Hij kwam naar Amsterdam om bedrijfskunde te studeren en vijfentwintig jaar later presenteert Peter van Zadelhoff bijna dagelijks het RTL Nieuws.
Van Zadelhoff komt deze vrijdagochtend op zijn gemak aangewandeld op het terras van hotel The Lobby in Amsteldorp. Hij heeft net zijn dochter naar school gebracht en rond twaalf uur vertrekt hij naar Hilversum, waar hij vanavond het RTL Nieuws presenteert. Dit werk wisselt hij af met zijn functie als eindredacteur, waarbij hij verantwoordelijk is voor de samenstelling van het programma.
“De Watergraafsmeer is al leuk, maar Amsteldorp is zowaar nog leuker. Je woont in de stad, maar ook in een dorp. Ik woonde in 2001 in de Rivierenbuurt en mijn vriendin in de Jordaan en toen waren we voorzichtig aan het kijken of we niet een keer zouden gaan samenwonen. Op een zondag zijn we hier per toeval gaan wandelen en we vonden de Fahrenheitsingel meteen leuk. Heel toevallig stond er iets te koop en dat hebben we toen vrij snel gekocht.”
Je bent geboren in Angerlo, een dorpje in de Achterhoek. Waarom kwam je naar Amsterdam?
“Ik wilde bedrijfskunde van de financiële sector studeren en dat was alleen mogelijk aan de VU. Ik was negentien en heb de eerste jaren een beetje door de stad gezworven. Ik was bestemd om de financiële sector in te gaan, en mijn eerste baan was bij de Amsterdamse beurs, Euronext. Maar daar werd ik diepongelukkig van. Ik weet nog goed dat ik een middag spijbelde van mijn werk en op de bank lag en dacht: wat wil ik doen? Vroeger had ik al voor krantjes geschreven en zo bedacht ik dat de journalistiek wel iets voor mij zou zijn. Ik solliciteerde bij BNR Nieuwsradio, en tijdens mijn sollicitatiegesprek was de tweede vraag of ik het verschil tussen een obligatie en een aandeel kon uitleggen. Ik werd aangenomen en toen was ik in één keer journalist.”
Amsteldorper, iemand uit de Watergraafsmeer of Amsterdammer?
“Ik vind het lastig om mezelf Amsterdammer te noemen, omdat ik hier mijn halve leven niet gewoond heb. Er zijn mensen die ermee koketteren dat ze hun hele leven hun postcodegebied niet uit zijn geweest, maar dat geldt niet voor mij. Nu ik erover nadenk voel ik me het meest een Amsteldorper.”
Maar hier in de wijk is eigenlijk niet zo veel.
“Dat is juist zo fijn. We hebben ons eigen zwembad hier met de Weespertrekvaart. Deze zomer lagen we elke dag in het water. Daarnaast is er een kleine kruidenierszaak, de buurtsuperman meneer Ismail, en een snackbar, Friet van Oost. Natuurlijk is de plek waar we nu zitten, The Lobby echt een geweldige aanwinst voor de wijk. Vroeger was dit een bank, later heeft de Riagg er gezeten en toen heeft het twaalf jaar leeg gestaan. Nu is het een hotel. Je kan hier ook geweldig eten en ze hebben een heerlijk terras. Degene die dit bedacht heeft, verdient oprecht een standbeeld.”
Hier iets verderop zitten je twee zoons op voetbal.
“Ze voetballen bij TABA en dat is echt een geweldige club. Het is allemaal een beetje ongeorganiseerd, relaxed, met leuke mensen. Als je de top wilt halen, moet niet bij TABA gaan voetballen. Onze dochter is dit jaar ingeloot bij AthenA op sportpark Voorland.”
Waar kom je graag als je Amsteldorp verlaat?
“Als je voorbij de velden van TABA gaat, dan kan je prachtig wandelen naar Betondorp. Een te gekke plek. Als ik daar op de Brink sta, dan heb ik het idee dat ik een tijdreis heb gemaakt en opeens in de jaren vijftig ben. En het is heerlijk om Park Frankendael op loopafstand te hebben, waar het gelukkig niet zo druk is als het Vondelpark.”
En qua winkels?
“Ik ben dol op Gewoon Kaas op de Middenweg, niet alleen om de kaas maar ook om de mensen. Er tegenover in de Wakkerstraat zit slagerij De Wit, een topslager die zijn eigen koeien koopt en dat proef je terug. Bierdrinken doe ik het liefste in Mojo of Bar Wisse. En als we iets met de kinderen gaan doen, dan bij Thuis aan de Amstel.”
En natuurlijk om de week naar de Johan Cruijff Arena.
“Naast uitgebreid borrelen met vrienden mis ik Ajax het meeste nu, tijdens corona. Ik heb al tweeëntwintig jaar een seizoenskaart, het is heerlijk om met een stel mensen naar het stadion te gaan, een biertje te drinken en dan de wedstrijd te kijken. We hebben bij Ajax natuurlijk echt alle ellende meegemaakt. Google de naam Atouba maar even, die hebben wij zien invallen. Die jongen kon er helemaal niets van. Die hele gifbeker is leeg gegaan en geen hoge toppen zonder diepe dalen. Het laatste jaar was natuurlijk fantastisch met Matthijs, Frenkie en Donny. Ik ben altijd groot fan van de club geweest. Dat mensen van Feyenoord houden snap ik ergens nog wel, maar ik vind het echt moeilijk om voor PSV sympathie op te brengen. Ik vind het heel kinderachtig van mezelf, maar het is niet anders.”
Foto: “Degene die hotel The Lobby bedacht mag een standbeeld krijgen.”
Door Jim Jansen