Wat begon met de overtocht van duizenden Hindostanen naar Suriname, vond decennia later een weg naar Amsterdam. De Hindostanen dragen een vaak vergeten geschiedenis met zich mee. Documentairemaker Feroz Amirkhan wil die zichtbaar maken: “Wij zijn hier omdat Nederland dáár was. We hebben deze samenleving mede vormgegeven, en blijven dat constructief doen.”
Vals Paradijs
Met zijn documentaire Vals Paradijs brengt Feroz Amirkhan, samen met zijn neef Pavan Marhe, de geschiedenis van de Hindostaanse contractarbeid in Suriname voor het eerst groots in beeld. De film werd ruim 170.000 keer bekeken op NPO en won een internationale prijs voor Best Short Documentary. Voor Feroz is dit pas het begin: “De periode ná de afschaffing van de slavernij moet in de schoolboeken staan. Kinderen moeten leren: ik ben van Hindostaanse komaf, mijn verleden mag er zijn en wordt erkend en gewaardeerd.”
Van Brits-Indië naar Amsterdam
Dat verleden begint bij de komst van ruim 34.000 Hindostaanse contractarbeiders uit Brits-Indië tussen 1873 en 1916. Wat hen als contractwerk werd voorgespiegeld, bleek in de praktijk een ‘vals paradijs’: zware arbeid, lage lonen en lijfstraffen. Slechts een derde keerde terug naar India; de meesten vestigden zich in Suriname en legden zo de basis voor de Hindostaanse gemeenschap in het Caribisch gebied. Rond de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kozen tienduizenden Hindostanen voor een nieuw bestaan in Nederland. Velen vestigden zich in Amsterdam, vooral in Zuidoost en Nieuw-West, waar de eerste mandirs, moskeeën, muziek- en dansgroepen en organisaties rond Hindostaanse identiteit ontstonden.
De onzichtbare gemeenschap
Toch bleven Hindostanen in Nederland vaak buiten beeld, volgens Feroz. “Individueel doen Hindostanen het goed als artsen, accountants en ondernemers, maar in het publieke debat blijven ze vrijwel afwezig. Daardoor blijft hun identiteit onzichtbaar, terwijl representatie cruciaal is. Onze kinderen moeten zien dat ook zij politicus, rechter of topvoetballer kunnen worden.”
Die onzichtbaarheid komt, volgens Feroz, mede doordat Hindostanen niet snel als Surinaams worden gezien. In de publieke verbeelding is de Surinamer meestal Afro-Surinaams, zichtbaar in politiek, entertainment en zakenleven. “Het is onze verantwoordelijkheid om dat beeld te verbreden en onze eigen identiteit meer uit te dragen door onszelf ook als Surinamer te benoemen.”
Identiteitsdriehoek
Voor Feroz is die zoektocht naar identiteit ook persoonlijk. Geboren in Zaandam en opgevoed door zijn Surinaamse moeder in Koog aan de Zaan, kleurde zijn wereld anders dan die van zijn voornamelijk witte dorpsgenoten: een andere huidskleur, geen vader, minder financiële zekerheid. “Uit de wens om erbij te horen, duwde ik mijn Surinaams-Hindostaanse kant weg.”
Toen hij op de middelbare school bij jongeren met een migratieachtergrond in de klas kwam, botste dat in eerste instantie. “Ik was geprogrammeerd om me aan te passen en ‘wit’ mee te bewegen.” Pas in de derde klas vond hij aansluiting: de waarden uit zijn Surinaams-Hindostaanse achtergrond, zoals een strengere opvoeding zonder alcohol en uitgaan, kwamen overeen met die van andere migrantenjongeren. Zo leerde ik al jong wat het betekent om tussen verschillende werelden en groepen te schakelen, omdat ik in elke groep ‘de ander’ was.
Zijn ervaringen maakten hem bewust van zijn meervoudige identiteit. “Als Hindostaan ben je gevormd door drie achtergronden: Surinaams, Indiaas en Nederlands. Mijn Surinaamse, Caribische kant staat voor levenslust, mijn Indiase kant heeft mijn cultuur gevormd, en de Nederlandse kant vooral mijn manier van denken. Ik zie dat als een driehoek, daartussen beweeg ik.”
Eilandjes
Vanuit dat meervoudig perspectief kijkt Feroz ook naar Amsterdam. Volgens hem is het een progressieve, linkse gemeente die ruimte biedt aan migrantengroepen, maar nog niet genoeg aan de Hindostaanse gemeenschap. Samen met een groep betrokkenen pleitte hij daarom in de gemeenteraad voor erkenning van contractarbeid, een plek in schoolboeken en een monument voor koloniaal contractarbeid. “Ons verleden verdient erkenning.”
Die erkenning staat maakt, volgens Feroz, deel uit van een bredere emancipatiestrijd. “De ervaringen van Hindostanen lijken sterk op die van bijvoorbeeld Turkse en Marokkaanse Nederlanders: opklimmen, uitsluiting, discriminatie.” Toch ziet hij eilandjesvorming. “Goed georganiseerd zijn binnen je eigen groep is belangrijk, maar we opereren soms te veel als individuele groepen. Te vaak worden groepen tegenover elkaar gezet, terwijl we vergelijkbare trauma’s en problemen kennen. Verbinding werkt beter.” Daarom maakte hij Vals Paradijs in samenwerking met Omroep Zwart, om gemeenschappelijkheid uit te dragen.
Verbonden verder
Na de uitzending van Vals Paradijs verwachtte Feroz veel negatieve reacties. Mensen, zoals Sylvana Simons en Akwasi, die in Nederland het slavernijverleden al eerder aankaartten, kregen vaak felle tegenwind. “Nu breng ik een ander donker hoofdstuk naar voren, maar de weerstand viel mee. Mede omdat de weg is geplaveid en je er nu over kúnt praten. De zwarte gemeenschap heeft die beweging knap en dapper gedragen en het narratief over het koloniale verleden verschoven. Dat creëert nu ruimte voor andere migrantengroepen om hún deel van het verleden zichtbaar te maken.”
Daarnaast wist Feroz uit zijn tijd als politiek lobbyist hoe belangrijk de juiste framing is.
Hij koos Feroz voor een verbindend narratief: eentje die niet met de vinger zou wijzen naar de witte Nederlander. “De feiten moeten hard op tafel, zonder romantisering. Maar het heeft geen zin huidige generaties schuld aan te praten. We moeten weten wat er is gebeurd en vervolgens verbonden verder gaan. Als je elkaars achtergrond en geschiedenis kent, groeit respect en empathie. Sociale cohesie is hard nodig in deze maatschappij.”
Toekomst
Feroz is vastbesloten om de lijn door te trekken. Hij werkt aan een tweede documentaire, dit keer in Zuid-Afrika, opnieuw over contractarbeid na de slavernij, maar met een andere invalshoek. De financiering moet nog rondkomen door middel van crowdfunding via GoFundMe, fondsen en subsidies. Ook droomt hij van een grote screening van Vals Paradijs in Amsterdam. “We hebben een internationale prijs gewonnen in Pathé Tuschinski, hartje stad. Een vertoning in Amsterdam zou de cirkel rondmaken.”
Tekst: Raksha Hoost / Fotografie Natasa Cvjetkovic
Verankerd in Amsterdam
Dit is een verhaal in de serie Verankerd in Amsterdam, een samenwerking tussen Mediagroep Amsterdam en de gemeente. 750 Amsterdamse verhalen worden samengebracht onder één digitaal dak. amsterdam750.nl/verhalen
