De eerste keer dat het nieuwe gebouw in Cruquius mij uit de verte opviel, was ik verontwaardigd. Ik reed over de Ringweg en keek, in eerste instantie goedkeurend, naar de enorme bouwkranen in het Cruquiusgebied. Hier zou vast een interessant onderwerp voor mijn column in de Brug verrijzen. Totdat een roodbruine kolos met kleine raampjes mij opviel die hoog boven het gebied uittorende. Huh? Is die woonkazerne uit de grond gestampt toen ik even niet oplette?
Mijn verontwaardiging moet, niet helemaal terecht dat geef ik toe, gevoed zijn door het gevoel dat dit gebouw helemaal buiten mij om, zomaar, ontstaan is. Geen eindeloze inspraakronden en planwijzigingen zoals bij de ontwikkeling van de nabijgelegen hoogbouw van The Fountainhead / De Steltloper. Zelfs geen wervende reclameborden gezien. Dit gebouw is ons gewoon overnight in de maag gesplitst. Terwijl ik toch minstens elke twee maanden in het gebied kom.
Ik besluit het geval van dichtbij te gaan bekijken. Aangekomen bij de ingang van het Cruquiusgebied begint het mij te dagen. De ruwbouw, een luchtige stapeling van witte betonvloeren en witte kolommen heb ik wél zien ontstaan. De luchtige witte constructie sloot goed aan bij de overige luchtige witte constructies in Cruquius. Maar na mijn laatste bezoek hebben de bouwers razendsnel de complete roodbruine gevelbekleding ertegenaan geplakt en de luchtige witte constructie veranderd in een ongenaakbare roodbruine monoliet.
Van dichtbij zie ik dat de kolos in vier afzonderlijke brokken is gesneden die ieder een stukje uit elkaar geschoven zijn. Waar de brokken verder uit elkaar geschoven zijn is een binnengebied ontstaan dat de entree tot het hotel vormt. Op twee andere plekken zijn de brokken slechts een paar meter uit elkaar geschoven, waardoor spectaculaire smalle, 40 meter hoge spleten zijn ontstaan. In het ruime binnengebied is een gevel hellend naar voren gezet zodat de ruimte op de grond breder is dan de ruimte boven. In contrast met de roodbruine keramische gevelpanelen zijn de binnengevels bekleed met witte geperforeerde staalplaten. Yin en yang. Best een leuk concept. Bést leuk, maar toch wringt er iets.
Thuisgekomen laat ik de foto’s zien aan mijn echtgenote. Bij twijfel doe ik dat vaker. Ze kijkt kort naar de foto’s, denkt even na, en roept beslist uit: ‘Totáál niet mooi! Asj-el-em. Typisch asj-el-em,’ lispelt ze nog giftig. Navraag leert dat ze het Franse begrip HLM bedoelt, de afkorting voor habitation à loyer modéré. Vrij vertaald: sociale huurwoning. Ze heeft een jaar in een Franse provinciestad gestudeerd, vandaar. Zoals bekend zijn de Fransen goed in een paar dingen, en één ervan is het optrekken van een troosteloze banlieue aan de rand van élke grote en middelgrote stad in het land. Ze heeft wel een punt. Ik ben een keer verdwaald in de banlieue van het Noord-Franse Metz en daar had het Amsterdam City Harbour Hotel niet misstaan. Hier had meer in gezeten. Daarom een beperkt aantal sterren voor dit hotel. Hoewel het bést een leuk concept is.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl