Column

Rafelrandbewoner Zeeburgereiland is geen indiaan 

Dit jaar begint de ontwikkeling van de zuidwesthoek van Zeeburgereiland. De tijdelijke bewoners die aan deze rafelrand hun onderkomen hebben moeten weg. Tragisch voor deze groep, maar verontwaardiging hierover is onterecht. 

De zuidwesthoek van Zeeburgereiland is niet groot maar wel fraai. Gelegen aan de Zuider IJdijk bij de mond van het Amsterdam-Rijnkanaal is het de zonzij van het eiland. De Zuiderzeeweg met de Amsterdamsebrug draait er zijn bocht richting Indische Buurt. Amsterdam is een leeuw die gaat liggen waar-ie wil. Buitenzijde wordt binnenkant, voorkant wordt achterkant, rafelrand wordt goudkust. De oprukkende stad wordt zichtbaar op het tegenoverliggende Cruquiuseiland – op tweehonderd meter afstand glanzen nieuwe woongebouwen. Iets noordelijker steekt de eerste hoge toren van de Sluisbuurt z’n nek uit. De afgelopen twintig à dertig jaar was dit gebied een rafelrand. Enkele tientallen vrijbuiters, kunstenaars en stadsnomaden plaatsten er caravans en andere bouwsels. Ze leefden er autonoom en bijna autarkisch, alsof ze niet binnen de ring A10 maar in een verre uithoek van het land waren neergestreken. De afspraak met de gemeente ging uit van tijdelijkheid. Het was bekend dat Zeeburgereiland getransformeerd zou worden. Het ernaast gelegen studentendorp is begin deze eeuw toegevoegd en telt de meeste tijdelijke bewoners. 

Indianen 
Eind december werden de aangezegde bewoners geïnterviewd door Het Parool. Het verhaal klonk als dat van het Gallische dorpje dat dapper standhoudt terwijl het Romeinse Rijk op rooftocht is. De stadskrant portretteerde de autonome bewoners met mededogen. Zoals het stel dat er sinds tien jaar woont, met kinderen en al. Hun woonwagen hebben ze met ingenieus knutselwerk uitgebreid tot een soort villa. Waarom moeten ze nu opeens weg? Ze wonen hier toch? Niemand wilde iets met dit ongeziene stuk eiland met nauwelijks regelgeving. “Wij voelen ons als de indianen die in Amerika woonden. Die zijn ook gewoon weggestuurd, terwijl zij er wóónden. Zó onrechtvaardig.”

Toekomstplan
Het is moeilijk geen sympathie te voelen voor underdogs die zo lang in een modderige uithoek woonden. Maar de vergelijking met indianen gaat niet op. Zeeburgereiland is aangeplempt door Amsterdam en was altijd eigendom van de stad. Dat de gemeente dertig jaar soepel omging met hun verblijf was coulant. Het toekomstplan telt meer winnaars dan verliezers, straks is er ruimte voor 4000 woningzoekenden in plaats van 260. Zonzijde, binnen de ring, loopafstand naar de stad, dat gun je meer mensen dan een zelfverkozen groepje dat het claimt. 

Maar waar moeten de tijdelijke bewoners naartoe? De essentie van de grote stad is dat hij constant verandert. De kracht van vrijbuiters en nomaden is flexibiliteit: ze gaan waar anderen niet willen zijn. Vrijbuiters die niet met de veranderlijke stad kunnen omgaan, hebben hun nomadische ziel ingeruild voor zekerheidsbehoefte. Het lijkt erop dat zij niet met de veranderende stad kunnen omgaan. Misschien was dat vijftien jaar geleden al zo, toen ze neerstreken op de plek waar ze nu niet weg willen. Ik hoop dat ze in aanmerking komen voor een appartement in een van de toekomstige huurwoningen.