Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen na de feestdagen: een overvloed aan speciaal voor de gelegenheid ingekochte etenswaren en dranken, die daarna nog maanden (soms jaren) staan te niksen achter in de keukenkast. Een flesje whisky voor de anderhalve eetlepel die in de paddenstoelensoep gingen. Muskaatnoten die je zo fotogeniek over de cocktails moest raspen. Een halve fles sherry omdat je moeder zichzelf alleen met Kerst een glaasje gunt. Eierdooiers als overblijfsel van de zelfgemaakte meringues. Abrikozenjam die zo mooi glimt over de appeltaart.
In een poging deze maand wat meer dynamiek te geven, liet ik de trend van Dry January even helemaal aan me voorbij gaan (in de lockdown moeten we gewoon niet te streng zijn). Van een paar van de decemberrestanten maakte ik een fles eggnog. Eerst een met whisky en daarna nog een met droge sherry. Eggnog is een soort advocaat die in Amerika veel wordt gedronken rond de feestdagen. Het smaakt fluwelig, luchtig en lekker scherp door de drank. Heerlijk na een stevige winterse wandeling door alle parken van Oost. Officieel maak je eggnog met suiker, eidooiers, eiwit en een drank als brandewijn of rum. In plaats van opgeklopt eiwit (die waren al in de meringues gegaan) gebruikte ik slagroom.
Voor een kleine liter eggnog:
3 eierdooiers van middelgrote eieren
125 gram suiker
200 ml whisky (rum, droge sherry of brandewijn mag ook)
200 ml slagroom
1 theelepel kaneel
versgeraspte nootmuskaat
Klop de eierdooiers met de suiker en een snufje zout op tot het geheel licht van kleur is en flink in massa is toegenomen. Klop nu steeds in een klein straaltje de drank erdoor. Doe het volgende scheutje er pas door als de drank helemaal is opgenomen. Klop vervolgens de slagroom stijf en spatel die met de kaneel luchtig door de drank. Zet de drank een paar uur koud, roer even door en serveer in kleine glaasjes met versgeraspte nootmuskaat.