‘De geboorte van de stad’, heet de tentoonstelling in het Stadsarchief. Vanwege het jubileumjaar Amsterdam 750 kijkt de gemeente terug naar het allervroegste begin. De vraag of de eerste Amsterdammer ooit het IJ zag blijft buiten beschouwing.
Al snel na binnenkomst sta ik oog in oog met een glimlachende en ietwat verwilderde krullenbol. Speciaal voor het jubileum maakte een forensisch antropoloog een reconstructie van ‘de eerste Amsterdammer’. Op een groot scherm ernaast prijkt het jaar 1175 als beginjaar van Amsterdam. Verwarrend, we vieren toch 1275? Wie de berichtgeving heeft gevolgd weet dat Amsterdam met 1275 niet haar geboortedag viert, maar het 750 jaar oude tolprivilege van graaf Floris de Vijfde. Die perkamenten oorkonde is het oudst bewaard gebleven document waar de naam van de stad in voorkomt. Maar hoe oud is Amsterdam nou werkelijk?
Twaalfde eeuw
Zoals niet precies bekend is wanneer Amsterdam stadsrechten kreeg, zo is ook onduidelijk wanneer de eerste inwoners zich op de plek van het latere Amsterdam vestigden. Eeuwenlang gingen geschiedschrijvers en archeologen ervan uit dat Amsterdam pas in de dertiende eeuw ontstond – na 1200. Sinds opgravingen van de Noord/Zuidlijn weten we op basis van nieuwe wetenschappelijke technieken dat Amsterdam al in de twaalfde eeuw ontstond, ergens tussen 1100 en 1200. Maar wanneer in die eeuw is niet echt duidelijk. Je kunt denken: nou én? Maar in de Amsterdam-geschiedenis maakt dit een wereld van verschil. Het opent de mogelijkheid dat de eerste Amsterdammers er woonden zonder het IJ – en trouwens ook zonder de Amstel. Deze laatste lag omstreeks het jaar 1100 namelijk volledig in het huidige Amstelland. Rond 1100 stroomde in het oergebied van Amsterdam waarschijnlijk alleen de veenrivier het Waterlandse Die. Het IJ ontstond pas door de Allerheiligenvloed van 1170, en de Zuider-Amstel raakte pas rond de dertiende eeuw verbonden met het Waterlandse Die ofwel de Noorder-Amstel.
Eerste Amsterdammer
Om het klassieke ontstaansverhaal van Amsterdam als stad die ontstond op de plek ‘waar de Amstel uitmondde in het IJ’ overeind te houden, stelden de gemeentelijke archeologen 1175 in als officieel beginjaar. Het ontstaan van Amsterdam zónder IJ kon op die manier worden weggewuifd. Maar onbedoeld gooit de door het stadsarchief zo prominent naar voren geschoven eerste Amsterdammer zijn knuppel in het hoenderhok. Deze man is gevonden in een boomstamgraf onder de Oude Kerk. Recent onderzoek wijst uit dat hij overleed op ongeveer 25-jarige leeftijd tussen 1150 en 1215. Warempel, als hij tussen 1150 en 1170 overleed heeft hij de Amstel en het IJ nooit gekend. Als hij er geboren is, leefde hij er mogelijk al vanaf 1125. Bijna een halve eeuw vóórdat het IJ ontstond.
Een andere opmerkelijke bevinding is dat onze eerste Amsterdammer geen vis at. Onderzoekers stelden na botonderzoek vast dat hij vooral planten en landdieren at. Wellicht een aanwijzing dat hij in een Amsterdam woonde voordat het IJ er een vissersplaats van maakte? Het twaalfde-eeuwse plaatsje aan het Waterlandse Die moet een op het land georiënteerde boerengemeenschap van veenkolonisten zijn geweest.
Het lijkt alsof de eerste Amsterdammer dát geheim – het ontstaan van de stad zonder Amstel en IJ – meenam in zijn graf. Het stadsarchief en de gemeentelijke archeologen laten het daar al te graag rusten. Zoals Mark Twain ooit schreef: Never let the truth get in the way of a good story.
Op de foto Het Stadsarchief.
