Cruquiuseiland groeit langzaam dicht met woningen, maar een wijk is meer dan wonen en werken alleen. De initiatiefnemers van de Buurtfabriek hopen er daarom een ontmoetingsplek te creëren – voor bewoners, maar ook voor de rest van Oost.
“Bewoners hebben ruimtes nodig waar ze kunnen ademen,” zegt Ricardo van den Heuvel. Samen met mede-initiatiefnemers Lianne van Alphen, Donna Donkers en Jop Hamelynck staat hij voor de Drenthhal op Cruquiuseiland, tussen 1917 en 1956 de plek van emaille- en metaalwarenfabriek Gelria. In de jaren daarna zitten er vooral auto-gerelateerde bedrijven zoals Drive Yourself. Maar dit voorjaar besluit stadsdeel Oost vermoedelijk om de Drenthhal een maatschappelijke bestemming te geven.
En dat is hard nodig, want alleen wonen en werken maakt nog geen stad, stelt Van Alphen. “Je buren leren kennen, elkaar ontmoeten, samen activiteiten organiseren, dát maakt een stad. Amsterdam was daar altijd goed in, maar we zien dat dat steeds minder wordt. De druk om woningen te bouwen is zo hoog dat er steeds minder ruimte overblijft voor buurtplekken.”
Klopt, zegt Hamelynck. “We moeten oppassen dat we straks niet alleen woningen hebben, hoe belangrijk die ook zijn. Je hebt ook andere voorzieningen nodig om het te laten werken in een buurt. We willen de Drenthhal daarom graag transformeren tot Buurtfabriek, een thuisbasis en huiskamer waar ontmoeting, duurzaamheid, uitwisseling van spullen en kennis, cultuur en inclusie centraal staan.”
Kringloopwinkel 2.0
Duurzaam, ofwel circulair, dat krijgt een belangrijke plek, reageert Donkers. “We willen bijvoorbeeld graag dat er een kringloopwinkel komt, en een reparatie- en naaicafé, waar mensen hun beschadigde spullen kunnen langsbrengen. We weten dat er onder bewoners in de Indische Buurt en het Oostelijk Havengebied behoefte is aan zo’n kringloopwinkel 2.0.”
Het mooie van de Buurtfabriek is dat we voor zulke activiteiten straks alle ruimte hebben, vervolgt Donkers. “We kunnen er ook makkelijk workshops voor grotere groepen verzorgen, bijvoorbeeld op het gebied van koken, theater of muziek. Bovendien is het de bedoeling dat er een tuinbouwkas (vertical farming) komt achter de hal. De producten daarvan kunnen we gebruiken tijdens de foodworkshops, of in het restaurant dat óók gepland staat.”
Aandacht voor duurzaamheid komt ook terug in de maandelijkse rommelmarkten van QRU. “We hebben die de afgelopen jaren met veel succes georganiseerd in een oude loods elders op Cruquiuseiland,” vertelt Van Alphen. “In de Drenthhal kunnen we onze markten voortzetten, in het deel dat een grote multifunctionele ruimte wordt. Overdag kun je daar bijvoorbeeld workshops voor jongeren organiseren, en ’s avonds een modeshow, expositie of een lig- en luisterconcert. Voor een betaalbaar bedrag kunnen bewoners de hal dan afhuren.”
Re-integratie
Sociaal, ambachtelijk en kleinschalig zijn andere belangrijke trefwoorden bij de Buurtfabriek. Hamelynck: “Met ambachtelijk willen we aansluiten bij het industriële karakter van de Drenthhal, we hopen dat dat bij de renovatie zoveel mogelijk behouden blijft. Verder komt het terug in onze aandacht voor re-integratie, want we willen jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt gelegenheid geven werkervaring op te doen en zich verder te ontwikkelen.”
De Buurtfabriek is een gezamenlijk initiatief van meerdere organisaties. Van den Heuvel: “We kunnen elkaar versterken doordat we allemaal onze eigen expertise inbrengen.” Donkers: “We denken dat we een mooi en kansrijk plan hebben om de Drenthhal een nieuwe maatschappelijke bestemming te geven. We kunnen niet wachten tot we mogen beginnen.”
Van Drenthhal naar Buurtfabriek: ‘Mooi en kansrijk plan op Cruquiuseiland’
