De gemeente besteedt 3 miljoen euro om het slavernijmonument in het Oosterpark op te knappen. Het definitieve ontwerp wordt – na advies de stadsdeelcommissie – deze zomer verwacht. In het najaar beginnen de werkzaamheden. Streven is dat die voor de herdenking op juli 2025 zijn voltooid.
In overleg met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), Afro-Surinaamse organisaties, buurtbewoners en parkbezoekers richt de gemeente het gebied bij het slavernijmonument beter in. Het wordt een rustige, waardige, beter zichtbare plek met meer ruimte voor de jaarlijkse herdenking op 1 juli. Door een plateau met een stenen rand zijn bezoekers voortaan op dezelfde hoogte als het monument.
De nabijgelegen oude ingang op de hoek bij de Beukenweg en Eerste Oosterparkstraat sloot in 2017 voor de verkeersveiligheid en gaat na aanpassingen als een fietsverbod weer open. Ook komt het monument in open verbinding te staan met het grote gazon van het park.
Directe buren van het monument zijn meer dan 650 halsbandparkieten. Hun kolonie is op die in de Sixhaven en op Jozef Israëlskade na de grootste van Amsterdam. Ondanks hun succesvolle bestaan in het Oosterpark, veroorzaken de groene inwoners ook overlast. Net als andere exoten als nijlganzen zijn de vogels agressief naar inheemse soorten. Ze overnachten in meerdere bomen tussen het monument en het OLVG. Hierdoor is de nabijgelegen stoep, ondanks dat Stadsdeel Oost beterschap beloofde, al jaren ernstig vervuild door uitwerpselen van de halsbandparkieten. De laatste, voor het publiek zichtbare schoonmaak was vlak voor de komst van Koningspaar Willem-Alexander en Máxima toen zij de herdenking afschaffing slavernij bijwoonden en het staatshoofd een toespraak hield waarin hij het excuus maakte voor het Nederlandse aandeel in het slavernijverleden.