Fiets op een heldere dag eens van Zeeburgereiland naar Schellingwoude. Sta op de brug een moment stil, kijk om je heen en hou ’t uitzicht even op het netvlies. De immense ruimte van Waterland en het Buiten-IJ, wat een magische twee-eenheid. Neem vervolgens de rode trap met de metalen fietsgoten naar beneden. Daar sta je aan de Schellingwouderdijk richting Durgerdam.
En zie: weg uitzicht, weg magische twee-eenheid.
Veel groter kan de overgang niet zijn. Aan je rechterhand ontneemt een dijkberm vol geparkeerde auto’s het zicht op het IJ. Tot de aanleg van de Zeeburgertunnel begon hier het boerenland. Nu wordt de zichtlijn versperd door het dijklichaam van de ring met z’n viaduct en betonnen tunnelmond. Waterland is nergens meer te bekennen.
Als je vervolgens onder de lawaaiige A10 doorgaat, zoeven de auto’s die even daarvoor nog op twintig meter diepte door de Zeeburgertunnel reden, zes meter boven je hoofd. De Zeeburgertunnel had in 1990, toen hij opgeleverd werd, kennelijk enorme haast om bovengronds te komen. De Waterlandse Zeedijk is eind twintigste eeuw getorpedeerd door de ringweg. Sindsdien kun je Waterland alleen bereiken via lage onderdoorgangen. Heb je op de Durgerdammerdijk het zicht op de weilanden weer terug, dan rijd je nog honderden meters met traag wegstervende snelwegmuzak. Een serieus staaltje cultuurhistorische landschapsvernieling. Of: ‘belevingsamputatie’.
‘De ring, het blijft een lelijk ding,’ hoorde ik iemand laatst rijmen. Zo is het, al wil ik nut en noodzaak van onze ‘périphérique’ niet in twijfel trekken. Ik snap alleen niet waarom hij op zoveel plekken een ongenaakbare muur is. Zeker op de fraaie plek waar hij de zeedijk doorkruist, was het niet nodig de open oeverdijk weg te vagen. We hadden de tunnel bij de bouw makkelijk iets later aan land kunnen laten komen – zoals op de Zuider IJdijk van Zeeburgereiland. Dan waren noordelijke Buiten-IJ-oever en Waterlandse Zeedijk een fysiek en visueel ensemble gebleven.
Domme fout – maar misschien kunnen we die dertig jaar na dato repareren? In Parijs onderzochten ze de afgelopen jaren hoe ze de lelijke barrière van hun beruchte rondweg kunnen opheffen. Precies hetzelfde heb ik afgelopen jaar samen met vier Amsterdamse architecten gedaan. In opdracht van ARCAM en architectenbond BNA onderzochten we de noordelijke stadsrand*. De uitgang van de Zeeburgertunnel was een van onze aandachtsgebieden. Hoe kunnen we de visuele verbinding tussen Schellingwoude en Durgerdam aanhelen?
Eerst wilden we de noordkant van de Zeeburgertunnel met 600 meter verlengen. Uit berekeningen van ingenieurs bleek dat dit financieel erg in de papieren loopt. Gelukkig ontstond daarna een eenvoudiger en financieel wél haalbaar idee. Op kaarten kun je zien dat de dijk tussen de noordelijke aanlanding van de Schellingwouderbrug en de uitgang van de Zeeburgertunnel een scherpe knik-terug maakt.
Ons plan is om vanaf de brug een wandelsteiger in het Buiten-IJ te maken. Deze boardwalk begint op de Schellingwouderdijk en eindigt op het zuidelijkste puntje van de Durgerdammerdijk – het Blauwe Hoofd. Je loopt dan met een ruime boog om de uit het Buiten-IJ opduikende betontrommel van de Zeeburgertunnel. Op de oeversteiger van het Buiten-IJ word je niet langer uit de droom geholpen door de ringweg.
Het gebied binnen de boardwalk plempen we aan tot een ‘natland’, de ‘Schellingwouderham’. Passend in de traditie van noordelijke polders als Buiksloter- en Nieuwendammerham. Deze nieuwe ham legt de betonnen tunnelmond alsnog landinwaarts. Op de open tunnelbak komt een groen en bloemrijk dek.
Dat natte poldertje Schellingwouderham is op vele manieren te bestemmen – in de meeste scenario’s zal het plan meer geld opbrengen dan het kost. De grootste winst is voor de liefhebbers van open oeverlandschap. Na de Schellingwouderbrug word je niet langer uitzichtloos ‘aan de dijk gezet’. Net zo mooi en stil als een halve eeuw geleden loop je langs het Buiten-IJ naar Durgerdam. Mits de gemeentelijke plannenmakers onze visie oppikken.
*ARCAM exposeert tot en met 28 februari de verschillende visies van Het Stadsranden-lab, waar het ontwerp van de noordelijke stadsrand onderdeel van is.