Mijn vrouw en ik fietsten van Zeeburgereiland naar de Tweede Oosterparkstraat.
‘Zo! Deze buurt is opgeknapt,’ zeiden we tegen elkaar. Als je ergens een tijd niet bent geweest en er liggen geen matrassen meer op straat, is dat een zichtbare verbetering.
In 2017 was ik voor het laatst op het Beukenplein geweest om bij café Maxwell naar de Europa League-finale te kijken. Dat was een slecht idee: de jeugd van tegenwoordig is aan de lange kant dus ik zag weinig.
Later hoorde ik dat het café van drie jongens was die, net als Rob Klap deed in de jaren zeventig, horeca opkochten en inrichtten naar hun eigen smaak. En net als bij Rob Klap vroeger bleek de smaak van de drie jongens aan te slaan bij een grote groep jonge mensen. Intussen heten ze de Drie Wijzen uit Oost, want hun cafés bevinden zich vooral in onze buurt.
Bij Elsa’s op de Middenweg in de Watergraafsmeer spreek ik wel eens af. Niet alleen jongeren voelen zich thuis in die sfeer die mij vooral aan sommige eetcafés in Londen doet denken.
Wie succes heeft, ervaart na verloop van tijd de onherroepelijke gevolgen. Er was een vrouw op Twitter, ze heet Devika, die opeens van leer trok tegen die cafés, die volgens haar waren opgezet door drie ‘rijke witte mannen’. In de bio van Devika staat: ‘Stem op een vrouw’. Goed idee. Mag het een slimme vrouw zijn? Twitter corrigeerde haar snel: een van de drie mannen was een Marokkaanse Nederlander. Toen ze begonnen te bouwen aan hun imperium waren ze verre van rijk. Deze correcties noemde Devika: mansplainen. Heel Oost en Watergraafsmeer waren verziekt door die rijke witte kerels, volgens haar.
Nu heb ik ook wel wat aan te merken op de Watergraafsmeer. Vooral dat ouders er hun kinderen slecht opvoeden en ze op zaterdagochtend meenemen de winkels in. Dat is de hel.
Maar als ik tot voor kort op herfstige namiddagen naar huis fietste en de volle, levenslustige terrassen zag aan de Linnaeusstraat, kreeg ik heimwee naar de cafés van Rob Klap en het geluk dat ik er vroeger had gevonden. Ik hoop voor de Wijzen uit Oost dat ze de crisis zullen overleven. Vooral hoop ik het voor de jonge mensen, die ik mijn eigen, oude geluk gun.