Sport

‘Als ze “kanker” roepen, gaan ze eruit’

Op tafel liggen grensrechtersvlaggen, ernaast staat een verdwaalde rollator. In de rommelige bestuurskamer van SC Overamstel zit Bennie van Lent. De forse Belg is een veel geziene scheidsrechter op Sportpark Middenmeer. Althans, tot afgelopen jaar; bij Bennie zijn namelijk twee tenen geamputeerd. Aan zijn rechtervoet draagt hij verstevigd schoeisel. We praten over zijn passie voor fluiten. En over het leven.

Hoe kwam deze Belg in Amsterdam terecht?
“Ik zat in Duitsland en zocht daarna werk in Amsterdam. Ik werkte in een restaurant. Schoonmaak, afwas, alles. Inmiddels maak ik al zo’n 27 jaar schoon bij Science Park, met mijn vrouw. Nu werk ik niet; ik ben diabeet en ze hebben twee kleine tenen geamputeerd. Ik fluit daarom ook niet.”

Wanneer begon je met fluiten?
“Rond 2009. De voorzitter van Ankaraspor vroeg of ik wedstrijden wilde fluiten voor een tientje. Mij best. Ik had het nooit gedaan. Daarna floot ik iedere week. Het was raar. Ik wist wel wat regels, maar niet zoveel. Daarom mocht ik een scheidsrechterscursus volgen bij de KNVB. Ik kan niet zo goed lezen, dus dacht dat ik niet ging slagen. Uiteindelijk is het gelukt. Ik heb overal in Oost gefloten: Ankaraspor, TOG, Fortius, Diemen, jeugdwedstrijden. Geld heb ik nooit gevraagd. Als ze willen, gaan ze maar met de pet rond: prima. Bij Ankaraspor en Overamstel mocht ik altijd gratis eten en drinken. Gezellige mensen daar.”

Wat vind je mooi aan fluiten?
“De sfeer, alles eromheen. Binnen de lijnen ga ik ervoor. Ik ben voor niemand. Bij een overtreding fluit ik, klaar. Clubscheidsrechters die voor hun eigen club fluiten? Rotzooi. Ik heb ook wel eens vlaggers weggestuurd als ze partijdig waren. Spelers roepen van alles. Ze kunnen ‘dikke’ roepen, maar dat doet me niks. Ik bén ook dik, klaar. Maar als ze ‘kanker’ roepen, gaan ze eruit. Zo ben ik en dat weten ze. Ik geniet als ze na afloop naar me toe komen en zeggen: ‘Je had gelijk hoor, scheids.’ Nooit heeft iemand gezegd: ‘Bennie, je hebt kut gefloten.’ Nooit. Dat durven ze niet eens.”

En nu mis je twee tenen.
“Ik heb ook drie keer een hartstilstand gehad. Mijn vrouw heeft me steeds gered, die staat altijd voor me klaar. Ik denk er niet over, leef gewoon door. In het ziekenhuis moest ik haar beloven te stoppen met fluiten omdat ik rustig aan moet doen, maar… Dat kan ik niet! Fluiten zit in het bloed, een heel moeilijke beslissing. Maar ik ga met haar praten. Als ik minder wedstrijden fluit, kom ik er misschien onderuit. En rozen doen het altijd goed hè!”

Hij lacht hardop en legt zijn rechtervoet op tafel voor de broodnodige rust.

Door Gijs Lauret

Meer voetbal.