Amsterdamse terrasvergunninghouders werden begin deze maand onaangenaam verrast.
De belasting die ze over 2023 aan de gemeente moeten betalen voor hun terras is enorm, wat de ondernemers betreft disproportioneel gestegen. De gemeente besloot al in 2018 de precario voor terrassen in fases te verhogen. Door de coronacrisis werd die na 2019 tot dit jaar niet geheven.
Voor Yoeri, eigenaar van Bar Douwes op het Boerhaaveplein, valt de aanslag negen keer hoger uit. “In 2019 betaalde ik 350 euro. Over 2023 krijg ik een aanslag van 3150 euro. Dat valt slecht samen met mijn inkoop, die ook fors duurder is geworden. Om er niet bij in te schieten, moet ik mijn consumptieprijzen aanpassen.” Omdat alle kosten zijn gestegen heeft hij er begrip voor dat ook de terrasbelasting omhoog is gegaan. Het is vooral de manier waarop dit gebeurde die Yoeri stoort. “Dat de gemeente tijdens corona geen precario oplegde, was een mooi gebaar. Hoe ze daardoor misgelopen geld nu terughalen, lijkt op graaiflatie. Drie ruggen precario euro voor een strookje grond is bezopen. Graag had ik een brief ontvangen die deze onevenredige stijging aankondigt, uitlegt en een alternatief biedt. Ik betaal nu voor het afgelopen jaar en heb toen geen gelegenheid gehad mijn vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld door het aantal vierkante meters van het terras te verlagen. Met de huidige tarieven zou ik geen winterterras hebben genomen. Dat had mij 1000 euro gescheeld.”
Oorspronkelijk was de gemeente van plan de veranderingen in twee jaar tijd geleidelijk in te voeren en in 2020 en 2021 de prijzen te verhogen. Door de coronacrisis, die enorme gevolgen had voor de horeca, hief het college geen precario in 2020, 2021 en 2022 en miste de gemeente ruim 11,5 miljoen aan inkomsten. Volgens een woordvoerder van wethouder Hester van Buren (Financiën) verklaart dit waarom de terrasvergunninghouders de verhogingen nu pas merken.
De verhoogde precariobelasting is ook gebaseerd op ‘de druk op de openbare ruimte’. Een vergunninghouder met een terras op drukbezochte locaties in het centrum of in Zuid betaalt meer dan exploitanten in Zuidoost of Nieuw-West. Voor Yoeri zijn de verschillen niet uit te leggen. “Het tarief voor een collega van mij in het centrum is van 1200 naar 9000 euro verhoogd. Ik denk niet de gemeente beseft welke gevolgen dit heeft en dat hierdoor steeds minder mensen het zich kunnen veroorloven een biertje op het terras te drinken.” Vergeleken met de rest van Nederland is de Amsterdamse horeca een stuk duurder. Yoeri denkt dat dit verschil door de stijgende gemeentelasten alleen maar groter wordt. “Het Amsterdamse beleid staat haaks op aangrenzende gemeentes. Diemen is veel goedkoper en Amstelveen heeft helemaal geen precario. Ik begrijp dat voorzieningen in Amsterdam duurder zijn dan in andere gemeentes, toch zijn er genoeg middenwegen tussen afgelopen jaren geen precario en nu een stijging van 900 procent.”
Bar Douwes heeft andere Amsterdamse caféhouders en Koninklijke Horeca Nederland (KHN) aan zijn kant. Ze noemen dezelfde argumenten en voelen zich ook gepasseerd dat ze niet van tevoren zijn ingelicht. Eerder deze week berichtte Het Parool over stijgingen van 5000 naar 35.000 euro op het Marie Heinekenplein. De KHN vreest dat het exploiteren van terrassen voor sommige Amsterdamse ondernemers niet langer haalbaar is en pleit voor maatwerk.