De Jas

‘Als je dingen wilt maken, echt wilt creëren, dan blijft het spannend’

Henk Hofstede is meer dan veertig jaar zanger bij Nits en woont al zijn hele leven in Oost.

I was born in a valley of bricks, where the river runs high above the rooftops.
I was waiting for the cars coming home late at night, from the Dutch mountains 

Aldus Hofstede in hun grootste hit In the Dutch Mountains. Wie denkt dat dit liedje gaat over de heuvels in Zuid-Limburg heeft het mis. “Het nummer gaat over mijn jeugd in Amsteldorp,” zegt hij op een mooie woensdagmiddag begin november, wijzend richting de Celsiusstraat. We hebben afgesproken voor het onlangs gesloten café De Omval en zitten op een bankje, netjes op anderhalve meter afstand van elkaar. 

“Mijn moeder heeft haar hele leven in deze buurt gewoond en ook mijn grootouders en andere familie. Amsteldorp is natuurlijk geweldig, maar op een gegeven moment ben ik weggegaan, omdat ik het niet geschikt vond als begintwintiger alleen maar omsingeld te zijn door bekenden.”

Toen u heel klein was, is hier uw muzikale carrière begonnen.
“In de Fahrenheitstraat had je gebouw Frankendael en op mijn achtste maakte ik daar voor het eerst muziek. Rob de Nijs en The Lords repeteerden er, begin jaren zestig, en dat maakte indruk. Ook Ria Valk woonde in het dorp. Mijn familie was heel muzikaal. Mijn ouders zaten in de operettevereniging en verjaardagen bij ons begonnen en eindigden met samenzang.”

Ondanks dat u het dorp verliet, bleef Amsteldorp terugkomen in uw muziek.
“Mijn moeder woonde in de Réaumurstraat en op het kruispunt hebben we de clip voor JOS-Days opgenomen. We hebben in haar huis gefilmd, omdat het liedje handelt over mijn jeugd in Oost. Voor een voetbalnummer is het overigens best een complex liedje. Het gaat over de oorlog, verlies en het breken van familietradities.”

Als u nu zo door de buurt loopt, wat voor gevoel heeft u dan?
“Heel vertrouwd. Ik ben hier blijven komen omdat mijn moeder hier altijd is blijven wonen. Toen het thuis niet meer ging is ze doorgegaan naar De Open Hof. Ik woon nog in Oost, dus even op de fiets en je bent er. En nu eigenlijk nog steeds. Ik kom net bij kapsalon Van Geemen vandaan. Rudy was mijn schoolvriend en die heeft weer de zaak van zijn vader overgenomen en zit er nu dus nog steeds. De kapsalon is totaal hetzelfde als zestig jaar geleden. Dat is bijzonder.”

U verliet Amsteldorp en kraakte een woning op Kattenburg.
“Ik zat op de kunstacademie en moest gewoon weg. Ik had een ander leven, het was rond 1974 en met de eerste Nits repeteerden we waar ik woonde. Vervolgens heb ik op allerlei plekken in het stadsdeel gewoond.”

U woont nu aan het Oosterpark, om de hoek waar Theo van Gogh werd vermoord. 
“Ik werd ’s ochtends wakker van de geluiden van de schoten. Even daarna kwam ik er achter wat er was gebeurd. We zaten midden in de opname van een nieuwe plaat, die uiteindelijk Les Nuits is gaan heten. Het was al een donkere plaat en in die periode na de moord heb ik drie liedjes geschreven over drie winkels op de Linnaeusstraat. Een observatie vanuit drie plekken op de moord: de sleutelwinkel, de pizzeria en de wasserette.”

Nits bestaat meer dan vijfenveertig jaar. Blijft het leuk?
“Zeker. Als je dingen wilt maken, echt wilt creëren, dan blijft het spannend. En het maakt niet uit dat we dat al heel lang doen. In de jaren zestig nam ik hier in Amsteldorp met Midas, de voorloper van Nits, mijn eerste muziek op en nu neem ik nummers op in onze eigen studio. Het is een andere tijd, het gevoel is hetzelfde. Eerst is er niets, dan is er iets.”

Waar komt u graag in Oost?
“Ik ben eigenlijk wel een Marqt-fan. Ik vond het al een fijne winkel toen ze in de Utrechtsestraat zaten en nu zit er een filiaal bij mij om de hoek en dat is erg prettig. Vroeger kwam ik veel op de Dappermarkt, en dan vooral voor mijn dagelijkse boodschappen.”

Volgens de overlevering is de plaat Kilo ontstaan op de Dappermarkt.
“Dat klopt. Met een apparaatje nam ik de aardappelverkoper op en die riep de hele dag: ‘een gulden de kilo’. Aan het begin van het nummer Dapperstreet hoor je dat ook terug. Ik woonde in de jaren tachtig in de Dapperbuurt en die werd helemaal gesloopt. Het was een oude buurt met veel junks en ellende. De plaat gaat over de teloorgang van de buurt.”

Door Jim Jansen