Misschien is het een leuk gezicht: enorme cruiseschepen die vanaf IJmuiden tot in het Oostelijk Havengebied varen. Minder leuk is dat de cruiseterminal aan de Piet Heinkade de omliggende woonwijken vervuilt. Bovendien soupeert hij sinds kort de schaarse stroom op van Amsterdamse woningbouwlocaties en bedrijven.
Grote cruiseschepen zijn extreem vervuilend. Wetenschappelijk onderzoek in Europese steden stelde vast dat cruiseschepen in een jaar meer uitstoten dan 1 miljard auto’s in dat zelfde jaar. Het is dus terecht dat de gemeente Amsterdam, in navolging van andere grote havensteden, op het centrale IJ binnen tien jaar – vanaf 2035 – ‘cruisevrij’ wil zijn. Volgend jaar al wordt het aantal bezoekende zeereuzen afgebouwd van 190 naar 100 per jaar. De twee nog te bouwen bruggen over het IJ plus de voetgangerstunnel (achter CS) zijn de urgente reden. Mét cruiseschepen op het IJ kunnen die vaste verbindingen niet.
Maar de cruiseterminal lijkt het Amsterdamse beleid te saboteren. Dit voorjaar opende het bedrijf een walstroomvoorziening. Het vroeg (en kreeg) daarvoor onder meer 5 miljoen subsidie van het rijk, de totale aanlegkosten liggen veel hoger. Walstroom lijkt een manier om de vervuiling tegen te gaan, maar dat is pas als het schip heeft aangelegd. De uitstoot tijdens het varen langs de woonwijken van West, Noord, Centrum en Oost blijft. Sowieso is het vreemd om veel overheidsgeld te investeren in een locatie die gaat sluiten.
Een dergelijke grote investering maakt de passenger terminal (PTA) ‘toekomstbestendig’, las ik ergens. Alles wijst erop dat de cruiseterminal stiekem voorsorteert op een langer verblijf. Zo haalde de PTA onlangs de Holland-Amerikalijn terug met vijftien vertrektochten per jaar vanaf de Piet Heinkade. Dit sterfhuis voor cruiseschepen lijkt meer op een geboortekliniek.
De PTA bekommert zich niet om schone lucht en fietsbruggen over het IJ. De gemeente slaapt. Ik heb in de media althans niets gelezen over hoogoplopende raadsvergaderingen rond deze dubieuze locatie voor walstroom. Als je al walstroom voor love boats wil, moet dat natuurlijk op een eventuele nieuwe locatie buiten de dicht bewoonde stad.
De meest wrange aap in deze kwestie kwam voor mij pas onlangs uit de mouw. Stroom is in Amsterdam zeer schaars geworden. Het stroomnet kan in delen van Noord – zoals de Klaprozenbuurt en de Buiksloterham – de groeiende vraag niet aan. Hoe lukte het dan om extreem veel stroom te garanderen voor cruiseschepen? Ik las het met open mond in een ondernemersmagazine waar de Port of Amsterdam zonder schaamte over deze slimmigheid vertelde: “Om de klus te klaren hebben we twee grote contracten afgesloten, waaronder een elektriciteitskabel van Amsterdam-Noord hiernaartoe. Vanaf het elektriciteitsstation aan de Papaverweg in Noord heeft de netbeheerder 4,4 kilometer kabel door de IJtunnel getrokken.”
Oef. Moest de IJtunnel de afgelopen zomers hierom zo lang dicht? In Noord kunnen straks woonwijken, supermarkten en tal van maakbedrijven niet worden aangesloten op het stroomnet omdat zeekastelen de stroom aftappen. We staan erbij en kijken ernaar. Op deze manier zal de woonomgeving vervuild blijven en de woon- en werkgelegenheid van Noord stagneren. Maar ach, wie heeft er dan nog behoefte aan een brug?
