Aida Olujić: ‘Vrede heeft geen alternatief’

In de jaren negentig vluchtten duizenden Bosniërs naar Amsterdam, op zoek naar veiligheid terwijl de oorlog hun land verscheurde. Aida Olujić kwam na deze verwoestende oorlog naar Nederland, een bewuste keuze om een nieuw bestaan op te bouwen. Na jaren in asielzoekerscentra vond ze haar thuis in Amsterdam. Daar bouwde ze een leven op als sportcoach, expert sociaal werk, én verbindende kracht binnen de Bosnische diaspora.  

De eerste Bosniërs kwamen al vóór de oorlogen in voormalig Joegoslavië naar Nederland, vaak als gastarbeiders in de jaren ’60 en ’70. Deze eerste migranten vormden de basis voor latere ketenmigratie naar steden als Amsterdam. De échte migratiegolf vond plaats in de jaren ’90, tijdens en na de Bosnische oorlog (1992–1995). Na het beleg van Sarajevo en de genocide van Srebrenica ving Nederland zo’n 25.000 Bosniërs op. Van hen vestigden velen zich in Amsterdam.

Fakkels en granaten
Aida groeide op in Bosnië en Herzegovina, als kind van een dirigent en een gymdocente, in een religieus gemengd gezin: katholiek, moslim en orthodox. Toen de oorlog uitbrak, studeerde ze in Kroatië. Ze besloot terug te keren naar Bosnië. “Ik wilde iets doen voor mijn land. Ik werkte vier jaar bij het Rode Kruis. We regelden communicatie tussen kampen, wisselden krijgsgevangenen uit, en zorgden voor voedselvoorraden. Ik zag treinen vol huilende mensen, moeders met baby’s, die met hun lege tasjes arriveerden om ze te vullen met voedsel.”

De stad waar Aida woonde werd omsingeld. Er was maandenlang geen eten en VN-vliegtuigen dropten ‘s nachts pakketten. “We maakten fakkels van katoen om de pakketten te zien, maar dan liepen we kans om te worden beschoten. Iedereen had honger. Een vriend en ik kochten een koe van een vluchteling bij het treinstation. We hadden melk voor alle kinderen in de buurt. Tot een granaat insloeg en de koe dood was.”

Gezinnen leefden zonder stroom en verwarming in flatgebouwen, terwijl er 200 meter verderop aanslagen werden gepleegd. Aida raakte tweemaal gewond door granaten. “Oorlog is verschrikkelijk. Vrede heeft geen alternatief. Ik wist altijd: als ik klaar was met studeren, zou ik naar het buitenland gaan, een paar jaar, en dan terug. Maar na de oorlog wist ik: ik moet een nieuw leven opbouwen.” Ze kwam naar Nederland.

Een nieuw begin tussen muren
De 23-jarige Aida belandde in een noodopvang in Zevenaar. Daarna volgden asielzoekerscentra in Dronten en Alkmaar, waar ze in totaal twee jaar en zeven maanden wachtte op statusverlening. “Ik voelde me opgesloten. Ik had geen waardigheid. In de oorlog wist ik tenminste waarvoor ik leefde en wat ik kon doen voor anderen. In het AZC mocht ik niets: niet werken, geen taal leren, alleen wachten.” Op zaterdagen ontving ze 20 gulden en een stempel in haar boekje. In de winkels in het centrum van Alkmaar keken winkeliers haar argwanend aan. “Alsof ik erop uit was om iets te stelen.”

Grijs gebied
Na haar statusverlening kreeg ze een woning in Amsterdam-Oost, daarna in de Utrechtsedwarsstraat. “Dat was vrijheid. De deuren van Vluchtelingenwerk stonden altijd voor me open, Amsterdammers waren vriendelijk. Ik kon eindelijk proberen om een leven op te bouwen.” Nadat ze bij een bakker op de Dappermarkt alleen in de winkel overbleef, terwijl iedereen wegvluchtte en ‘brand’ schreeuwde, werd het tijd om de tot nu toe onverstaanbare Nederlandse taal te leren en stapte ze naar een opleidingscentrum.

Door een Melkertbaan kon Aida aan de slag als sportinstructrice. Ze gaf aerobiclessen, schaats- en tennisles, en werkte negen jaar als sportbuurtmedewerker in Watergraafsmeer. “Ik ben een regeltante. Ik organiseer, verbind, regel alles wat nodig is.”
Ondertussen ontmoette ze haar partner, een geboren Amsterdammer. Samen hebben ze een dochter van 18 jaar. Amsterdam voelde vanaf het begin als thuis. “In Amsterdam mag je jezelf zijn, als je anderen maar geen last bezorgt. Alle deuren staan open.” Vooroordelen over Bosniërs ervoer ze nauwelijks. “Met de buren organiseren we activiteiten, en helpen we elkaar. In Amsterdam leven we gewoon met elkaar. Overal ter wereld heb je goede en slechte mensen. Maar niets is helemaal zwart-wit; het leven is grijs. In Amsterdam accepteren mensen dat, hier hoef je niet perfect te zijn.”

Vrede als enige alternatief
Naast haar leven in Amsterdam, blijft Aida zich inzetten voor haar landgenoten in Bosnië. Ze organiseerde inzamelingsacties na overstromingen in Bosnië in 2014. “Binnen tien dagen ging er een vrachtwagen vol hulpgoederen naar Bosnië, met spullen van scholen en buren in Amsterdam.”

Als voorzitter van Platform BiH, een overkoepelende Bosnische organisatie in Nederland, onderhoudt ze structureel contact met de Nederlandse overheid. Zo lobbyt ze al tientallen jaren voor een Srebrenica-monument. “Het is onbeschrijfelijk wat er toen is gebeurd. Vrede heeft geen alternatief. Mensen beseffen niet hoe belangrijk vrijheid is, totdat ze het verliezen. Ik heb oorlog gezien. Ik wil dat nieuwe generaties leren wat dat betekent en dat we onze vrijheid moeten beschermen. Deze boodschap kunnen we doorgeven via zo’n monument.”
Daarnaast leidde Platform BiH in 2022 een demonstratie in Brussel tegen de politieke dreiging van afscheiding in Bosnië enHerzegovina.“Er kwamen 30.000 tot 40.000 mensen uit heel Europa. Direct daarna volgde een dankdag voor Nederland, om ons gastland te bedanken voor de kansen en vrijheid die we hier kregen.”

Vrijheid
De Bosnische gemeenschap in Amsterdam, bestaande uit enkele duizenden mensen, vormt deel van een landelijk netwerk van zo’n 39.000 personen (0,22% van Nederland). Velen van hen, zoals Aida, vervullen sleutelrollen als sportinstructeurs, zorgverleners, docenten en ondernemers. Ze organiseren herdenkingen, festivals, sportevenementen en buurtacties die bruggen slaan tussen cultuur, gemeente en bewoners. “Hier kun je je dromen najagen, hoe moeilijk ook. Amsterdam gaf me vrijheid. Ik wil blijven teruggeven aan deze stad, want dit is nu mijn stad. Hier hoor ik.”

Tekst: Raksha Hoost / Fotografie Natasa Cvjetkovic

Verankerd in Amsterdam
Dit is een verhaal in de serie Verankerd in Amsterdam, een samenwerking tussen Mediagroep Amsterdam en de gemeente. 750 Amsterdamse verhalen worden samengebracht onder één digitaal dak. amsterdam750.nl/verhalen