Toen de eerste Chinese arbeidsmigranten zich in 1911 in Amsterdam vestigden, werden ze met argusogen bekeken. Ze waren exotisch, onbekend en kwamen vooral als goedkope arbeidskrachten voor de scheepvaart. Wat begon als een kleine groep zeelieden en stokers, groeide uit tot een veelzijdige gemeenschap. Yuen Keong Ng, Amsterdammer met Chinese roots: “De Chinezen dragen bij aan de verrijking van Amsterdam.”
Met behulp van het Stadsarchief, boeken, oude familiefoto’s en verhalen ontrafelde sterrenkundige en informaticadocent Yuen stap voor stap de stamboom van de familie Ng in Nederland – een speurtocht die nog altijd voortduurt. Die gaat terug tot 1911, toen de eerste Chinese arbeiders in Amsterdam aankwamen. Door een tekort aan Europese bemanningsleden, mede veroorzaakt door stakingen en de Eerste Wereldoorlog, werden ze massaal geworven als stokers en matrozen door rederijen zoals de Stoomvaart Maatschappij Nederland.
Een aantal van Yuens overgrootooms bekleedden hoge posities binnen de rederijen. “Wie op de boot vanuit China naar Nederland ging, werd mede bepaald door de familie Ng. Na aankomst verbleven de zeelieden in ‘boarding houses’ in de Amsterdamse havens, wachtend op een volgend contract. Ook daar bepaalde een Ng wie kon afvaren.” Ze werkten lange dagen voor lage lonen en hadden nauwelijks rechten. Na afloop van hun contracten werden ze vaak zonder ondersteuning aan wal gezet. Sommigen vestigden zich in buurten rondom de Binnen Bantammerstraat in Amsterdam, waar de eerste Chinatown van Nederland ontstond.
Het gele gevaar
Ondertussen werd de Chinees in het straatbeeld steeds vaker neergezet als ‘het gele gevaar’, een racistisch stereotype. Aziatische bevolkingen zouden een bedreiging voor het Westen zijn. Kranten en politici verspreidden het beeld van Chinezen als een gesloten gemeenschap die banen van Nederlanders afnam. Terwijl veel Chinese migranten werkten in sectoren die Nederlanders minder aantrekkelijk vonden, zoals de horeca. Daarnaast runden sommigen kleine bedrijven, zoals wasserijen en kruidenierszaken. In 1928 werd restaurant Kong Hing opgericht, het eerste Chinese restaurant dat ook Nederlandse klanten trok. Rond 1955 zou Yuens vader hier mede-eigenaar van worden.
Het zogenaamde ‘gele gevaar’ maakte vooral de Nederlandse man onrustig. “Amsterdamse vrouwen vonden Chinese mannen aantrekkelijk. Ze droegen maatpakken uit China, zagen er netjes uit en gedroegen zich beschaafd, in tegenstelling tot de vaak armere, hardwerkende Nederlandse mannen.”
Crisis, oorlog en overleven
De economische crisis van de jaren ’30 had een verwoestend effect op de Chinese gemeenschap. De scheepvaartsector stortte in, waardoor veel Chinese arbeiders hun baan verloren. Dit leidde tot ernstige armoede, dakloosheid en spanningen met de Nederlandse bevolking, die hen als ongewenste concurrentie zag.
De Nederlandse overheid reageerde met gedwongen uitzettingen. Chinezen werden zonder steun teruggestuurd. De gemeenschap werd steeds voorzichtiger. Toen Yuens vader in 1948 met een nieuwe golf migranten in Amsterdam arriveerde was dit merkbaar. “Chinezen waren veel stiller geworden. Ze staken hun kop niet meer boven het maaiveld uit. Dat werd mijn vader ook bijgebracht: zolang je niet opvalt, gebeurt je ook niks.” Pas in 1958 zou Yuens moeder de overtocht maken.
Van arbeiders naar ondernemers
Vanaf de jaren ’50 ontstonden meer Chinese-Indische restaurants. Terugkerende Nederlanders uit Nederlands-Indië hadden Aziatisch eten leren kennen, waarop de Chinezen slim inspeelden met gerechten zoals babi pangang en foe yong hai, speciaal voor het Nederlandse publiek. Dit leidde tot een explosieve groei. “Chinese restaurants boden in de jaren ’60 hun versie van de Indische rijsttafel aan voor zo’n 4,50 gulden. In de jaren ’80 en ’90 kon je ruim 2000 Chinese restaurants vinden in Nederland.”
Pas in de jaren ’70 begonnen authentiekere Chinese restaurants te verschijnen. Vanwege de betaalbaarheid was het nu ook mogelijk voor de gewone man om uit eten te gaan. “Chinees eten werd onderdeel van de Amsterdamse cultuur. In de jaren ’70 zag je dat duidelijk: een uur voor Studio Sport was het razend druk bij de afhaalrestaurants. Iedereen wilde op tijd dat pannetje met Chinees eten halen, zodat ze tijdens de uitzending konden genieten. Ik werkte eind jaren ’80 in een Chinees restaurant. Als het half zeven was en er nog mensen binnenkwamen, zag je de paniek—stel je voor dat het te lang duurde en ze de wedstrijd zouden missen.”
Respresentatie
Ondanks het economische succes van de Chinese gemeenschap bleef politieke representatie uit. In 1983 werd de Chinese gemeenschap niet opgenomen in de minderheidsnota, waardoor ze geen extra overheidssteun kregen. “Sommige Chinezen wilden niet als minderheid worden gezien. Er was trots, ook onder de rijke Chinezen.” Toch heeft deze afzijdigheid nadelen gehad. “Als je niet vertegenwoordigd bent, sta je achter in de rij.
Veel jonge Chinezen maken tegenwoordig carrière buiten de traditionele horeca dankzij het harde werk van hun familie. Een deel keert terug naar de restaurantwereld. “Het biedt vrijheid en is financieel aantrekkelijk. Een voordeel van een Chinees restaurant hebben, is dat het eten dat wordt verkocht vaak niet de favoriete gerechten van Chinezen zijn. Wat overblijft, wel. Misschien verklaart dat wel deels het succes van Chinezen restaurants: ze verkochten wat aansloeg bij de klant, terwijl ze zelf genoten van hun eigen favoriete maaltijden.”
Vooruitgang in de samenleving
De Chinese gemeenschap heeft de afgelopen eeuw een onmisbare plek ingenomen in Amsterdam. Toch ziet Yuen nog kansen voor groei. “Ik zou willen dat mensen zich bewuster zijn van de sterke wil binnen de Chinese gemeenschap om vooruit te komen—niet alleen voor zichzelf, maar voor de samenleving als geheel. Helaas zien ik vaak dat individuen zich richten op eigen succes. Terwijl saamhorigheid cruciaal is, ook buiten de Chinese gemeenschap. Mensen handelen nog binnen hun cultuur—Chinezen met Chinezen, Turken met Turken. Als we elkaar en elkaars achtergrond beter waarderen, kunnen we samen veel verder komen.”
Tekst: Raksha Hoost
Foto: Familie Ng foto. 29 juni 1961 in Restaurant Canton op de Nieuwendijk 65 – Archief Yuen Keong Ng
Verankerd in Amsterdam Dit is een verhaal in de serie Verankerd in Amsterdam, een samenwerking tussen Mediagroep Amsterdam en de gemeente. 750 Amsterdamse verhalen worden samengebracht onder één digitaal dak. amsterdam750.nl/verhalen