kent.
“Als je je hier vestigt moet je je committen aan het dorpsgevoel. Mijn zoon zit hier op voetbal bij DRC – Durgerdammer Racing Club –, dat is hartstikke leuk. Tot voor kort was ik coach, heb ik drie jaar gedaan. Op het terrein is ooit All Stars opgenomen.”

Het uitzicht, geniet je daarvan?
“Ik heb niet zoveel tijd, maar in de zomer is het fantastisch. Je ziet: we hebben twee houten stoelen op de dijk gezet. Elke dag is het uitzicht anders en af en toe word je getrakteerd op hele mooie broddelwerkjes van God. En verder wonen we eigenlijk in de ganzen.”

Je ziet de stad dichterbij komen.
“Ja, het rukt op. Ik heb nog geluk dat ik aan het eind van de dijk zit.”

Er komt natuurlijk een keer een wethouder die denkt: hee er kunnen op die weilanden nog heel veel huizen staan.
“Dit is allemaal beschermd dorpsgezicht.”

Wat zijn de nadelen van hier wonen?
“Een bioscoopje pakken is wel lastig, zeker met een kind. Al moet ik zeggen dat wij mazzel hebben want er woont hier een drieling aan de dijk. Die passen allemaal op. Als je nog heel veel uit wilt gaan kan ik me voorstellen dat Durgerdam niet ideaal is, maar ik heb daar geen last van. Ik sta iedere avond in het theater.”

Ben je meer gaan fietsen sinds je hier woont?
“Ik heb onlangs een elektrische fiets gekocht, een Qwic. Die worden op IJburg gemaakt. Dat bevalt fantastisch, had ik veel eerder moeten doen. Ik moet telkens die twee kutbruggen over.”

Je bent je hier veel bewuster van de elementen.
“Dat is ongelooflijk, je bent je hier altijd helemaal bewust van het weer. De wind, de regen die op het dak klettert.”

Wat is je favoriete seizoen?
“Ja, de zomer. Maar als het ’s winters echt vriest is het hier ook fantastisch. Je bindt op je steigertje schaatsen onder en je gaat zo, rats, het Waterland in.”

Heb je veel contact met je buren?
“Je komt veel bij elkaar over de vloer, je helpt elkaar en je eet soms samen. Er zitten hier veel creatieven: reclamejongens, filmmakers, een kinderboekenschrijfster, een kinderboekillustratrice, een rechter, regisseurs, een uitgever, televisiemakers… Het werkt overlapt zelfs in sommige gevallen.”

De multiculturele samenleving is ver weg.
“Het is allemaal well to do, dat klopt.”

Zijn er plekken in Durgerdam die de gemiddelde Amsterdammer niet kent?
“Nee, het is een lintdorp. What you see is what you get.”

Heb je geen last van alle toeristen?
“Ik word gek van wat er op zondag aan de woning voorbijtrekt. De Oldtimersclub, de Harley Davidsonclub, de solexclub en al die wielrenners. Die klote fietsclubs, die keihard over de dijk knallen. Ouwe mannen die denken dat ze Contador zijn. Het gaat hard en ze zijn arrogant, ik heb soms de neiging ze van die fietsen af te rammen.”

Maar voor de rest is het een idylle?
“Ja.”