“Ik lig niet wakker van alle kritiek”. Citaat van Roberto Meyer, architect van hotel The Diamond aan het Leidseplein. Ik zie het ook niet voor me, Roberto Meyer wakker liggend van kritiek. Hierbij baseer ik mij vooral op zijn uiterlijke verschijning, die het midden houdt tussen de Franse architecten Jean Nouvel en Philippe Starck: immer in het zwart geklede mannen van middelbare leeftijd; een outfit op het randje van rock-’n-roll.
Het ontwerp van The Diamond is geïnspireerd op de Koh-I-Noor, een kapitale diamant die in 1852 in Amsterdam is geslepen. Een beetje lachwekkend eigenlijk, om een gebouw te modelleren naar een diamant. Maar ik begrijp wel het idee om aan het Leidseplein wat blingbling te brengen. Op de plaats van The Diamond stond voorheen Heineken Hoek, een ruim honderd jaar oud bouwsel. Het bestond uit drie samengevoegde panden van verschillende afmetingen en detailleringen, waarvan de bouwstijl nog het meest deed denken aan een uitspanning op de Lage Vuursche. Ondanks, of juist dankzij, de rommelige maar gezellige uitstraling van Heineken Hoek mocht dit grand café rekenen op veel sympathie van ‘oude’ Amsterdammers.
Toen de nieuwbouwplannen voor Heineken Hoek in 2022 bekend werden kwam er protest uit de hoek van liefhebbers van traditionele architectuur. De organisatie Architectuur Omslag Nederland schreef een prijsvraag uit voor een alternatief ontwerp. Het winnende ontwerp was van een Amerikaanse studente, met een gebouw dat veel weg heeft van het Hotel de L’Europe. Dit hotel zou overigens niet misstaan op het Leidseplein, maar er is een praktisch probleem met het maken van replica’s of interpretaties van oude gebouwen: hedendaagse architecten en bouwers kunnen het niet. Het resultaat zal zeker teleurstellen.
Daarnaast ben ik het oneens met het standpunt van Architectuur Omslag dat hier geen plaats is voor moderne architectuur. Ook in het centrum van Amsterdam is plaats voor het nieuwste van het nieuwste, als het maar goed gedaan wordt. Zoals bijvoorbeeld de Badkuip aan het Museumplein.
Caransa Groep, eigenaar van Heineken Hoek, had hetzelfde idee en maakte met architect Roberto Meyer een begrijpelijke keuze. Als iemand het kan, is hij het. Iemand moet de architect hebben ingefluisterd dat het gebouw op een diamant moest lijken. Hij had beter niet kunnen luisteren, want het is een bijna onmogelijke opgave. De gevel bestaat uit twee lagen. Een ‘echte’ gevel van witte aluminium gevelpanelen en een glazen scherm dat voor de gevel langs getrokken is. Het glazen scherm is op ingenieuze wijze uitgevoerd in driehoekige glaspanelen. Staalkabels en stalen pinnen houden de duizenden panelen bij elkaar. Deze staan in een flauwe hoek met elkaar zodat een blinkend, gefacetteerd oppervlak ontstaat, als van een diamant. Ter hoogte van de goot, althans op de plek waar de goot bij een traditioneel dak zou zitten, stopt de glasgevel abrupt. Hier was het geld op.
Ik zou eerlijk gezegd wel wakker liggen van al die glasplaten, staalkabels en pinnen. En van de ruimte tussen het glas en de gevel, waar de duiven klem komen te zitten en het vuil zich zal nestelen.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl